• Vader:
  Don Garcia Jiménez le Noir de Navarre, zn. van Eneko de Navarre en Oneca de Pampelune, geb. te Pamplona [Spanje] circa 810, Rey de Pamplona, ovl. te Lumbier [Spanje] tussen 870 en 882, tr. (2) met Leodegundis de Asturias. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (1) met

• Moeder:
  Urraca de Gascuna (Oneca Rebelle de Sanguesa), dr. van Sancho I Sanchez Conde de Gascuna, geb. in 816, Reine de Navarre, ovl. in 884, tr. met

tr. in 845
met

Aurea Ora Awriya d'Aragon, geb. in 830, Princesse musulmane - ( peut-être descendante du Prophète Mahomet), tr. met

Aurea Ora Awriya d'Aragon.
Volgens sommige genealogen zou Aurea afstammen van de profeet Mohammed, via haar vader, Lopo Ibn Musa, van de Banu Qasi, de gouverneur van Toledo, Huesca en Zaragoza. .
Christian Settipani suggereert drie mogelijke afkomsten voor Aurea: .
Dochter van Oria bint Musa, de dochter van Musa ibn Musa, en haar echtgenoot García, die in 859 werd gedood. Deze García zou een zoon zijn van García Galíndez de Slechte en zijn eerste vrouw Matrona, dochter van Aznar I Galíndez, graaf van Aragón.
Dochter van García Galíndez de Slechte en een andere Aurea, zijn tweede vrouw, dochter van Eneko Arista en zus van García I van Navarra. .
Dochter van graaf van Aragón Galindo I Aznárez en kleindochter van Aznar I Galíndez en een derde Aurea, die mogelijk de dochter was van hertog Lupo II van Gascogne en de zus van dame Oneca of Iñiga, moeder van Eneko Arista en Musa ibn Musa. .
Fortún werd gevangengenomen in 860 tijdens een invasie geleid door de emir van Córdoba, Muhammad I, en bleef 20 jaar gevangen in Córdoba, waar zijn dochter Oneca trouwde met emir Abd Allahben Muhammad voordat ze in 880 terugkeerde met haar vader naar Navarra. .
De dynastie van de Banu Qasi (zonen van heer Cassius), of Banu Musa (zonen van heer Musa), regeerde over een taifa (vazalkoninkrijk) van de Marca Superior, gelegen in het zuiden van Navarra, tussen de 8e en 10e eeuw. Deze belangrijke familie was waarschijnlijk van Hispano-Romeinse oorsprong. Nadat ze muladíes (klanten) van de Omajjaden waren geworden, speelden ze een belangrijke politieke en militaire rol in de bovenste mark van Al-Andalus, tijdens de eerste oorlogen van de Reconquista en tijdens de vele opstanden die het emiraat van Córdoba kende. Hun bekering illustreert de pro-Arabische houding van de Visigotische heren van het oostelijke deel van Tarraconensis. Deze familie kwam oorspronkelijk uit Tudela (zuiden van Navarra) en Tarazona, Ejea de los Caballeros en Nájera. De Banu Qasi, bekeerd tot de islam, waren tegen het einde van de 8e eeuw gouverneurs van Pamplona vanwege hun allianties met de christelijke prinsen van Navarra. Musa ibn Musa, in de eerste helft van de 9e eeuw, was het hoofd van deze familie. Eneko Arista (822-852), koning van Pamplona, was via zijn moeder zijn halfbroer. Deze prinselijke huwelijksallianties van de Banu Qasi met moslims en christenen leidden tot de oprichting van het autonome emiraat van de Banu Qasi, bondgenoot van het koninkrijk Pamplona. De twee landen beschermden elkaar tegen aanvallen van grotere christelijke en islamitische staten. Navarrezen en Banu Qasi vochten zij aan zij in het begin van 824 tegen de Franken tijdens de Derde Slag bij Roncevaux. Koning Alfonso III probeerde de Banu Qasi onder zijn invloed te brengen. Deze muladíes, afstammelingen van een Visigotische adel die zich tot de islam had bekeerd, wilden breken met het emiraat en zochten steun bij de Asturische kroon. Hij sloot een akkoord.

Uit dit huwelijk een dochter: