Kwartierstaat van Leontine Maxwell
Kwartierstaat van Leontine Maxwell

Generatie I

1. Leontine Maxwell[V][M], dr. van Neil (Felix Neil) Maxwell (2) en Betty (Elizabeth Emelie) Klusman[V][M], geb. op 26 jul 1969, makelaar bij Boomsma en Bruinsma, samen te Amsterdam in 2000, tr. te Champoussin [Zwitserland] op 4 jan 2007 met ir Jorden (Cornelis Jorden) Hagenbeek, zn. van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek (directeur) en Mechelien (Mechelina) Mezach, geb. te Bussum op 4 dec 1972, ged. te Bussum op 4 feb 1973, civiel ingenieur. Uit dit huwelijk 2 kinderen. 



Generatie II

2. Neil (Felix Neil) Maxwell[1], geb. in 1936, ovl. op 24 nov 2021, tr. in 1959 met 

3. Betty (Elizabeth Emelie) Klusman[V][M][1], dr. van Willem Frederik Klusman (6)[V][M] en Leontine Christine Wilhelmine Schmidt[V][M], geb. te Semarang (Java) [Indonesië] op 4 aug 1935, ovl. te Wassenaar op 14 jun 2020, relatie (2) met Ron (Ronald A.) Hudson, ovl. te Voorschoten op 11 mrt 2021. Uit deze relatie geen kinderen. 
 Uit dit huwelijk 3 kinderen: 
  1a. Fred [V][M], geb. op 7 jul 1960, bedrijfsarts, tr. in 1987 met Andrea Vernimmen, geb. op 4 apr 1960, notaris. Uit dit huwelijk 2 dochters. 
  1b. Len [V][M], geb. op 22 aug 1963, makelaar, tr. met Susan Wouters. Uit dit huwelijk een dochter. 
  1c. Leontine [V][M], geb. op 26 jul 1969, zie 1



Generatie III

6. Willem Frederik Klusman[V][M][3], zn. van Willem Frederik Klusman (12)[V][M] (werkte bij Geo Wehry & Co) en Rosa Jacobsz Rosier[V][M], geb. te Batavia [Indonesië] op 30 mei 1903, ovl. te Den Haag op 1 jun 1982, tr. te Soerabaja [Indonesië] op 27 okt 1927 met 

7. Leontine Christine Wilhelmine Schmidt[V][M][3], dr. van Gustaaf Wilhelm Christiaan Schmidt (14)[V][M] (makelaar) en Betsy Emilie Lucie Schäftlein[V], geb. te Soerabaja [Indonesië] op 27 okt 1907. 
 Uit dit huwelijk 3 kinderen: 
  3a. Ita (Rosita Louise) [V][M], geb. te Semarang (Java) [Indonesië] op 4 aug 1935, tr. met Chris Bakker. Uit dit huwelijk geen kinderen. 
  3b. Betty (Elizabeth Emelie) [V][M][1], geb. te Semarang (Java) [Indonesië] op 4 aug 1935, ovl. te Wassenaar op 14 jun 2020, zie 3
  3c. Willem Frederik [V][M], geb. te Semarang (Java) [Indonesië] op 31 mrt 1929. 
 
Willem Frederik Klusman.
Nieuwe Rotterdamsche Courant 1929.
Op 15 Mei 1929 van Batavia naar Amsterdam, 6 Juni 1929 van Genua vertrokken met het motorschip Christiaan Huygens, mevr. R.R. Klusman.
 



Generatie IV

12. Willem Frederik Klusman[V][M][6], zn. van Willem Frederik Klusman (24)[V][M] (adjunkt-kontroleur 15 sep 1881 te Batavia) en Anna Margaretha de Jong[V][M], geb. te Batavia [Indonesië] op 5 jan 1876, werkte bij Geo Wehry & Co, ovl. te Brussel [België] op 23 sep 1953, tr. te Semarang (IND) [Indonesië] op 12 apr 1899 met 

13. Rosa Jacobsz Rosier[V][M][6], dr. van Frederik Hendrik Robert Jacobsz Rosier (26) en Louise Anna Paulina Thies, geb. te Semarang (IND) [Indonesië] op 18 jan 1879. 
 Uit dit huwelijk een zoon: 
  6a. Willem Frederik [V][M][3], geb. te Batavia [Indonesië] op 30 mei 1903, ovl. te Den Haag op 1 jun 1982, zie 6

14. Gustaaf Wilhelm Christiaan Schmidt[V][M][7], zn. van Johann Heinrich Schmidt (28)[V][M] en Mien (Wilhelmina Christina Adriana) Poth[V][M], geb. te Semarang (Java) [Indonesië] op 11 mei 1883, EL, makelaar, ovl. te Den Haag op 24 jul 1952, tr. te Semarang (Java) [Indonesië] op 31 mei 1906 met 

15. Betsy Emilie Lucie Schäftlein[V][7], dr. van Wilhelm Schäftlein (30). geb. te Klatèn (Java) [Indonesië] op 4 dec 1885, ovl. te Trestès (Java) [Indonesië] op 10 sep 1942. 
 Uit dit huwelijk 2 kinderen: 
  7a. Leontine Christine Wilhelmine [V][M][3], geb. te Soerabaja [Indonesië] op 27 okt 1907, zie 7
  7b. Willem Robert Christiaan [V][M], tr. met Thea Aveling. Uit dit huwelijk een zoon. 

Generatie V

24.  Willem Frederik geboorteakte onder de naam Willem Fredrik Klusman1[V][M][12], zn. van Heinrich Klusmann (48)[V][M] en Jannetje Adriana van Zuijlekom[V][M] (logementhoudster), geb. te Rotterdam op 24 aug 1837, adjunkt-kontroleur 15 sep 1881 te Batavia, ovl. te Batavia [Indonesië] op 17 apr 1912, tr. (2) te Hellevoetsluis op 29 apr 1863 met Pietertje Rietdijk, geb. te Rotterdam op 14 apr 1840. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (1) te Batavia [Indonesië] op 28 jun 1866 met 

25.  Anna Margaretha de Jong1,2[V][M][12], dr. van Wiebo Pieter de Jong (50)[V][M] (zeeman, loods te Batavia) en Anna Margaretha Sweers[V][M], geb. te Amsterdam op 4 aug 1847, ovl. te Batavia [Indonesië] op 8 jun 1930. 
 Uit dit huwelijk 3 kinderen: 
  12a. Willem Frederik [V][M][6], geb. te Batavia [Indonesië] op 5 jan 1876, ovl. te Brussel [België] op 23 sep 1953, zie 12
  12b. Anna Margaretha [V][M], geb. te Batavia [Indonesië] op 13 dec 1879, ovl. te Den Haag op 5 okt 1963. 
  12c. Johan Albert [V][M], geb. te Semarang (IND) [Indonesië] op 18 apr 1885, ovl. in 1963. 
 
Willem Frederik Klusman.
ridder der O.N.O.
 

26. Frederik Hendrik Robert Jacobsz Rosier[13], tr. met 

27. Louise Anna Paulina Thies[13]
 Uit dit huwelijk een dochter: 
  13a. Rosa Jacobsz [V][M][6], geb. te Semarang (IND) [Indonesië] op 18 jan 1879, zie 13

28. Johann Heinrich Schmidt[V][M][14], zn. van Hans Adolph Schmidt (56) en Anne Marie Petersen, geb. op 12 aug 1832, ovl. te Semarang (Java) [Indonesië] op 16 nov 1916, tr. op 26 jan 1870 met 

29. Mien (Wilhelmina Christina Adriana) Poth[V][M][14], dr. van Hendrikus Adrianus Poth (58)[V][M] (Majoor der Genie. Ridder M.W.O.4e klasse) en Johanna Diederika Sarima Diponegoro[V] (Kratonese prinses), geb. te Djokja [Indonesië] op 20 apr 1845, ovl. te Semarang (Java) [Indonesië] op 17 mrt 1920, tr. (2) te Batang Taroe [Indonesië] op 23 feb 1916 met M.W. Winter. Uit dit huwelijk geen kinderen. 
 Uit dit huwelijk 11 kinderen: 
  14a. Theodoor Wilhelm Heinrich [V][M], geb. te Semarang (Java) [Indonesië] op 10 dec 1870, ovl. te Buitenzorg [Indonesië] op 7 jan 1934. 
  14b. Robert Adriaan Henri [V][M], geb. te Semarang (Java) [Indonesië] op 4 jan 1872, ovl. te Amsterdam op 15 aug 1894. 
  14c. Wilhelm Johann Adolf [V][M], geb. op 1 dec 1874, ovl. op 21 aug 1924, tr. met Johanna Mathilde Bernadina Rombouts, geb. op 12 mrt 1882, ovl. in 1964. Uit dit huwelijk 3 kinderen. 
  14d. Johanna Edwina Wilhelmina [V][M], geb. op 1 okt 1876, tr. met Herman Diederik Mak van Waay, zn. van Anthonie Mak van Waay en Elisabeth Johanna Maria Dammerman. Uit dit huwelijk een zoon. 
  14e. Gustaaf Wilhelm Christiaan [V][M][7], geb. te Semarang (Java) [Indonesië] op 11 mei 1883, ovl. te Den Haag op 24 jul 1952, zie 14
  14f. Wilhelmina Theodora Antoinetta [V][M], geb. te Semarang (IND) [Indonesië] op 2 okt 1873. 
  14g. Johan Heinrich Christiaan [V][M], geb. te Semarang (Java) [Indonesië] op 14 okt 1879, chemiker, verzekeringsagent, ovl. te Soerabaja [Indonesië] op 21 sep 1930. 
  14h. Mahdelina Johanna Wilhelmina [V][M], geb. te Semarang (IND) [Indonesië] op 31 mei 1881, ovl. te Amsterdam op 17 feb 1963, tr. te Semarang (IND) [Indonesië] op 9 jun 1903 met Johan Georg Geiger, geb. te Amsterdam op 29 jan 1878, apotheker, ovl. te Amsterdam op 25 dec 1960. Uit dit huwelijk een zoon. 
  14i. Adriana Theodora Wilhelmina [V][M]
  14j. Christine Gustavine Magdalena [V][M], geb. te Semarang (Java) [Indonesië] op 21 okt 1887. 
  14k. Henriëtte Charlotte [V][M], geb. te Semarang (Java) [Indonesië] op 2 sep 1865, ovl. te Semarang (Java) [Indonesië] op 11 aug 1925. 

30. Wilhelm Schäftlein[15]
 Hij krijgt 2 kinderen: 
  15a. Betsy Emilie Lucie [V][7], geb. te Klatèn (Java) [Indonesië] op 4 dec 1885, ovl. te Trestès (Java) [Indonesië] op 10 sep 1942, zie 15
  15b. Adolf Wilhelm Ferdinand [V], geb. te Klatèn (Java) [Indonesië] op 14 jul 1888, ovl. te Bandung tussen 1955 en 1960. 

Generatie VI

48. Heinrich Klusmann[V][M][24], zn. van Johann Albert Christoph Klusmann (96) en Anne Gesche Thöle (Erbin der Hofstelle "Knops"), geb. te Martfeld [Duitsland] op 31 mei 1802, ged. op 4 jun 1802 (getuigen: Heinrich Soller en Heinrich Klusmann), tr. te Rotterdam op 8 okt 1834 met 

49. Jannetje Adriana van Zuijlekom[V][M][24], dr. van Willem van Zuijlekom (98)[V][M] en Angenita (Angenietje Johan) Bremer[V][M], ged. te Rotterdam op 23 mei 1802, logementhoudster, tr. (2) te Rotterdam op 23 jun 1824 met haar zwager Albert Hendrik Klusmann[V][M], zn. van Johann Albert Christoph Klusmann (96) en Anne Gesche Thöle (97) (Erbin der Hofstelle "Knops"), geb. te Martfeld [Duitsland] op 26 mei 1800, ged. te Martfeld [Duitsland] op 29 mei 1800 (getuige: Albert Frederik Köster, Christine Dünkeren Heinrich Klusmann), winkelier, zie 48b. Uit dit huwelijk geen kinderen. 
 Uit dit huwelijk 2 kinderen: 
  24a. Willem Frederik Klusman[V][M][12], geb. te Rotterdam op 24 aug 1837, ovl. te Batavia [Indonesië] op 17 apr 1912, zie 24
  24b. Heijnderijntje Klusman[V][M], geb. te Rotterdam op 7 sep 1834. 

50.  Wiebo Pieter (Wiebe, Wybe) de Jong3[V][M][25], zn. van Pieter Wiebes de Jong (100) en Hikke Liewes Lap[V] (winkeliersche), geb. te Nes op Ameland op 1 jun 1808, DG, zeeman, loods te Batavia, tr. (2) te Batavia [Indonesië] op 22 jul 1868 met Frederika Agnes van de Wielen, geb. te Ternate [Indonesië] in 1837. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (1) voor sep 1832 18-08-1839 met 

51.  Anna Margaretha Sweers5[V][M][25], dr. van Petrus Bernardus Zweers (102)[V][M] (koopman, winkelier) en Johanna Geertruida Janse Kraaij[V][M], geb. te Amsterdam op 28 aug 1810, ged. te Amsterdam (Westerkerk) op 2 sep 18104 (getuigen: Dirk Zweers en Anna Margaretha de Kort), ovl. te Amsterdam op 22 feb 1853. 
 Uit dit huwelijk 3 dochters: 
  25a. Anna Margaretha [V][M][12], geb. te Amsterdam op 4 aug 1847, ovl. te Batavia [Indonesië] op 8 jun 1930, zie 25
  25b. Henrietta Wilhelmina [V][M], geb. te Amsterdam op 8 dec 1832, tr. met Theodorus van Dongen. Uit dit huwelijk 4 kinderen. 
  25c. Clara Theodora [V][M], geb. te Amsterdam op 28 feb 1842 of 4 aug 1842, tr. met Alexander Nicolaas de Jong. Uit dit huwelijk een zoon. 
 
Anna Margaretha Sweers.
in doopboek staat Zweers.
 

56. Hans Adolph Schmidt[28], tr. met 

57. Anne Marie Petersen[28]
 Uit dit huwelijk een zoon: 
  28a. Johann Heinrich [V][M][14], geb. op 12 aug 1832, ovl. te Semarang (Java) [Indonesië] op 16 nov 1916, zie 28

58. Hendrikus Adrianus Poth[V][M][29], zn. van Koning Willem I van Oranje (116) en Dirkje Blaauw[V][M], geb. te Vreeswijk op 19 apr 1793, ged. te Vreeswijk op 28 apr 1793 (getuige: Adriana Poth), Majoor der Genie. Ridder M.W.O.4e klasse afdeling A, grafnummer 582, werkzaam bij de Directe Belastingen van (tweede datum onduidelijk:0) 1813 en van (tweede datum onduidelijk:0) 1813, Luitenant ingenieur bij de O.I.troepen op 19 jul 1820 en op 19 jul 1820, met schip Salima naar Java op 5 sep 1820 en op 5 sep 1820, Onderscheidingen in de oorlog op Java van 1825 tot 1830 en van 1825 tot 1830, Majoor bij Korps Sappeurs op 24 aug 1837 en op 24 aug 1837, Commandant Korps Sappeurs op 20 dec 1837 en op 20 dec 1837, neemt in 1840 ontslag en wordt landmeter in Semarang, ovl. te Semarang (Java) [Indonesië] op 29 nov 1881, begr. te Semarang (Java) [Indonesië], uit dit huwelijk geen kinderen, samen (1) van 1830 tot mei 1853, tr. te Djokja [Indonesië] op 6 mei 1853 met 

59. Johanna Diederika Sarima Diponegoro[V][29], dr. van prins Pangeran Diponegoro (118)[V][M], geb. te Mataram [Indonesië] op 4 okt 1810, Kratonese prinses, ovl. te Djokja [Indonesië] op 2 feb 1856 bij de geboorte van een levenloos kind, begr. te Magelang [Indonesië] op de Oude Begraafplaats nr.75. 
 Uit dit huwelijk 9 kinderen: 
  29a. Carolina Christina Wilhelmina [V][M], geb. te Jogjakarta [Indonesië] Djawa-Tengah op 12 mrt 1830, ovl. te Semarang (IND) [Indonesië] op 18 jun 1902, tr. met Johannes Bregardus van der Elst. Uit dit huwelijk geen kinderen. 
  29b. Hendrik Jacobus (Hendrik Jacobus Nicolaas) [V][M], geb. te Ambon op 26 jan 1835, opzichter Bureau Openbare Werken, ovl. te Semarang (IND) [Indonesië] op 26 okt 1900, tr. te Jogjakarta [Indonesië] op 6 mei 1853 met Sophie E. d'Hoore Grant Day, dr. van Pieter Francies d'Hoore en Nawi , geb. te Jogjakarta [Indonesië] op 30 apr 1835, ovl. te Semarang (IND) [Indonesië] op 21 dec 1857. Uit dit huwelijk 2 kinderen. 
  29c. Adriana Frederika Maria Margdaretha (Adriana Frederika Maria) [V][M], geb. te Djokja [Indonesië] (Djokjakarta [Indonesië]) op 6 jul 1847, ovl. te Malang [Indonesië] op 5 dec 1936 in Ned. Indië, tr. te Maron [Indonesië] op 4 sep 1872 met Luchien Hovenkamp, geb. te Emmen op 29 mrt 1843, ovl. te Jogjakarta [Indonesië] op 3 nov 1909. Uit dit huwelijk geen kinderen. 
  29d. Mien (Wilhelmina Christina Adriana) [V][M][14], geb. te Djokja [Indonesië] op 20 apr 1845, ovl. te Semarang (Java) [Indonesië] op 17 mrt 1920, zie 29
  29e. Johannes Diederik Alexander [V][M], geb. te Djokja [Indonesië] op 4 apr 1854, ovl. te Bondowoso [Indonesië] op 27 nov 1918, tr. op 31 jan 1881 met Johanna Maria Carolina Isidora van der Elst, geb. te Jogjakarta [Indonesië] op 14 jun 1862, ovl. te Batavia [Indonesië] op 7 jan 1908. Uit dit huwelijk 4 kinderen. 
  29f. NN [V][M], geb. in 1856 (doodgeb.). 
  29g. Anna Frederika [V][M], geb. te Jogjakarta [Indonesië] op 3 sep 1850, ovl. op 23 feb 1929, tr. met Andries Michel de Buck, geb. te Palembang [Indonesië] op 16 aug 1835, Kapitein de Infanterie (KNIL), ovl. te Batavia [Indonesië] op 8 aug 1887. Uit dit huwelijk geen kinderen. 
  29h. Willem Nicolaas [V][M], geb. te Jakarta [Indonesië] op 2 apr 1838, Kapitein der Infanterie, ovl. te Semarang (IND) [Indonesië] op 1 sep 1915, tr. (1) met Elsje Stekel. Uit dit huwelijk een kind. tr. (2) te Soerabaja [Indonesië] op 8 jan 1875, (gesch. te Semarang (IND) [Indonesië] op 22 okt 1902) met Beitske Nieuwenhuissen, geb. in 1844, ovl. in 1921. Uit dit huwelijk 7 kinderen. tr. (3) te Semarang (IND) [Indonesië] op 12 mrt 1903 met Gerdina Maria Marsman. Uit dit huwelijk geen kinderen. 
  29i. Johanna Diederika Wilhelmina (Johanna Diedrika Wilhelmina) [V][M], geb. te Padang (Sumatra) (Indonesië) op 4 okt 1840, ovl. te Djokja [Indonesië] op 23 jul 1925, tr. (1) te Semarang (IND) [Indonesië] op 2 feb 1861 met Johan Coenraad Muller. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) te Semarang (IND) [Indonesië] op 8 jul 1874 met Ignatius Adrianus Vermeer, geb. te 's-Hertogenbosch op 1 nov 1836, ovl. te Batang [Indonesië] op 19 apr 1906. Uit dit huwelijk 2 kinderen. 
 
Hendrikus Adrianus Poth.
Stamvader van dit Nederlands - Indische geslacht is Hendrik Adrianus Poth, geboren 19 april 1793 te Vreeswijk uit Hendrik Poth en Hendrika Blauw.

De familielegende is dat hij een natuurlijke zoon van de toenmalige Erfprins van Oranje (de latere Willem I, 1771-1843) zou zijn. In het boek Oranje Bastaarden van Hanno de Iongh komt Hendrika Blauw niet voor. Daarover gaat het verhaal dat zij met opzet niet is opgenomen als bastaard, zonder dat daarvoor een duidelijke reden bestaat. Het is daarom merkwaardig, dat zijn moeder, van geboorte een Friezin (geboren 28 februari 1771 te Leeuwarden uit Jan Janzen BIauw en Annigje de Rooy in de Bilt met de Vreeswijker Hendrik Pot trouwde (3 juni 1792) en direct daarop met hem naar Vreeswijk vertrok. Hoe zij naar Utrecht kwam, met haar ouders of alleen, in dienstverband of niet en waarom zij te de Bilt moest trouwen en hoe en waar zij kennis gemaakt had met Poth, zijn allemaal open vragen.
Ook over haar ouders is niets bekend, behalve het feit dat zij onze Hendrika (ook wel Dirkje genoemd), lieten dopen in de Ned. Hervormde Kerk aldaar.

Een verklaring voor het in een andere stad dan zijn woonplaats huwen van Poth kan misschien gevonden worden in het feit, dat hij zo snel hertrouwde na de dood van zijn eerste vrouw Gijsberta Vrolijk; zij werd namelijk 27 januari 1792 te Vreeswijk begraven. Resumerend is te zeggen dat het niet onmogelijk is, dat HA Poth een zoon was van Koning Willem I, (maar waarschijnlijk is het niet).
Over de kinderjaren van Hendrik Adrianus is weinig bekend. Zijn vader was veerschipper, had het dus niet al te breed en moest daarbij nog acht kinderen grootbrengen (vier uit zijn eerste huwelijk met Gijsberta Vrolijk en vier uit zijn tweede) Op 14-jarige leeftijd verloor hij zijn vader. Vermoedelijk zal hij toen zelf zijn brood hebben moeten verdienen. In overeenstemming met deze veronderstelling is te brengen de verklaring, in 1811 afgegeven door W. Broedelet, Frans- en Nederduits kostschoolhouder, dat Poth vier jaren bij hem als eerste secondant werkzaam is geweest.

Op 31 juli 1811 verloor hij zijn moeder, die in 1808 hertrouwd was met de 29-jarige schoenmaker Rokus ten Winkel. Van 1813-1820 werkte hij bij de directe belastingen, 3e divisie Utrecht als chef de bureau. Gedurende deze tijd heeft hij zich toegelegd op de studie van de stel- en meetkunde, vestingbouwkunde en andere daarmee in verband staande wetenschappen, onder leiding van J.C. Schröder, A.L.M. en Philos. Wat Poth in de jaren 1811-1813 gedaan heeft, is niet bekend. Zou hij misschien de veldtocht naar Rusland meegemaakt hebben en toen zijn militaire capaciteiten ontdekt hebben?.
In 1820 woonde Poth te Utrecht, wijk D, no.45. Hij werd 19 juli 1820 tot 2e Luitenant Ingenieur bij de 0.1. troepen benoemd na met goed gevolg het daarvoor vereiste examen te hebben afgelegd. De 5e september 1820 vertrok hij met het schip Selima uit Oostende naar Java.
Daarop werd hij 15 februari 1821 bij het Korps Ingenieurs geplaatst. 23 januari 1824 werd hij tot 1e luitenant  Adjudant Ingenieurs benoemd. Kapitein bij besluit van Z.E. den G.G. no. 1 dd.7.10.1830.
Majoor bij het Korps Sappeurs, bij besluit G.G. no.3 dd.24.7.1837, en tevens Commandant van het eerste Bureau bij de Staf der Genie en tevens Commandant van het Korps Sappeurs, bij besluit G.G. no.21, dd.20.12.1837.

Benoemd tot eerst aanwezend Genie-Officier ter Sumatra's Westkust, bij besluit G.G. nO.12, dd. 10.4.1838. Gepensioneerd bij besluit G.G. no. 4, dd. 11.9.1840.
Onderscheidingen: Ridder M.W.O. 4e klasse bij Z.M. besluit dd.10.3.1831, no. 74. Dit had hij te danken aan zijn bijzonder gedrag tijdens de Java oorlog (1825-1830) volgens de Javase Courant van 28.7.1831. Bovendien was hij gerechtigd tot het dragen van het Java-Kruis.

Door de oorlogsomstandigheden is het niet mogelijk geweest naspeuringen te verrichten in de archieven op Java om gegevens te verkrijgen over het leven van Poth na zijn aankomst in Nederlands - Indië. Vermoedelijk is hij vrij kort na aankomst gehuwd, uit welke verbintenis een dochter Henriette Corolina is gesproten, die op haar beurt huwde met de planter L.G.C.W.·van Winsheym en na zijn overlijden in 1849, hertrouwde met een zekere Kiefer.

Tijdens de bestorming van de Kraton zou Poth - zo wil het verhaal- het op romantische wijze een adellijke Javaanse vrouw geschaakt hebben. Of hij toen al van zijn eerste vrouw af was is niet bekend. Volgens een brief door Poth in 1871 aan de President van de Semarangse Weeskamer geschreven, zouden de eerste twee kinderen, geboren uit hem en Johanna Diederika Sarima, zoals de Christennaam van zijn Javaanse vrouw luidde, niet gewettigd zijn. Hetgeen er op wijst, dat hij eerst later (6 mei 1853 te Djokja) met haar gehuwd is. Zij kregen tien kinderen.
Aangezien Johanna Diedrika reeds in 1856 overleed is over haar verder niets bekend. Zij is begraven ligt in Magelang, Oude Begraafplaats nO.75, tezamen met haar levenloos geboren zoontje. .
Eén merkwaardige eigenschap van haar is nog twee generaties bewaard gebleven, nl. haar mediamieke gave. Deze gave werd geërfd door haar dochter W.C.A. Poth, die haar weer voort deed leven in haar dochter M.J.W. Schmidt.

Poth schijnt geen gemakkelijke baas geweest te zijn, die het moeilijk met zijn superieuren kon vinden. Het is dan ook niet te verwonderen, dat hij reeds in 1840 eervol ontslag neem. Na zijn pension nering is hij waarnemend gezworen landmeter te Djokja tot 1854, verhuist dan naar Magelang en vestigt zich in 1861 te Semarang. .
Hij koopt daar enige huizen en overlijdt er op zeer hoge leeftijd. 29 november 1881.
Zijn graf ligt op de Semarangse Algemene Begraafplaats, afd. A No.582.
 
 
Johanna Diederika Sarima Diponegoro.
Hendrik is met haar getrouwd toen hij met pensioen ging op Java.
Zij is een Javaanse met een Christelijke naam.
 
 Hendrikus Adrianus Poth (58) tr. (2) te Soerabaja [Indonesië] op 3 feb 1838, (Gescheiden van tafel en bed in mei 1838) met Catharina Blad, ovl. te Batavia [Indonesië] op 23 apr 1845. 
 Uit dit huwelijk 2 kinderen: 
  29j. Willem Nicolaas [V][M], geb. te Batavia [Indonesië] op 2 apr 1838. 
  29k. Henriëtte Caroline [V][M], geb. circa 1833, ovl. te Batavia [Indonesië] op 21 apr 1912, tr. met J. Kieffer, ovl. op 15 feb 1904. Uit dit huwelijk 2 kinderen. 
 
Catharina Blad.
Hij mocht als NL officier niet trouwen met een Javaanse (worden als minderwaardig beschouwd). De relatie moest geheim blijven. Voor een gala avond moest hij met vrouw komen en heeft een Groningse vrouw gehaald en haar voorgesteld als zijn vrouw. 3 maanden later ging hij scheiden, alles voor de schijn.
 

Generatie VII

96. Johann Albert Christoph Klusmann[48], ged. te Nenndorf [Duitsland] op 13 mrt 1775, ovl. te Martfeld [Duitsland] op 6 feb 1831, tr. te Martfeld [Duitsland] op 3 okt 1799 met 

97. Anne Gesche Thöle (Tölne)[48], geb. te Martfeld [Duitsland] op 28 apr 1774, Erbin der Hofstelle "Knops", ovl. te Martfeld [Duitsland] op 13 mrt 1848. 
 Uit dit huwelijk 4 kinderen: 
  48a. Heinrich [V][M][24], geb. te Martfeld [Duitsland] op 31 mei 1802, zie 48
  48b. Albert Hendrik (zie ook 49)[V][M], geb. te Martfeld [Duitsland] op 26 mei 1800. 
  48c. Margarethe Adelheid [V][M], geb. te Martfeld [Duitsland] op 9 mei 1808, ovl. te Martfeld [Duitsland] op 4 jun 1858, tr. te Martfeld [Duitsland] op 13 apr 1834 met Hermann Heinrich Meyer, geb. in 1804, ovl. in 1868. Uit dit huwelijk 5 kinderen. 
  48d. Mette Margarethe [V][M], geb. te Martfeld [Duitsland] op 24 aug 1813, ovl. te Martfeld [Duitsland] op 14 dec 1884, tr. te Eltzendorf [Duitsland] op 20 dec 1867 met Johann Heinrich Koröde, geb. in 1810, ovl. in 1890. Uit dit huwelijk een kind. 

98. Willem van Zuijlekom (van Suijlekom)[V][M][49], zn. van Hendrik van Suijlekom (196)[V][M] en Jannetie Schalkwijk[V][M], ged. te Rotterdam op 20 apr 1767 (getuige: Tona Boskoop), otr. te Rotterdam op 27 apr 1794, tr. te Rotterdam op 11 mei 1794 met 

99. Angenita (Angenietje Johan, Angenieta) Bremer[V][M][49], dr. van Johan Casper Bremer (198) en Cornelia Kaas[V][M], ged. te Rotterdam op 25 sep 1768. 
 Uit dit huwelijk een dochter: 
  49a. Jannetje Adriana [V][M][24], ged. te Rotterdam op 23 mei 1802, zie 49

100. Pieter Wiebes de Jong[50], tr. met 

101. Hikke Liewes Lap[V][50], dr. van Liewe Pieters Lap (202). (schipper), geb. circa 1785, winkeliersche, ovl. te Nes op Ameland op 4 mei 1822. 
 Uit dit huwelijk 4 kinderen: 
  50a. Wiebo Pieter [V][M][25], geb. te Nes op Ameland op 1 jun 1808, zie 50
  50b. Grietje [V][M], geb. te Nes op Ameland op 6 apr 1813. 
  50c. Antje [V][M], geb. te Nes op Ameland op 16 jun 1815. 
  50d. Hikke [V][M], geb. te Nes op Ameland op 31 jan 1819. 
 
Hikke Liewes Lap.
Er behoorde onroerend goed tot de nalatenschap.

weduwe van Pieter Wybes de Jong; moeder van minderjarige Wybe, Klaartje, Grietje, Antje en Hikke Pieters de Jong. De diakenen van DG gemeente zijn curators over de wezen.
 

102. Petrus Bernardus (Peeterus Barnardus) Zweers (Sweer)[V][M][51], zn. van Jan Zweers (204)[V][M] en Dora Wilmijna Freers[V][M], geb. te Amsterdam op 30 sep 1781 (getuige: Pieter Eevers), koopman, winkelier, ovl. te Amsterdam op 15 mei 1827, tr. (2) te Amsterdam op 22 okt 1817 met Grietje Suurds , geb. te West-Terschelling 1791 of 1792. Uit dit huwelijk geen kinderen, otr. (1) te Amsterdam op 9 nov 1804 (getuigen: zijn moeder Theodota Willemina Freers en haar voogden Jan Miller en Cornelis Petersen), tr. met 

103. Johanna Geertruida Janse Kraaij[V][M][51], dr. van Hans Janse Kraaij (206)[V] en Dorothea Jurrians[V][M], ged. EL te Amsterdam (Lutherse kerk) op 27 jun 1783 (getuigen: Cornelis Jurrians en Geertruij Rijs), ovl. te Amsterdam op 17 jan 1816. 
 Uit dit huwelijk 4 kinderen: 
  51a. Doora Willemina Sweers[V][M], ged. te Amsterdam (Zuiderkerk) op 23 aug 1805 (getuige: Gerrit Griesheijmer), ovl. te Amsterdam op 6 jun 1844. 
  51b. Dirk [V][M], geb. te Amsterdam op 9 dec 1806, ged. te Amsterdam (Zuiderkerk) op 14 dec 1806 (getuigen: Dirk Zweers Jansz en Harmina Geertruij Overbeekink). 
  51c. Petrus Johannes [V][M], ged. te Amsterdam (Nieuwe Kerk) op 12 okt 1808 (getuigen: Petrus Johannes Welgeveeren en Barendiena Zweers). 
  51d. Anna Margaretha Sweers[V][M][25], geb. te Amsterdam op 28 aug 1810, ovl. te Amsterdam op 22 feb 1853, zie 51

116. Koning Willem I van Oranje[58], geb. te Den Haag op 24 aug 1771, ged. te Den Haag op 17 sep 1772, ovl. te Berlin [Duitsland] op 12 dec 1843, begr. te Delft op 2 jan 1844, relatie met 

117. Dirkje Blaauw[V][M][58], dr. van Jan Janzen Blauw (234) en Annigje de Roy, ged. te Leeuwarden op 3 mrt 1771, tr. (2) met Rokus ten Winkel, ged. op 18 apr 1789. Uit dit huwelijk 2 kinderen. 
 Uit deze relatie een zoon: 
  58a. Hendrikus Adrianus Poth[V][M][29], geb. te Vreeswijk op 19 apr 1793, ovl. te Semarang (Java) [Indonesië] op 29 nov 1881, zie 58
 Dirkje Blaauw (117) otr. (1) te Utrecht op 20 mei 1792, tr. te de Bilt op 3 jun 1792 met Hendrik Poth, zn. van Jacobus Hendriks Poth en Annigje Franke van Oostrum, ged. te Vreeswijk op 27 mrt 1746, veerschipper, pinnenmaker, ovl. op 2 sep 1807 (Hendrik otr. (2) op 28 apr 1769, tr. te Utrecht op 15 mei 1769 met Gijsbarta (Gijsberta) Vrolijk, geb. te Utrecht circa 1750, begr. te Vreeswijk op 27 jan 1792. Uit dit huwelijk een zoon). 
 Uit dit huwelijk 10 kinderen, waaronder: 
  58b. Annigje Dirkje [V][M], geb. op 25 mrt 1795, ovl. op 20 apr 1799. 
  58c. Gijsbert [V][M], geb. op 18 dec 1796, ovl. op 26 dec 1799. 
  58d. Grada Johanna Trijntje [V][M], geb. op 11 jan 1801, ovl. op 3 mrt 1801. 
  58e. Klaas Gijsbert Jan [V][M], geb. op 25 jul 1802. 

118.  prins Pangeran Diponegoro6 (Bendoro Raden Masa Ontowiryo, Dipo Negoro, Dipånegårå, Bandara Radin Mas Mustahar, Bandara Radin Mas Antavirya, na 1812 Bandara Pangera) (Raden Mas Ontiwiryo)[V][M][59], zn. van Sultan Rodje Hamengku Buwono III (236)[V][M] (3e sultan Raja van Jogyakarta) en pangeran Bendoro Raden Ayu Mangkorowati, geb. te Jogjakarta [Indonesië] op 11 nov 1785, ovl. te Ujungpandang [Indonesië] (te Makasser [Indonesië]) in fort Rotterdam op 8 jan 1855, begr. te Java Makassar [Indonesië], tr. in 1810 met Raden Ayu Retnaningsih6, concubine van Prins Diponegoro. Uit dit huwelijk geen kinderen. 
 Hij krijgt een dochter: 
  59a. Johanna Diederika Sarima [V][29], geb. te Mataram [Indonesië] op 4 okt 1810, ovl. te Djokja [Indonesië] op 2 feb 1856, zie 59
 
prins Pangeran Diponegoro (Raden Mas Ontiwiryo).
Diponegoro was de oudste zoon van Sultan Jogya, Sultan HB III of Sultan Raja van een concubine. Zo is hij de kleinzoon van Sultan HB II (Sultan Sepuh) en achterkleinzoon van Sultan HB I (Sultan van Swargi). Zijn moeder zou R.A. Mangkarawati heten, die volgens Peter Carey nog steeds vervaagd is. Er wordt gezegd dat de prinses uit Majasta in Pajang gebied is, in de buurt van het heilige graf van Tembayat (Carey, 1991:2). .
In een ander manuscript zegt Carrey dat hij een afstammeling is van Ki Ageng Prampelan van Pajang (Carey, 1974:74). Sagimun MD. meldde dat ze uit Pacitan komt, de dochter van een regentes die naar verluidt nog steeds van Madura-afkomst is (Sagimun, 1986:36). R. Tanojo in Sadjarah Pangeran Dipanagara Darah Madura zei dat Madura bloed dat naar Diponegoro stroomt niet van moederskant is, maar dus van vaderskant. Volgens de genealogie was Diponegoro's grootmoeder, koningin Kedaton (keizerin HB II) de zesde generatie van prins Cakraningrat van Tunjung Madura (Tanojo, t.t:4). .
Diponegoro's echte naam is Raden Mas Mustahar. Hij werd geboren in Jogyakarta Palace op vrijdag 7 november 1785 als oudste zoon van Sultan HB III (Carey, 1991:1). 1) In 1805 veranderde Sultan HB II zijn naam in Raden Mas Ontowiryo. Diponegoro's naam en de titel van nieuwe prins werden gedragen sinds 1812 toen zijn vader de troon besteeg.

Gedurende zijn hele leven waren er acht vrouwen getrouwd met prins Diponegoro. Het eerste huwelijk vond plaats in 1803 met Raden Ayu (RA) Retna Madubrongto,dochter van Kyahi Gedhe Dadapan, uit Dadapan dorp, Tempel sub-district, vlakbij de grens van Kedu en Jogyakarta. Tweede, op 27 februari 1807 met Raden Ajeng Supadmi (R.A. Retnakusuma),dochter van Raden Tumenggung Natawijaya III, Regent van Panolan, Jipang. Derde, in 1808 met R.A. Retnodewati. Zowel Madubrongto als Retnodewati stierven toen Diponegoro nog in Tegalrejo was. Twee jaar later, begin 1810, reisde prins Diponegoro naar het oosten en trouwde voor de vierde met Raden Ayu Citrowati, de dochter van Raden Tumenggung Ronggo Parwirosentiko met een van de vrouwen van de concubine. Kort na de geboorte van haar zoon Raden stierf Ayu Citrowati bij een rel in Madiun. De pasgeboren baby werd vervolgens gebracht door Ki Tembi, een vriend van prins Diponegoro. Door Prins Diponegoro werd de baby overgedragen aan Ki Tembi voor pleegzorg. En gezien de naam singlon wat betekent is een pseudoniem, zodat de baby beroemd is onder de naam Raden Mas Singlon.

Keelima's vrouw,getrouwd op 28 september 1814, R.A. Maduretno, dochter van Raden Rangga Prawiradirjo III met Ratu Maduretno (dochter van HB II),werd een halfbroer met Sentot Prawirodirjo, maar van een andere moeder. .

Toen Diponegoro werd gekroond tot Sultan Abdulhamid, werd ze op 18 februari 1828 benoemd tot keizerin met de titel Kanjeng Ratu Kedaton.l. Ten zesde trouwde Diponegoro in januari 1828 met R.A. Retnaningrum,dochter van prins Penengah of Dipawiyana II. Zevende, R.A. Retnaningsih,dochter van Raden Tumenggung Sumoprawiro, regent van Jipang Kepadhangan, en achtste, R.A. Retnakumala,dochter van Kyahi Guru Kasongan (Babad, P. XIX, geb. 21-26; Zie ook Carey, 2007:767-769)." 6).

.
ls je zwak, levensmoe en lusteloos bent alsof je de geest verliest om te leven, leer dan van deze grote figuur. Hij is de avatar van de Javaanse samenleving. Helden die ervoor kiezen om te concurreren in termen van macht en moed vechten om waarheid, zelfrespect en waardigheid te handhaven. .
Het leven is inderdaad om te vechten, niet om lijden te overwegen en te bezwijken voor het lot!.
Dor... Dor... Dor... Hoorde de explosie van wapens drie keer van buiten de muur. Ja, het is een teken dat de oorlog begint. .
De noord-, oost- en zuidzijde zijn belegerd door zwaarbewapende Nederlandse Kumpeni-troepen. De krijgers die aan de westkant wonen hebben hard gevochten. Slachtoffers vielen aan beide kanten. Onder leiding van Joyomustopo en Joyoprawiro werd het leger teruggedrongen. Macht is heel anders. Wong Jowo's krijgers vertrouwden op hun vechtvaardigheden met behulp van traditionele speren en keriswapens, het Nederlandse Kumpeni-leger gebruikte Kareben lange-loop vuurwapens.

Toen hij de Javaanse krijgers onder druk zag staan, verscheen plotseling een man in een gewaad met een witte tulband om zijn hoofd gewikkeld, rustig matek ajian die hij had. Blar... Een krachtige langeafstandsslag brak door de westelijke muur van het kasteel van ongeveer een meter dik. Rijdend op een wit paard, beval hij de overgebleven krijgers om uit de buurt van het westen te blijven. Een moeilijke beslissing voor de veiligheid van het leger en zijn familie. "De echte oorlog staat op het punt te beginnen" zei hij.

Dat was de situatie op 20 juni 1825 in Yogyakarta toen Nederlandse troepen kasteel Tegalrejo aanvielen. Het was het begin van de oorlog bekend als diponegoro oorlog (1825 - 1830).

In die tijd werd het Mataram-koninkrijk Yogyakarta gehouden door Patih Danurejo, samen met de Reserse van de Nederlandse koloniale regering. De aanval op Puri was in de nasleep van de Nederlandse beschuldiging dat prins Diponegoro in opstand zou komen. Dat was nadat de Nederlanders een weg hadden aangelegd die Yogyakarta en Magelang met elkaar verbond door het kasteel van zijn thuiserf.

De Nederlandse beredeneerde prins Diponegoro rebelleerde om zijn woning te belegeren. Met zijn magie konden prins Diponegoro en zijn familie en troepen zichzelf redden op weg naar het westen naar Dekso Village in Kulonprogo regency, en gingen verder naar het zuiden totdat ze aankwamen bij Selarong Cave, dat vijf kilometer ten westen van Bantul City ligt.

De Nederlanders die prins Diponegoro niet wisten te vangen, hebben eindelijk zijn woede uitgevonden door het kasteel van de prins af te branden....

Prins Diponegoro, de magische man mandraguna heeft de bijnaam Bendoro Raden Mas Ontowiryo, geboren in Yogyakarta op 11 november 1785. In tegenstelling tot de kinderen van de adel, werd zijn jeugd doorgebracht in een prachtig dorp, in het dorp Tegalrejo ten westen van het Mataram-paleis. Van kinds af aan verzamelde hij zich met gewone mensen en leefde zijn religiositeit met kawulo alit.

Daarom was prins Diponegoro in zijn leven vol strijd meer geïnteresseerd in religieus leven en gelijkheid met het volk, dan in de rijkdom, tronen en vrouwen zoals gebruikelijk is bij de koninklijke familie. Hoewel hij niet in Keraton woonde, leerde zijn vader dat Raden Mas Ontowiryo een sterke leiderschapsgeest had. Bovendien, hij gentur ascetisch, het verwerken van de geest zodat zijn leven jejeg en jejer, recht met de lijn Sangkan Paraning Dumadi.

Zijn vader, Sultan HamengkuBuwono III, besloot hem uiteindelijk te benoemen tot koning van het sultanaat Ngayogyakarta Hadiningrat. Maar wat was de reactie van de prins? "Ik weiger. Laat de anderen gewoon bopo" zei hij met een kalme neus. Ja, Diponegoro weigerde omdat hij vond dat zijn moeder niet de keizerin was en alleen de concubine van de koning. Haar moeder was Raden Ayu Mangkorowati, een dochter van de regent van Pacitan.

De situatie van de Nederlandse kolonisatie in die tijd was vervelend. Sinds de jaren 1820 bemoeien Nederlandse bedrijven zich met koninkrijken in de archipel, niet in de laatste plaats Mataram, Yogyakarta. De regels van discipline werden gemaakt door de Nederlandse overheid die de waardigheid van de koningen van Java sterk aantaste. De edelen werden tegen elkaar opgezet. Veel koninklijke gronden werden ingenomen voor plantages van Nederlandse zakenlieden. Voor mensen die de wegen gebruiken voor handelsvervoer wordt een hoge belasting in rekening gebracht.

Prins Diponegoro's geduld voor de stilte eindigde uiteindelijk toen de Nederlanders de processie uitvoerden in de rijstvelden van het volk, vooral door het begraafplaatscomplex van de voormalige voorouders van de koningen van Java. In die tijd was de koning Sri Sultan Hamengkubuwono V die werd gekroond toen hij nog maar 3 jaar oud was.

Het sultanaat was destijds machteloos, omdat bleek dat de werkelijke macht gesluierd was en samenspande met de koloniale regering. Prins Diponegoro bedacht eindelijk een plan om de wilde bezetting te bestrijden. Hij nodigde Kyai Mojo uit, een islamitische geestelijke en zijn spirituele leraar die ook zijn oom is. Kyai Mojo heeft vele volgelingen en gerespecteerd, waaronder Tumenggung Zees Pajang Mataram, Tumenggung Reksonegoro en anderen.

Kharisma Diponegoro is een sterke aantrekkingskracht voor jongeren. Onder de pemoda die klaar zijn om borstschilden te zijn, is Sentot Prawirodirdjo. Sentot is een dappere jongeman. Zijn vader, Ronggo Prawirodirjo, was de zwager van Sultan HamengkuBuwono IV. Sentots vader voerde ooit een opstand tegen de Nederlanders, maar werd gedood door generaal Daendles van Gubernue. Met de dood van zijn vader vond Sentot Prawirodirdjo dat hij wraak moest nemen.

Nadat Tegalrejo op 20 juni 1825 op de vijand viel, bouwde prins Diponegoro een verdedigingscentrum in de Selarong-grot met een guerrillaoorlogsstrategie. De Nederlanders werden overweldigd door de moeilijkheid om de kleine troepen te vernietigen die slechts af en toe aanvielen en daarna snel verdwenen. Wapens die worden gebruikt voor guerrilla zijn zeer divers, variërend van wapens van oorlogssperen, kris, zwaarden, pijlen, "bandil" (een soort hamer gemaakt van ijzer), "patrem" (wapens van vrouwelijke soldaten), tot "candrasa" (scherpe wapens die eruit zien als konde spiesjes) veelgebruikte "telik sandi" (spion) vrouwen.

Twee heilige wapens tijdens de Diponegoro-oorlog waren een kris met een curve van 21 genaamd Kyai Omyang, gemaakt door een empu die leefde tijdens het Majapahit-koninkrijk en een zwaard uit het Demak-koninkrijk. Beide wapens hebben een grote krachtenergie. Maar helaas bestaat de kris van prins Diponegoro dus niet in Indonesië en wordt hij nog steeds in Nederland opgeslagen.
In het grottengebied bezette de prins een westelijke grot genaamd Kakung Cave, die ook zijn hermitage werd. Raden Ayu Retnaningsih (de meest loyale concubine die de prins vergezelt nadat zijn twee vrouwen stierven) en zijn metgezellen bezetten Goa Putri in het oosten.

In Goa putri werd een aantal huishoudelijke gereedschappen gevonden gemaakt van messing bestaande uit betel en "kakkerlak" plaats (plaats om te spugen), plaats "canting" (gereedschap voor batik), theepot "bingsing", bokor tot verschillende vormen van "kacip" (pinang splijtgereedschap voor betelvoeding).

Diponegoro-oorlog die door de Nederlanders Javaoorlog werd genoemd, duurde tot 1830. In deze oorlog waren de verliezen in Nederland maar liefst 15.000 soldaten en gaven ze tot 20 miljoen gulden uit. Sommige verzetsmensen werden door de Nederlanders ervan overtuigd dat ze bereid waren de oorlog te stoppen. Sinds 1829 is de weerstand verminderd, maar het gaat door. .
Nederland kondigde aan dat het een prijs van 50.000 gouden zou geven aan iedereen die Diponegoro kan vangen.

Diponegoro's leger en kracht verzwakten, maar hij gaf niet op. Omdat de Nederlanders er niet in slaagden prins Diponegoro te veroveren, voerden de Nederlanders een sluwe manier uit door prins Diponegoro uit te nodigen om op 28 maart 1830 in Magelang te onderhandelen. Dat was het einde van de oorlogsstrijd van de Avatar vanuit Java. Diponegoro werd gearresteerd en verbannen naar Menado, waarna hij werd overgeplaatst naar Ujungpandang/Makasar.

De Diponegoro-oorlog werd geregistreerd als het nemen van een ongewoon grote tol. Aan Nederlandse zijde maar liefst 8.000 soldaten, 7.000 inheemse soldaten en 200.000 Javanen, wat destijds resulteerde in de krimp van de Javaanse bevolking.

Ondertussen werd Sentot Prawirodirdjo met succes overgehaald door de Nederlanders en legde zijn wapens neer op 17 oktober 1829, en hij werd door de Nederlanders naar Zuid-Sumatra gestuurd om de overloop van de geleerden in de Paderi-oorlog te bestrijden, waarna hij op 17 april 1855 op 48-jarige leeftijd in Bengkulu stierf.
Prins Diponegoro overleed op 8 januari 1855 in fort Rotterdam Ujungpandang en werd daar begraven. Als we nu het graf in Jalan Pangeran Diponegoro Malay Village, Wajo, Makasar bezoeken, zullen we de borst aaien. Het graf van deze nationale held wordt niet onderhouden en behoort tot de winkelpanden die steeds meer op de voortij komen. De winkelpanden op straat sloten bijna het graf. Alleen een rood-witte vlag kan het graf markeren.

Het onderhoud van het graf is ook niet optimaal. 3 arbeiders die dit graf bewaken krijgen slechts Rp 15 duizend per week. Makassar Municipality besteedt Rp 200.000 per maand voor maandelijkse hulp. Deze hulp bestaat pas sinds 2005.
 



Generatie VIII

196. Hendrik (Hijndrik, Henderik) van Suijlekom (Zuilikem, Zuilichem, Zuylekom)[V][M][98], zn. van Jan Heijmense van Suijlekom (392)[V][M] en Adriaantje van Gammeren[V][M], ged. te Wijk op 27 mrt 1729, ovl. te Rotterdam op 21 jan 1779, otr. te Rotterdam op 12 nov 1752, tr. te Rotterdam op 5 dec 1752 met 

197.  Jannetie Schalkwijk[V][M][98], dr. van Jan Hendriks Schalkwijk (394)[V] en Jaapje Jans Bennis, ged. te Moordrecht op 3 aug 17277 (getuige: Elisabeth Hendriks Schalkwijk), ovl. te Rotterdam op 25 nov 1797, begr. te Rotterdam op 30 nov 1797, tr. (2) te Rotterdam op 22 dec 1783 met Pieter Patroon, geb. te Sliedrecht. Uit dit huwelijk geen kinderen. 
 Uit dit huwelijk 4 zonen: 
  98a. Willem van Zuijlekom[V][M][49], ged. te Rotterdam op 20 apr 1767, zie 98
  98b. Jacob [V][M], ged. te Rotterdam op 5 sep 1758 (getuige: Cornelia Prins). 
  98c. Heijme [V][M], ged. te Rotterdam op 29 mrt 1761 (getuigen: Tona Boskoop en Cornelia Prins), ovl. voor jul 1764. 
  98d. Heijme [V][M], ged. te Rotterdam op 10 jul 1764 (getuige: Tona Boskoop). 

198. Johan Casper Bremer (Johannis Kasper Breemer)[99], geb. te 't Graafschap Mark [Duitsland], ovl. te Rotterdam op 29 dec 1772, otr. te Rotterdam op 3 jul 1768, tr. te Rotterdam op 19 jul 1768 met 

199. Cornelia Kaas[V][M][99], dr. van Reijnier Kaas (398)[V][M] en Judith de Haas, ged. te Rotterdam op 10 mrt 1748 (getuigen: Kornelis Hoeffakker, Tanneke van den Broek en Cornelia Dekhuijs), ovl. te Rotterdam op 8 feb 1832, otr. (2) te Rotterdam op 1 okt 1775, tr. te Rotterdam op 17 okt 1775 met Gerrit Hiebrink, geb. te Lochem. Uit dit huwelijk 3 kinderen. 
 Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder: 
  99a. Angenita (Angenietje Johan) [V][M][49], ged. te Rotterdam op 25 sep 1768, zie 99
  99b. Judick Breemer[V][M], ged. te Rotterdam op 9 aug 1772 (getuige: Cornelia Schilders). 

202. Liewe Pieters Lap[101], geb. waarschijnlijk te Nes op Ameland, schipper. 
 Hij krijgt een dochter: 
  101a. Hikke Liewes [V][50], geb. circa 1785, ovl. te Nes op Ameland op 4 mei 1822, zie 101
 
Liewe Pieters Lap.
Schip: De Prins van Beijeren.
Route: Lissabon / Amsterdam.
Vertrekdatum: 10-11-1768.
Aankomstdatum: 27-11-1768.
 

204. Jan Zweers[V][M][102], zn. van Derk Zweers (408)[V][M] en Maria Bedeker, ged. te Hardenberg op 9 sep 1749, ovl. te Amsterdam op 8 mrt 1787, otr. te Amsterdam op 9 mei 1777, tr. met 

205. Dora Wilmijna (Theodora Willemina, Todoora Willemijna Friers) Freers[V][M][102], dr. van Jan Freers (410)[V][M] en Aaltje ten Dam[V][M], ged. te Aalten op 12 apr 1750, ovl. te Amsterdam op 22 mrt 1825, otr. (2) te Amsterdam op 7 jun 1793, tr. met Gerrit Griesheimer. Uit dit huwelijk geen kinderen. 
 Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder: 
  102a. Petrus Bernardus [V][M][51], geb. te Amsterdam op 30 sep 1781, ovl. te Amsterdam op 15 mei 1827, zie 102
 

 

Jan Zweers[V][M][102], zie 204 en Dora Wilmijna Freers[V][M][102], zie 205
getrouwd onde de naam Jan Sweers.

206. Hans Janse Kraaij (Hans Jansen Kraij)[V][103], zn. van Jan Kraaij (412). geb. te Luijt en Holstein [Duitsland] 1748 of 1749, otr. te Amsterdam op 30 mei 1782 (getuigen: Jacob Boudijk, zijn schoonmoeder en haar moeder Truijtje (Geertruij) Rijs[207] (415), zijn bekende Jacob Bondeck en haar moeder Geertruij Rijs), tr. met 

207. Dorothea Jurrians (Jurriaans, Jurriaansz)[V][M][103], dr. van Cornelis Juriansz (414)[V] (stuurman op het schip De Triton in 1773) en Truijtje (Geertruij) Rijs, ged. te Amsterdam (Lutherse kerk) op 18 jul 1762 (getuigen: Jacob Boudijk, Sofia Rijs, Jacob Boudeck en Sophia Rijs), ovl. te Amsterdam op 13 jan 1795. 
 Uit dit huwelijk 5 kinderen: 
  103a. Johanna Geertruida Janse [V][M][51], ged. EL te Amsterdam (Lutherse kerk) op 27 jun 1783, ovl. te Amsterdam op 17 jan 1816, zie 103
  103b. Helena Kraij[V][M], ged. LU te Amsterdam (Lutherse kerk) op 23 sep 1785 (getuigen: Cornelis Jansen Kraij en Helena Jurrians). 
  103c. Cornelis [V][M], ged. LU te Amsterdam (Lutherse kerk) op 21 okt 1787 (getuigen: Cornelis Jansen Kraaij en Helena Jurriaansz), ovl. te Amsterdam voor apr 1791. 
  103d. Cornelis [V][M], ged. EL te Amsterdam (Lutherse kerk) op 6 apr 1791 (getuige: Helena Jurriaansz). 
  103e. Dorothea Kraij[V][M], ged. EL te Amsterdam (Lutherse kerk) op 11 jan 1793 (getuigen: Cornelis Jansz Kraij en Helena Jurriansz). 

234. Jan Janzen Blauw[117], geb. circa 1745, tr. voor 1769 met 

235. Annigje (Janningje, Jannigje) de Roy[117]
 Uit dit huwelijk 2 kinderen: 
  117a. Dirkje Blaauw[V][M][58], ged. te Leeuwarden op 3 mrt 1771, zie 117
  117b. Cornelis [V][M], ged. te Leeuwarden op 21 mei 1769. 

236. Sultan Rodje Hamengku (Hamengkoeboewono III) (Rodje) Buwono III (Raden Mas Surojo)[V][M][118], zn. van Sultan Rahman Hamengku Buwono II van Kajeng (472)[V][M] en Bandara Radin Ayu Adipati Sepu, geb. te kraton van Soerakarta [Indonesië] op 20 feb 1769, ged. https://id.rodovid.org/wk/Orang:26192, 3e sultan Raja van Jogyakarta, ovl. te kraton van Soerakarta [Indonesië] op 3 nov 1814, tr. met 

237. pangeran Bendoro Raden Ayu Mangkorowati (Mangkoe Boemi)[118], geb. in 1770, ovl. op 7 okt 1852. 
 Uit dit huwelijk een zoon: 
  118a. prins Pangeran Diponegoro (Raden Mas Ontiwiryo)[V][M][59], geb. te Jogjakarta [Indonesië] op 11 nov 1785, ovl. te Ujungpandang [Indonesië] op 8 jan 1855, zie 118
 
Sultan Rodje Hamengku Buwono III.
Op 20 juni 1825 in Yogyakarta vielen Nederlandse troepen kasteel Tegalrejo aan. Het was het begin van de oorlog bekend als diponegoro oorlog (1825 - 1830).
In die tijd werd het Mataram-koninkrijk Yogyakarta gehouden door Patih Danurejo, samen met de Reserse van de Nederlandse koloniale regering. De aanval op Puri was in de nasleep van de Nederlandse beschuldiging dat prins Diponegoro in opstand zou komen. Dat was nadat de Nederlanders een weg hadden aangelegd die Yogyakarta en Magelang met elkaar verbond door het kasteel van zijn thuiserf.

De Nederlandse beredeneerde prins Diponegoro rebelleerde om zijn woning te belegeren. Met zijn magie konden prins Diponegoro en zijn familie en troepen zichzelf redden op weg naar het westen naar Dekso Village in kulonprogo regency, en gingen verder naar het zuiden totdat ze aankwamen bij Selarong Cave, dat vijf kilometer ten westen van Bantul City ligt.
De Nederlanders die prins Diponegoro niet wisten te vangen, hebben eindelijk zijn woede uitgevonden door het kasteel van de prins af te branden....

Prins Diponegoro, de magische man mandraguna heeft de bijnaam Bendoro Raden Mas Ontowiryo, geboren in Yogyakarta op 11 november 1785. In tegenstelling tot de kinderen van de adel, werd zijn jeugd doorgebracht in een prachtig dorp, in het dorp Tegalrejo ten westen van het Mataram-paleis. Van kinds af aan verzamelde hij zich met gewone mensen en leefde zijn religiositeit met kawulo alit.

Daarom was prins Diponegoro in zijn leven vol strijd meer geïnteresseerd in religieus leven en gelijkheid met het volk, dan in de rijkdom, tronen en vrouwen zoals gebruikelijk is bij de koninklijke familie. Hoewel hij niet in Keraton woonde, leerde zijn vader dat Raden Mas Ontowiryo een sterke leiderschapsgeest had. Bovendien, hij gentur ascetisch, het verwerken van de geest zodat zijn leven jejeg en jejer, recht met de lijn Sangkan Paraning Dumadi.

Zijn vader, Sultan HamengkuBuwono III, besloot hem uiteindelijk te benoemen tot koning van het sultanaat Ngayogyakarta Hadiningrat. Maar wat was de reactie van de prins? "Ik weiger. Laat de anderen gewoon bopo" zei hij met een kalme neus. Ja, Diponegoro weigerde omdat hij vond dat zijn moeder niet de keizerin was en alleen de concubine van de koning. Haar moeder was Raden Ayu Mangkorowati, een dochter van de regent van Pacitan.

De situatie van de Nederlandse koloniale kolonisatie in die tijd was vervelend. Sinds de jaren 1820 bemoeien Nederlandse bedrijven zich met koninkrijken in de archipel, niet in de laatste plaats Mataram, Yogyakarta. De regels van discipline werden gemaakt door de Nederlandse overheid die de waardigheid van de koningen van Java sterk aantakte. De edelen werden tegen elkaar opgezet. Veel koninklijke gronden werden ingenomen voor plantages van Nederlandse zakenlieden. Voor mensen die de weg gebruiken voor handelsvervoer wordt een hoge belasting in rekening gebracht.

Prins Diponegoro's geduld voor de stilte eindigde uiteindelijk toen de Nederlanders de processie uitvoerden in de rijstvelden van het volk, vooral door het begraafplaatscomplex van de voormalige voorouders van de koningen van Java. In die tijd was de koning Sri Sultan Hamengkubuwono V die werd gekroond toen hij nog maar 3 jaar oud was.

Het sultanaat was destijds machteloos, omdat bleek dat de werkelijke macht gesluierd was en samenspande met de koloniale regering. Prins Diponegoro bedacht eindelijk een plan om de wilde bezetting te bestrijden. Hij nodigde Kyai Mojo uit, een islamitische geestelijke en zijn spirituele leraar die ook zijn oom is. Kyai Mojo heeft vele volgelingen en gerespecteerd, waaronder Tumenggung Zees Pajang Mataram, Tumenggung Reksonegoro en anderen.

Kharisma Diponegoro is een sterke aantrekkingskracht voor jongeren. Onder de pemoda die klaar zijn om borstschilden te zijn, is Sentot Prawirodirdjo. Sentot is een dappere jongeman. Zijn vader, Ronggo Prawirodirjo, was de zwager van Sultan HamengkuBuwono IV. Sentots vader voerde ooit een opstand tegen de Nederlanders, maar werd gedood door generaal Daendles van Gubernue. Met de dood van zijn vader vond Sentot Prawirodirdjo dat hij wraak moest nemen.

Nadat Tegalrejo op 20 juni 1825 op de vijand viel, bouwde prins Diponegoro een verdedigingscentrum in de Selarong-grot met een guerrillaoorlogsstrategie. De Nederlanders werden overweldigd door de moeilijkheid om de kleine troepen te vernietigen die slechts af en toe aanvielen en daarna snel verdwenen. Wapens die worden gebruikt voor guerrilla zijn zeer divers, variërend van wapens van oorlogssperen, kris, zwaarden, pijlen, "bandil" (een soort hamer gemaakt van ijzer), "patrem" (wapens van vrouwelijke soldaten), tot "candrasa" (scherpe wapens die eruit zien als konde spiesjes) veelgebruikte "telik sandi" (spion) vrouwen.

Twee heilige wapens tijdens de Diponegoro-oorlog waren een kris met een curve van 21 genaamd Kyai Omyang, gemaakt door een empu die leefde tijdens het Majapahit-koninkrijk en een zwaard uit het demak-koninkrijk. Beide wapens hebben een grote krachtenergie. Maar helaas bestaat de kris van prins Diponegoro dus niet in Indonesië en wordt hij nog steeds in Nederland opgeslagen.

CHRONOLOGIE VAN DE GESCHIEDENIS VAN DE OORLOG VAN DIPONEGORO.
Op 16 FEBRUARI 1830 ontmoette kolonel Cleerens prins Diponegoro in Remo Kamal, Bagelan, Purworejo, om hem uit te nodigen om te onderhandelen in Magelang. Dit voorstel werd goedgekeurd door de prins.
Op 28 MAART 1830 ontmoette prins Diponegoro met zijn leger luitenant-gouverneur-generaal Markus de Kock. Tijdens de bijeenkomst dwong De Kock de prins de oorlog te stoppen. Het verzoek werd afgewezen door de prins. Maar de Nederlanders hadden via kolonel Du Perron een hinderlaag zorgvuldig voorbereid. De prins en zijn hele leger werden neergehaald. Die dag werd de prins verbannen naar Ungaran en vervolgens naar het Semarang Karesidenan-gebouw gebracht.
5 APRIL 1830 werd door Pollux naar Batavia gebracht.
Op 11 APRIL 1830, bij zijn aankomst in Batavia, werd hij opgesloten in Stadhuis (nu Fatahillah Museumgebouw).
Op 30 APRIL 1830 veroordeelde gouverneur-generaal Van den Bosch prins Diponegoro, Retnaningsih, Tumenggung Diposono en zijn vrouw, evenals andere volgelingen zoals Mertoleksono, Banteng Wereng en Nyai Sotaruno tot Manado.
Op 3 mei 1830 werd de entourage van de Prins door Pollux uitgezonden en gevangen genomen te Amsterdam. Nederlanders die vinden dat de Prins nog steeds een bedreiging is, omdat op deze plek nog steeds met het volk kan communiceren.
1834 werden afzonderlijk verbannen. Prince en Retnaningsih werden verbannen naar Makassar, Zuid-Sulawesi, en onder nauwlettend toezicht vastgehouden in fort Roterdam. In dit fort is de prins niet langer vrij om te bewegen. Prins Diponegoro bracht zijn dagen door met Retnaningsih en ademde eindelijk zijn laatste adem uit op 8 januari 1855. Zijn lichaam werd begraven naast het graf van Retnaningsih.

Diponegoro was de oudste zoon van Hamengkubuwana III, een Mataram koning in Yogyakarta. Geboren op 11 november 1785 in Yogyakarta als zoon van een garwa ampeyan (concubine) genaamd R.A. Mangkarawati, een garwa ampeyan (niet-keizerin vrouw) uit Pacitan. Prins Diponegoro werd bendoro Raden Mas Ontowiryo genoemd. Diponegoro realiseerde zich zijn positie als zoon van een concubine en verwierp de wens van zijn vader, sultan Hamengkubuwana III, om hem koning te maken. Ze weigerde zich te herinneren dat haar moeder niet de keizerin was. Hij heeft 3 vrouwen: Bendara Raden Ayu Antawirya, Raden Ayu Ratnaningsih en Raden Ayu Ratnaningrum.

Diponegoro was meer geïnteresseerd in het religieuze en populistische leven, dus woonde hij liever in Tegalrejo, waar zijn betovergrootmoeder, de keizerin van HB I Ratu Ageng Tegalrejo, meer woonde dan in het paleis. Zijn opstand tegen het paleis begon sinds de leiding van Hamengkubuwana V (1822) waar Diponegoro een van de leden werd van het trust dat Hamengkubuwana V vergezelde die slechts 3 jaar oud was, terwijl het dagelijkse bestuur werd gehouden door Patih Danurejo samen met de Nederlandse resident. Een dergelijke manier van voogdij is niet goedgekeurd door Diponegoro.
Geschiedenis van de strijd.

Diponegoro-oorlog begon toen de Nederlanders een staak installeerden op land dat eigendom was van Diponegoro in het dorp Tegalrejo. In die tijd was hij het Nederlandse gedrag beu dat de lokale gebruiken niet respecteerde en de mensen met belastingheffingen enorm uitbuitte.
Diponegoro's houding ten opzichte van de Nederlanders kreeg openlijk de sympathie en steun van het volk. Op aanraden van prins Mangkubumi verliet zijn oom Diponegoro Tegalrejo en zette een basis op in een grot genaamd Selarong Cave. In die tijd verklaarde Diponegoro dat zijn verzet een sabil-oorlog was, een verzet tegen de ongelovigen. De geest van "sabil oorlog" die diponegoro blazed bracht brede invloed op het gebied van Pacitan en Kedu. Een van de religieuze leiders in Surakarta, Kyai Maja, sloot zich aan bij diponegoro-troepen in de Selarong-grot.

Tijdens deze oorlog verloren de Nederlanders maar liefst 15.000 soldaten en 20 miljoen gulden.
De Nederlanders bleven op verschillende manieren achtervolgd worden om Diponegoro te veroveren. Zelfs de concurrentie wordt gebruikt. De prijs van 50.000 Gulden wordt uitgereikt aan iedereen die Diponegoro kan veroveren. Totdat diponegoro uiteindelijk in 1830 werd gevangengenomen.
Arrestatie en ballingschap.
* 16 februari 1830 Prins Diponegoro en Kolonel Cleerens ontmoetten elkaar in Remo Kamal, Bagelen, Purworejo. Cleerens stelde voor dat Kanjeng Pangeran en zijn volgelingen in Menoreh zouden blijven in afwachting van de komst van luitenant-gouverneur-generaal Markus de Kock van Batavia.
* 28 maart 1830 Ontmoette Diponegoro generaal de Kock in Magelang. De Kock drong aan op onderhandelingen en drong er bij Nederland op aan de oorlog te stoppen. Het verzoek werd afgewezen door Diponegoro. Maar de Nederlanders hadden een hinderlaag zorgvuldig voorbereid. Later die dag werd Diponegoro gearresteerd en verbannen naar Ungaran, vervolgens naar het Semarang Karesidenan-gebouw gebracht en op 5 april rechtstreeks naar Batavia door Pollux.
* 11 april 1830 arriveerde in Batavia en werd gevangen genomen in Stadhuis (nu fatahillah museumgebouw). In afwachting van een schikkingsbesluit van gouverneur-generaal Van den Bosch.
* Op 30 april 1830 kwam het besluit uit. Prins Diponegoro, Raden Ayu Retnaningsih, Tumenggung Diposono en zijn vrouw, evenals andere volgelingen zoals Mertoleksono, Banteng Wereng en Nyai Sotaruno zullen worden verbannen naar Manado.
* 3 mei 1830 Diponegoro en zijn entourage werden per polluxschip naar Manado gestuurd en in Amsterdam gevangen genomen.
* 1834 werd verplaatst naar fort Rotterdam in Makassar, Zuid-Sulawesi.
* 8 januari 1855 Diponegoro stierf en werd begraven in het dorp Java Makassar.
GRAFTOMBE VAN PRINS DIPONEGORO.
In zijn strijd werd prins Diponegoro bijgestaan door zijn zoon Bagus Singlon of Ki Sodewo. Ki Sodewo vocht in Kulon Progo en Bagelen.
Ki Sodewo had een moeder genaamd Citrowati die stierf bij de Nederlandse invasie. Little Ki Sodewo of Bagus Singlon groeide op onder de hoede van Ki Tembi, een vertrouweling van prins Diponegoro. Bagus Singlon of Raden Mas Singlon of Ki Sodewo volgden na de adolescentie zijn vader op het slagveld. Tot nu toe bestaan de afstammelingen van Ki Sodewo nog steeds en een van hen is de plaatsvervangend regent in Kulon Progo genaamd Drs. R. H. Mulyono.

Prins Diponegoro heeft in ieder geval 17 zonen en 5 dochters, die nu allemaal in heel Indonesië wonen, waaronder Java, Sulawesi & Maluku.

NASAB PRINS DIPONEGORO.

Brawijaya V / R Alit / Angkawijaya.
R Bondhan Kejawan / Lembupeteng Tarub.
R Depok / Ki Ageng Getas Pandowo.
Goede Sunggam / Ki Ageng Selo.
Ki Ageng Anis (Ngenis).
Ki Ageng Pemanahan / Mataram.
R Sutowijoyo / Panembahan Senopati.
Panembahan Hadi Prabu Hanyokrowati.
Sultan Agung Prabu Hanyokrokusumo.
Sunan Prabu Amangkurat Agung.
Kanjeng Susuhunan Pakubuwono I - Kartasura.
Sinuwun Prabu Mangkurat IV - Kartasura.
Prins Hario Mangkubumi - Hamengku Buwono I.
Kanjeng Sultan Hamengku Buwono II.
Kanjeng Sultan Hamengku Buwono III.
Prins Diponegoro.
Zijne Hoogheid Sampeyan Dalam ingkang Sinuhun Kanjeng Sri Sultan Hamengkoeboewono III Senapati ing Alaga Ngah 'Abdu'l-Rahman Saiyid ud-din Panatagama Khalifatu'llah ingkang Yumeneng Kaping.
Hamengkoeboewono III was de derde sultan of koning van Jogjakarta. Deze Javaans vorst uit de dynastie der sultans van Jogjakarta werd op 20 februari 1769, in de kraton van Soerakarta geboren en was de door de Nederlanders geïnstalleerde prins-regent van het koninkrijk Jogjakarta van 31 december 1810 tot 28 december 1811. Zijn vader werd afgezet en Hamengkoeboewono III regeerde van 20 juni 1812 tot 3 november 1814 als "zelfbestuurder" in zijn aan de Vereenigde Oostindische Compagnie onderworpen koninkrijk.
De volledige titel van de vorst was Zijne Hoogheid Sampeyan Dalam ingkang Sinuhun Kanjeng Sri Sultan Hamengkoeboewono III Senapati ing Alaga Ngah 'Abdu'l-Rahman Saiyid ud-din Panatagama Khalifatu'llah ingkang Yumeneng Kaping [Sultan Raja], sultan van Jogjakarta.
De dynastie van de Kartasoera in Jogjakarta en Soerakarta was door opvolgingsoorlogen en strijd met de Nederlandse kolonisator verdeeld geraakt. De agnaten bestreden elkaar en waren een speelbal van de Nederlanders.
Zijn moeder was de eerste vrouw van zijn polygame vader, Bandara Radin Ayu Adipati Sepu/Gusti Kanjeng Ratu Kedhaton.
Hij huwde 29 maal en liet na zeven jaar polygaam huwelijk twaalf zonen en twintig dochters na.
De oudste zoon, Bandara Radin Mas Mustahar, later Bandara Radin Mas Antavirya en na 1812 Bandara Pangeran Arya Dipo Negoro, werd op 11 november 1785 geboren als zoon van Hamengkoeboewono III en diens eerste koningin Mangkuravati (1770-1852). Deze Dipo Negoro kon niet leven met de onderworpen status van de ooit zo machtige keizerlijke heersers over Mataram en het grootste deel van Java, Hij kwam op 15 augustus 1825 in opstand tegen de Nederlanders en werd die dag uitgeroepen tot Sultan Ngah 'Abdu'l Hamid Eru Chakra Kabir ul-Mukminin Saiyid ud-din Panatagama Jawa Khalifat Rasu'llah. In deze titel komt het begrip "kalief" of "heerser der gelovigen" voor. De jonge vorst wilde de 'ongelovige' Nederlanders verdrijven en op Java een mohammedaans rijk stichten. Het lukte de Nederlandse regering om Dipo Negoro tijdens de Java-oorlog te verslaan en zij stuurden de gevangengenomen rebel in ballingschap naar Makassar. Dipo Negoro liet 17 zoons en vijf dochters na.
Hamengkoeboewono III stierf in de kraton op 3 november 1814 en werd opgevolgd door zijn tienjarige tiende zoon Gusti Bandara Radin Mas Bagus, na 1812 als kroonprins Kanjeng Gusti Pangeran Adipati Anum Amangku Negara Sudibya Rajaputra Nalendra ing Mataram geheten, uit het huwelijk met de tweede koningin, Radin Ayu Adipati Anum/Gusti Kanjeng Ratu Ibu Suri/Gusti Kanjeng Ratu Kinchan/Gusti Kanjeng Ratu Agung. Hamengkoeboewono III werd bijgezet in een van de mausolea op de heilige "sneeuwberg" Imagiri.
 



Generatie IX

392. Jan Heijmense van Suijlekom (Zulicom, Zulikom, Sulicom)[V][M][196], zn. van Heijmen van Suijlekom (784) en Willemijn , geb. circa 1683, ovl. na 1745, tr. met 

393. Adriaantje van Gammeren[V][M][196], dr. van Hendrik Hesselszn van Gammeren (786) en Lijske Cornelisse van Tilborg
 Uit dit huwelijk 3 kinderen: 
  196a. Hendrik [V][M][98], ged. te Wijk op 27 mrt 1729, ovl. te Rotterdam op 21 jan 1779, zie 196
  196b. Heijme [V][M], tr. voor 1745 met Antonia Boskoop, ged. te Rotterdam op 16 okt 1731. Uit dit huwelijk 5 kinderen. 
  196c. Willemijn van Suilekom[V][M], ged. te Wijk op 23 jan 1732. 

394. Jan Hendriks Schalkwijk[V][197], zn. van Hendrik Schalkwijk (788). geb. te Moordrechtseveen circa 1695, tr. te Moordrecht op 13 feb 1718 met 

395. Jaapje Jans Bennis[197], geb. te Moordrechtseveen circa 1695. 
 Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder: 
  197a.  Jannetie [V][M][98], ged. te Moordrecht op 3 aug 17277, ovl. te Rotterdam op 25 nov 1797, zie 197

398. Reijnier Kaas[V][M][199], zn. van Arij Cornelisz Kaes (796)[V] en Claesje Rijksdr Ankersmith[V], ged. te Rotterdam op 19 feb 1713 (getuigen: Cornelis Ariense en Maria Reijniers), ovl. te Rotterdam op 15 sep 1787, tr. te Rotterdam op 6 nov 1736 met 

399. Judith (Judik) de Haas[199], geb. te Tiel circa 1 jan 1715, ovl. te Rotterdam op 6 jun 1754. 
 Uit dit huwelijk 3 dochters: 
  199a. Cornelia [V][M][99], ged. te Rotterdam op 10 mrt 1748, ovl. te Rotterdam op 8 feb 1832, zie 199
  199b. Clasina [V][M], ged. te Rotterdam op 22 aug 1737 (getuigen: Cornelis Kaas en Clasina Kaas). 
  199c. Geertruij [V][M], ged. te Rotterdam op 3 jul 1740 (getuigen: Kornelis Hoefakker, Maria Kaas en Maria van Bree). 

408. Derk Zweers[V][M][204], zn. van Jasper Sweers (816)[V][M] en Berentien Jansen, geb. te Hardenberg op 2 mei 1717, ovl. te Hardenberg op 10 jun 1764, otr. te Hardenberg op 10 mrt 1742, tr. te Hardenberg op 13 mrt 1742 met 

409. Maria Bedeker[204], geb. te Hardenberg, ovl. na 3 jul 1789. 
 Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder: 
  204a. Jan [V][M][102], ged. te Hardenberg op 9 sep 1749, ovl. te Amsterdam op 8 mrt 1787, zie 204

410. Jan Freers[V][M][205], zn. van Barent Freers (820) en Lijske , ged. te Aalten op 14 apr 1721, tr. te Aalten op 25 apr 1744 met 

411. Aaltje ten Dam[V][M][205], dr. van Willem ten Dam (822) en Derske Doorninck, ged. te Aalten op 25 okt 1711, tr. (2) te Aalten op 30 okt 1729 met Hendrick Jan Evers, ged. te Aalten op 18 jul 1697. Uit dit huwelijk geen kinderen. 
 Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder: 
  205a. Dora Wilmijna [V][M][102], ged. te Aalten op 12 apr 1750, ovl. te Amsterdam op 22 mrt 1825, zie 205

412. Jan (Jes, Jens) Kraaij (Kraij, Craij, Kraai)[206]
 Hij krijgt 2 zonen: 
  206a. Hans Janse [V][103], geb. te Luijt en Holstein [Duitsland] 1748 of 1749, zie 206
  206b. Cornelis Jansen [V], geb. te Lerutkierbei [Denemarken] 1757 of 1758, schipper, otr. te Amsterdam op 7 mrt 1788 (getuigen: consent van zijn vader Jes Kraaij en haar vader Cornelis Jurriaans), tr. met Helena Jurriansz[V][M], dr. van Cornelis Juriansz (414)[V] (stuurman op het schip De Triton in 1773) en Truijtje (Geertruij) Rijs (415), ged. te Amsterdam (Lutherse kerk) op 9 dec 1767 (getuigen: haar oom Joost Jüriansz (414b), haar aangetrouwd tante Lena Lisent (zie 414b), Joost Juriansz en Helena Lijsent), zie 207b. Uit dit huwelijk 4 dochters. 
 
Cornelis Jansen Kraaij.
hij voer op het schip: Il Commercio van Izmir naar Amsterdam, aankomst 08-03-1793.
 

414. Cornelis Juriansz (Reijs, Jurriansz, Jurriaensz, Jurriaans)[V][207], zn. van Cornelis Jurriaans (828). (schipper), geb. waarschijnlijk te Reijs [Duitsland] 1725 of 1726, LU, stuurman op het schip De Triton in 1773, otr. te Amsterdam op 25 jan 1760 (getuigen: zijn bekende Cornelis Hoog en haar voogd Jan Zeegers), tr. met 

415. Truijtje (Geertruij, Truij, Geertruyd) Rijs[207], geb. te Amsterdam 1739 of 1740, LU, ondertrouw getuige van haar schoonzoon Hans Janse Kraaij (206) en haar dochter Dorothea Jurrians (207) te Amsterdam op 30 mei 1782, ovl. te Amsterdam op 24 dec 1785. 
 Uit dit huwelijk 4 kinderen: 
  207a. Dorothea Jurrians[V][M][103], ged. te Amsterdam (Lutherse kerk) op 18 jul 1762, ovl. te Amsterdam op 13 jan 1795, zie 207
  207b. Helena Jurriansz (zie ook 206b)[V][M], ged. te Amsterdam (Lutherse kerk) op 9 dec 1767. 
  207c. Magdalena Jurriaans[V][M], ged. te Amsterdam (Lutherse kerk) op 21 nov 1760 (getuigen: Christiaan Jacobsz en Anna Hanse). 
  207d. Jacob Jurriansz[V][M], ged. te Amsterdam (Lutherse kerk) op 2 okt 1765 (getuigen: Jurian Kreuder en Maria Banx). 
 
Cornelis Juriansz.
Capiteij Cornelis Jurriansz schipper ter coopvaerdije.

.
Locatieomschrijving: Texel.
Locatieomschrijving: Port Maurice.
Locatieomschrijving: Oostzee.
Locatieomschrijving: Genoua.
Locatieomschrijving: Marceille.
Locatieomschrijving: 't Kanaal.
Onderwerpsomschrijving: Schip de Triton, lading zout.

schipper op het schip De Vriendschap van Trangsund / Viborg  naar  Amsterdam, vertrokken op 20-09-1736 en .
aankomst in Amsterdam 23-09-1736.
 
 

 

Cornelis Juriansz[V][207], zie 414 en Truijtje (Geertruij) Rijs[207], zie 415
zij testeren op 13 feb 1760 bij Notaris Salomon Dorper.

472. Sultan Rahman Hamengku Buwono II van Kajeng[V][M][236] (Hamengkoeboewono II), zn. van prins Mangkoeboemi Hamengkoeboewono I (944)[V][M] (Sultan van Yogyakarta) en Ray Beruk, geb. te Sundara [Indonesië] in Kedhu op 7 mrt 1750, ovl. te kraton van Djokjakarta [Indonesië] op 3 jan 1828, tr. met 

473. Bandara Radin Ayu Adipati Sepu (Gusti Kanjeng Ratu Kedhaton)[236], geb. in 1750, ovl. in jul 1820. 
 Uit dit huwelijk een zoon: 
  236a. Sultan Rodje Hamengku Buwono III[V][M][118], geb. te kraton van Soerakarta [Indonesië] op 20 feb 1769, ovl. te kraton van Soerakarta [Indonesië] op 3 nov 1814, zie 236
 
Sultan Rahman Hamengku Buwono II van Kajeng.
Zijne Hoogheid Sampeyan Dalam ingkang Sinuhun Kanjeng Sri Sultan Hamengkoeboewono II Senapati ing Alaga Ngah 'Abdu'l-Rahman Saiyid ud-din Panatagama Khalifatu'llah ingkang Yumeneng Kaping, Sultan van Djokjakarta. Hij was de tweede Sultan van Djokjakarta.
 



Generatie X

784. Heijmen van Suijlekom[392], tr. met 

785. Willemijn [392]
 Uit dit huwelijk 2 zonen: 
  392a. Jan Heijmense [V][M][196], geb. circa 1683, ovl. na 1745, zie 392
  392b. Geurt Hijmesse van Suilikom[V][M], tr. met Marie Paan. Uit dit huwelijk een zoon. 

786. Hendrik Hesselszn van Gammeren[393], geb. in 1666, tr. met 

787. Lijske Cornelisse van Tilborg[393]
 Uit dit huwelijk een dochter: 
  393a. Adriaantje [V][M][196], zie 393

788. Hendrik Schalkwijk[394]
 Hij krijgt 2 kinderen: 
  394a. Jan Hendriks [V][197], geb. te Moordrechtseveen circa 1695, zie 394
  394b. Cornelia Hendriks [V], geb. te Moordrecht circa 1695, tr. met Harmen Claassen Vastenhou, geb. circa 1681, ovl. te Moordrecht circa 16 sep 1750. Uit dit huwelijk 12 kinderen. 

796. Arij Cornelisz Kaes (Kaas)[V][398], zn. van Cornelis Kaes (1592)[V][M]. otr. te Rotterdam op 13 mei 1708, tr. te Rotterdam op 28 mei 1708 met 

797. Claesje Rijksdr (Claasie) Rijks Ankersmith (Ankersmit, Ankersmidt)[V][398], dr. van Rijx Ankersmith (1594). geb. te Apeldoorn. 
 Uit dit huwelijk 4 kinderen: 
  398a. Reijnier Kaas[V][M][199], ged. te Rotterdam op 19 feb 1713, ovl. te Rotterdam op 15 sep 1787, zie 398
  398b. Cornelis Ariens[V][M], ged. te Rotterdam op 10 sep 1710 (getuigen: Geertruij Pieters en Cornelis Ariense). 
  398c. Pieter [V][M], ged. te Rotterdam op 23 okt 1714 (getuigen: Cornelis Kaas, Jacomina Kaas en Cathrina Kaas). 
  398d. Lieve Ariensdr Kaas[V][M], ged. te Rotterdam op 23 okt 1714 (getuigen: Cornelis Kaas, Jacomina Kaas en Cathrina Kaas). 

816. Jasper Sweers[V][M][408], zn. van Jan Sweers (1632)[V] en Fennegien Derks, geb. te Hardenberg circa 1680, tr. te Hardenberg in 1705 met 

817. Berentien Jansen[408], geb. te Hardenberg circa 1689, ovl. te Hardenberg in jan 1737. 
 Uit dit huwelijk een zoon: 
  408a. Derk Zweers[V][M][204], geb. te Hardenberg op 2 mei 1717, ovl. te Hardenberg op 10 jun 1764, zie 408

820. Barent Freers[410], geb. circa 1690, tr. met 

821. Lijske [410]
 Uit dit huwelijk een zoon: 
  410a. Jan [V][M][205], ged. te Aalten op 14 apr 1721, zie 410

822. Willem ten Dam[411], geb. te Aalten circa 1680, tr. met 

823. Derske Doorninck[411], geb. te Aalten circa 1682. 
 Uit dit huwelijk een dochter: 
  411a. Aaltje [V][M][205], ged. te Aalten op 25 okt 1711, zie 411

828. Cornelis Jurriaans (Jurriaensz)[414], schipper. 
 Hij krijgt 2 zonen: 
  414a. Cornelis Juriansz[V][207], geb. waarschijnlijk te Reijs [Duitsland] 1725 of 1726, zie 414
  414b. Joost Jüriansz[V], geb. te Oppenrade [Duitsland] 1719 of 1720, doopgetuige van zijn nicht Helena Jurriansz (207b) te Amsterdam (Lutherse kerk) op 9 dec 1767, otr. (1) te Amsterdam (Lutherse kerk) op 13 jun 1766 (getuige: zijn broer Cornelus Jurriaanse), tr. met Lena Lisent (Litsent, Lijsent, Lissent), geb. te Rotterdam, doopgetuige van haar nicht Helena Jurriansz (207b) te Amsterdam (Lutherse kerk) op 9 dec 1767. Uit dit huwelijk geen kinderen (Lena tr. (2) met Jan Roos. Uit dit huwelijk geen kinderen), otr. (2) te Amsterdam (Lutherse kerk) op 9 jul 1773 (getuige: geruige bruid: Christina Brouwer), tr. met Maria Mens, geb. 1743 of 1744. Uit dit huwelijk geen kinderen. 

944. prins Mangkoeboemi (Raden Mas Sujana) Hamengkoeboewono I[V][M][472], zn. van Raden Mas Darajat Pakubuwono I (Kartasura) of Mataram (1888)[V][M] en Gusti Kanjeng Ratu Pakubuwana[V], Sultan van Yogyakarta, tr. met 

945. Ray Beruk (KRK Kadipaten, KRK Ageng, KRK Tegalraya)[472], ovl. op 17 okt 1803. 
 Uit dit huwelijk een zoon: 
  472a. Sultan Rahman Hamengku Buwono II van Kajeng[V][M][236], geb. te Sundara [Indonesië] op 7 mrt 1750, ovl. te kraton van Djokjakarta [Indonesië] op 3 jan 1828, zie 472
 
prins Mangkoeboemi Hamengkoeboewono I.
geboren als als prins "Mangkoeboemi" of "Mangkoe Boemi" geheten, was de eerste sultan van Jogjakarta uit het Huis Kartasoera, de vroegere heersers van Mataram. Hij bouwde de Kraton Ngayogyakarta Hadiningrat die nog steeds wordt bewoond door de huidige sultan van Jogjakarta, sultan Hamengkoeboewono X, die tevens gouverneur is van het gebied.
Kraton Ngayogyakarta Hadiningrat.
 

Generatie XI

1592. Cornelis Kaes[V][M][796], zn. van Cornelis Adriaense Caas (3184)[V] en Maria Reijers
 Hij krijgt 2 zonen: 
  796a. Arij Cornelisz [V][398], zie 796
  796b. Pieter [V], otr. te Rotterdam op 11 dec 1712, tr. te Rotterdam op 26 dec 1712 met Jacomintje Vermij. Uit dit huwelijk geen kinderen. 
 
Cornelis Kaes.
filiatie op grond van vernoemingen.
 

1594. Rijx Ankersmith[797]
 Hij krijgt 2 kinderen: 
  797a. Claesje Rijksdr [V][398], geb. te Apeldoorn, zie 797
  797b. Bartholt Rijx [V]

1632. Jan Sweers[V][816], zn. van Jan Sweers (3264). geb. te Hardenberg circa 1650, ovl. te Hardenberg in 1724, tr. te Hardenberg op 1 nov 1673 met 

1633. Fennegien Derks[816], geb. te Hardenberg circa 1650, ovl. te Hardenberg in 1723. 
 Uit dit huwelijk een zoon: 
  816a. Jasper [V][M][408], geb. te Hardenberg circa 1680, zie 816

1888. Raden Mas Darajat Pakubuwono I (Kartasura) of Mataram[V][M][944], zn. van Sunan Prabu Amangkurat Agung (3776)[V][M] (Susuhunan of the Mataram Sultanate) en Ratu Wetan, geb. circa 2 feb 1648, [https://gw.geneanet.org/rogerr24?lang=nl&iz=2&p=raden+mas+darajat&n=pakubuwono+i]], ovl. te Kartasura Palace [Indonesië] op 22 feb 1719, begr. te Imogiri [Indonesië] Pakubuwanan Tomb, Imogiri Royal Cemetery, Imogiri, Mataram Sultanate in 1719, tr. met 

1889. Gusti Kanjeng Ratu Pakubuwana (Ratu Mas Blitar)[V][944], dr. van Pangeran Harya Blitar IV of Madiun (3778). 
 Uit dit huwelijk een zoon: 
  944a. prins Mangkoeboemi Hamengkoeboewono I[V][M][472], zie 944
 
Raden Mas Darajat Pakubuwono I (Kartasura) of Mataram.
Pakubuwono I (ook bekend als Pakubuwana I, vóór zijn regering bekend als Pangeran Puger), oom van Amangkurat III van Mataram, was een strijder in de opvolgingsstrijd van de Mataram-dynastie, zowel als medestrijder tijdens de Trunajaya-opstand (van 1677 tot 1681), als tijdens de Eerste Javaanse Successieoorlog (1704–1707). 



Hij creëerde een nieuwe naam voor zijn lijn, met de titel Pakubuwono, de standaardnaam voor heersers van het later opgerichte Surakarta. De meeste Javaanse kronieken (Javaans: babad) beschrijven hem als een groot en wijs heerser. Hij regeerde van 1705 tot 1719.



Zijn zoon volgde hem op met de titel Amangkurat IV.



Geboren als Raden Mas Darajat, was hij de zoon van Amangkurat I, de laatste Mataram-heerser gevestigd in Plered, uit zijn tweede koningin, Ratu Wetan. Ratu Wetan kwam uit de familie Kajoran, afstammend van de sultans van Pajang.



RM. Darajat werd ooit benoemd tot kroonprins (adipati anom) toen er een conflict ontstond tussen zijn vader en Raden Mas Rahmat (later Amangkurat II van Mataram). RM. Rahmat was de halfbroer van Puger, geboren uit Ratu Kulon (de eerste koningin van Amangkurat I). Amangkurat I trok de titel van kroonprins terug van RM. Rahmat en gaf deze aan RM. Darajat. Maar toen bleek dat de familie Kajoran de Trunajaya-opstand in 1674 steunde, werd Amangkurat I gedwongen de titel weer van RM. Darajat af te nemen.



Het hoogtepunt van de Trunajaya-opstand vond plaats in 1677. Deze Madurese prins viel Plered, de hoofdstad van Mataram, groots aan. Amangkurat I vluchtte naar het westen en gaf RM. Rahmat de opdracht het paleis te verdedigen. Maar RM. Rahmat weigerde en koos er ook voor te evacueren. Prins Puger trad naar voren om zijn halfbroer te vervangen en zijn vader te bewijzen dat niet alle leden van de familie Kajoran betrokken waren bij de opstand.



Toen de troepen van Trunajaya het paleis van Plered bereikten, was Amangkurat I al gevlucht. Prins Puger bood weerstand, maar de vijand was te sterk, waardoor hij moest vluchten naar het dorp Jenar (nu in Purwodadi, Purworejo). Daar bouwde hij een nieuw paleis genaamd Purwakanda en benoemde zichzelf tot koning onder de titel Susuhunan Ingalaga.



Trunajaya plunderde de erfstukken van Mataram en trok zich terug naar Kediri. Ondertussen keerde Sunan Ingalaga terug naar Plered om de resterende volgelingen van Trunajaya te vernietigen. Hij benoemde zichzelf tot nieuwe heerser van Mataram.

Verslagen door Amangkurat II Ondertussen was Amangkurat I overleden tijdens zijn vlucht naar Tegal. RM. Rahmat werd benoemd tot nieuwe heerser van Mataram, onder de naam Amangkurat II. Volgens de wil van zijn vader vroeg Amangkurat II hulp aan de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). De Trunajaya-opstand werd uiteindelijk onderdrukt eind 1679.



Amangkurat II was een koning zonder paleis, omdat Plered bezet was door Sunan Ingalaga, zijn halfbroer. Hij bouwde een nieuw paleis in het Wanakerta-bos, later hernoemd tot Kartasura, in september 1680. Amangkurat II riep Sunan Ingalaga op zich bij hem aan te sluiten, maar deze weigerde.



De weigering leidde tot een burgeroorlog. Uiteindelijk gaf Sunan Ingalaga zich op 28 november 1681 over aan Jacob Couper, een Nederlandse officier die Amangkurat II hielp. Sunan Ingalaga kreeg weer de titel Prins Puger en erkende het gezag van zijn halfbroer Amangkurat II.

De nederlaag van Prins Puger betekende het einde van het Sultanaat Mataram, dat een vazal werd van het Sunanate van Surakarta. Toch prijzen Javaanse kronieken Prins Puger nog steeds als een gewone man in Kartasura. De koning was weliswaar Amangkurat II, maar het bestuur werd feitelijk geleid door Prins Puger. Dat is begrijpelijk, aangezien de kronieken geschreven zijn in de tijd van zijn nakomelingen.

Queen Consort.
Gusti Kanjeng Ratu Pakubuwana.
also known as Ratu Mas Blitar, daughter of Pangeran Harya Blitar IV of Madiun.
Concubines.
Kanjeng Raden Ayu Sendhi.
Kanjeng Mas Ayu Tejawati.
Kanjeng Mas Ayu Ratnawati.


Generatie XII

3184. Cornelis Adriaense (Corneles Arense) Caas (Kaes)[V][1592], zn. van Adriaen Kaes (6368). otr. te Rotterdam op 5 mei 1680, tr. te Bleiswijk op 19 mei 1680 met 

3185. Maria Reijers (Renniers, Reijsers)[1592]
 Uit dit huwelijk 5 kinderen: 
  1592a. Cornelis Kaes[V][M][796], zie 1592
  1592b. Reijnier [V][M], ged. te Rotterdam op 22 okt 1683 (getuigen: Lieven Arijense Caas en Suijsanna Reijsers). 
  1592c. Katarina [V][M], ged. te Rotterdam op 2 jun 1686 (getuigen: Lieven Arense en Willam Arenoudtse). 
  1592d. Adrianus Ariense[V][M], ged. te Rotterdam op 25 apr 1681 (getuigen: Lieve Adriaensse, Griettie Lievens en Susanna Reijers). 
  1592e. Aletta Arense[V][M], ged. te Rotterdam op 2 jun 1686 (getuigen: Lieven Arense en Willem Arenoudtse). 

3264. Jan Sweers[1632], geb. te Hardenberg circa 1620, ovl. te Hardenberg voor 1718. 
 Hij krijgt een zoon: 
  1632a. Jan [V][816], geb. te Hardenberg circa 1650, ovl. te Hardenberg in 1724, zie 1632

3776. Sunan Prabu Amangkurat Agung[V][M][1888], zn. van Sultan Raden Mas Jatmika Agung of Mataram (7552)[V][M] (Sultan) en Koningin Ratu Wetan/East Batang, geb. te Kitha Ageng, Mataram [Indonesië] in 1619, Susuhunan of the Mataram Sultanate, ovl. te Tegalarum [Indonesië] in 1677, begr. te Tegalarum [Indonesië], tr. met 

3777. Ratu Wetan[1888]
 Uit dit huwelijk een zoon: 
  1888a. Raden Mas Darajat Pakubuwono I (Kartasura) of Mataram[V][M][944], geb. circa 2 feb 1648, ovl. te Kartasura Palace [Indonesië] op 22 feb 1719, zie 1888
 
Sunan Prabu Amangkurat Agung.
Zijn regionale nam is: Sampeyan Dalem Ingkang Sinuhun Kanjeng Susuhunan Prabu Amangkurat Senapati ing Ngalaga Abdurrahman Sayyidin Panatagama Khalifatullah Ingkang Jumeneng Kaping I.

Hij was de zoon van Sultan Agung van Mataram. Tijdens zijn regering kreeg hij te maken met vele opstanden. Hij stierf in ballingschap in 1677 en werd begraven in Tegalwangi (nabij Tegal), vandaar zijn postume titel Sunan Tegalwangi of Sunan Tegalarum. Hij kreeg ook de bijnaam Sunan Getek omdat hij gewond raakte bij het neerslaan van de opstand van Raden Mas Alit, zijn broer.

 

Amangkurat had vaak conflicten met zijn eigen zoon, de kroonprins Rahmat (de latere Amangkurat II). Toen Amangkurat werd afgezet door de opstand van Raden Trunajaya, sloot Rahmat zich bij hem aan in ballingschap. Volgens de Babad Tanah Jawi vergiftigde Rahmat opzettelijk zijn vader en veroorzaakte diens dood. De stervende Amangkurat vervloekte zijn zoon en voorspelde dat Rahmats nakomelingen nooit de troon zouden kunnen opeisen.

In 1645 werd Amangkurat benoemd tot monarch of leider (susuhunan) van Mataram, als opvolger van zijn vader. Hij kreeg toen de titel Susuhunan Ing Alaga. Na zijn kroning in 1646 werd hij gestileerd als Kanjeng Susuhunan Prabu Amangkurat Agung, afgekort tot Amangkurat. In het Javaans betekent Amangku “besturen” en Rat betekent “wereld”, dus Amangkurat betekent “de wereld besturen”. Hij werd een koning met volledige macht over het hele sultanaat Mataram en zijn vazalstaten. Bij zijn kroning zwoeren alle leden van de koninklijke familie trouw aan hem.



De dood van Sultan Agung kwam onverwacht, en er was risico op opvolgingsconflicten en chaos. Om zijn legitimiteit te beschermen, voerde Amangkurat I (gekroond onder zware militaire beveiliging in 1646) verschillende preventieve aanvallen uit (moorden, massaslachtingen en veldslagen) om potentiële rivalen uit te schakelen, waaronder edelen, religieuze en militaire leiders. Hij versterkte zijn controle over het bestuur door syahbandars onder zijn invloed aan te stellen, om de macht van lokale orangkayas (adel) in de noordelijke havensteden tegen te gaan.



Amangkurat erfde het uitgestrekte gebied van Mataram van zijn vader en centraliseerde de macht. Bij zijn troonsbestijging probeerde hij langdurige stabiliteit te brengen in het rijk, dat groot was maar geteisterd werd door voortdurende opstanden. Hij liet lokale leiders vermoorden die volgens hem onvoldoende respect toonden, waaronder de machtige edelman uit Surabaya, Pangeran Pekik, zijn schoonvader. Andere slachtoffers waren Tumenggung Wiraguna en Tumenggung Danupaya, die opdracht kregen om het koninkrijk Blambangan aan te vallen (dat in 1647 was veroverd door het koninkrijk Bali), maar onderweg werden vermoord. De hele familie van Wiraguna werd eveneens op bevel van Amangkurat vermoord.


Deze zuivering leidde ertoe dat zijn jongere broer, Prins Raden Mas Alit (beschermheer van de familie Wiraguna), probeerde hem omver te werpen door het koninklijk paleis aan te vallen met steun van islamitische geestelijken (ulama) en een vrome moslimfractie in 1648, maar zij werden verslagen en Alit sneuvelde in de strijd. Twee dagen later pleegde Amangkurat een massamoord op de ulama en hun families (ongeveer 5.000–6.000 mensen) om zijn heerschappij veilig te stellen. Ze werden verzameld op het alun-alun (stadsplein) om te worden afgeslacht.



Amangkurat gaf ook opdracht tot het sluiten van havens en liet schepen in kuststeden vernietigen om te voorkomen dat ze te machtig zouden worden door hun rijkdom. Om zijn glorie te vergroten verliet hij het Karta-paleis, de hoofdstad van Sultan Agung, en verhuisde naar een groter paleis van rode baksteen in Plered (voorheen was het paleis van hout).



Amangkurat I bouwde een nauwe relatie op met de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), die eerder met zijn vader had gevochten. In 1646 stond hij de VOC toe om handelsposten te vestigen in Mataram-gebied, terwijl Mataram mocht handelen op andere door de VOC gecontroleerde eilanden. Ze wisselden ook gevangenen uit. Amangkurat beschouwde het verdrag als een teken van onderwerping van de VOC aan Mataram. Hij was echter geschokt toen de VOC in 1659 het sultanaat Palembang veroverde.


De vijandigheid tussen Mataram en Banten verslechterde ook. In 1650 kreeg Cirebon opdracht om Banten te veroveren, maar faalde. Twee jaar later verbood Amangkurat de export van rijst en hout naar dat land. Ondertussen verslechterden de diplomatieke betrekkingen tussen Mataram en Gowa (die door Sultan Agung waren opgebouwd). Amangkurat weigerde boodschappers uit Gowa en eiste dat Sultan Hasanuddin persoonlijk naar Java zou komen, wat uiteraard werd geweigerd.

 
Ratu Wetan.
Stamt af van de Kajoran family - sultans of Pajang.
 



3778. Pangeran Harya Blitar IV of Madiun[1889]
 Hij krijgt een dochter: 
  1889a. Gusti Kanjeng Ratu Pakubuwana (Ratu Mas Blitar)[V][944], zie 1889

Generatie XIII

6368. Adriaen Kaes[3184]
 Uit dit huwelijk 2 zonen: 
  3184a. Cornelis Adriaense Caas[V][1592], zie 3184
  3184b. Lieven Adriaense [V], tr. met Geertruijd Pieters. Uit dit huwelijk 3 kinderen. 

7552. Sultan Raden Mas Jatmika Agung of Mataram[V][M][3776], zn. van Adi Prabu Anyakrawati of Mataram (15104)[V] (Susuhunan Mataram) en Dyah Banowati[V], geb. te Kutagede [Indonesië] in 1593, [https://gw.geneanet.org/rogerr24?lang=nl&iz=2&p=raden+mas+jatmika&n=agung]], Sultan, ovl. te Kartasura Palace [Indonesië] in 1645, begr. te Astana Kasultan Agungan [Indonesië], tr. met 

7553. Koningin Ratu Wetan/East Batang (Ratu Kulon)[3776]
 Uit dit huwelijk een zoon: 
  3776a. Sunan Prabu Amangkurat Agung[V][M][1888], geb. te Kitha Ageng, Mataram [Indonesië] in 1619, ovl. te Tegalarum [Indonesië] in 1677, zie 3776
 
Sultan Raden Mas Jatmika Agung of Mataram.
Sultan Agung was de derde sultan van Mataram in Centraal-Java en regeerde van 1613 tot 1645. Hij was een bekwame soldaat die naburige staten veroverde en zijn koninkrijk uitbreidde en consolideerde tot zijn grootste territoriale en militaire macht. 



Sultan Agung of Susuhunan Agung (letterlijk: "Grote Sultan" of "Majestueuze Sultan") is onderwerp van een aanzienlijke hoeveelheid literatuur vanwege zijn nalatenschap als Javaanse heerser, strijder tegen de invallen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), veroveraar, en zijn bestaan binnen een cultureel kader waarin mythe en magie verweven zijn met verifieerbare historische gebeurtenissen en personen. In Nederlandse literatuur werd zijn naam geschreven als Agoeng de Grote (letterlijk: "Agung de Grote").



Voor zijn verdiensten als strijder en cultureel waarnemer werd Sultan Agung op 3 november 1975 uitgeroepen tot Nationale Held van Indonesië.

Rangsang besteeg de troon toen hij 20 jaar oud was, als opvolger van zijn halfbroer, Hertog Martapura, die slechts één dag sultan van Mataram was. Rangsang wordt technisch gezien als de vierde sultan van Mataram, maar wordt algemeen beschouwd als de derde sultan omdat de kroning van zijn verstandelijk beperkte halfbroer slechts plaatsvond om de belofte van zijn vader aan diens vrouw, Koningin Tulungayu (Martapura’s moeder), na te komen.

Tijdens het tweede jaar van Sultan Agungs regering stierf Patih Mandaraka van ouderdom, en zijn positie als patih (onderkoning) werd ingenomen door Tumenggung Singaranu.



De hoofdstad van Mataram tijdens zijn kroning was nog steeds gevestigd in Kotagede. In 1614 werd het nieuwe Karta-paleis gebouwd in Karta, ongeveer 5 km ten zuidwesten van Kotagede, en werd vier jaar later in gebruik genomen.



Sultan Agung werd heerser van Mataram in 1613. In het daaropvolgende jaar viel hij Surabaya aan, evenals Malang (ten zuiden van Surabaya) en het oostelijke uiteinde van Java, maar hij slaagde er niet in deze gebieden te veroveren. Wel wist hij een aanzienlijke schadevergoeding af te dwingen, die hij in 1615 gebruikte om Wirasaba (het huidige Mojoagung, nabij Mojokerto) te veroveren — een operatie die hij persoonlijk leidde.



In 1616 probeerde Surabaya Mataram aan te vallen als vergelding, maar zonder bondgenoten werd het leger van Surabaya verslagen door Sultan Agungs troepen in Siwalan, Panjang (nabij Surakarta). Later dat jaar werd de kuststad Lasem (nabij Rembang) veroverd, en in 1617 volgde Pasuruan, ten zuidoosten van Surabaya. Tuban, een van de oudste en grootste kuststeden van Java, werd ingenomen in 1619.



Surabaya was tot dan toe Matarams meest geduchte tegenstander. Agungs grootvader Senopati had zich nooit sterk genoeg gevoeld om deze machtige stad aan te vallen, en zijn vader Panembahan Seda Krapyak had het zonder succes geprobeerd. Sultan Agung verzwakte Surabaya door in 1622 bondgenoot Sukadana (in Zuidwest-Kalimantan) te veroveren, en in 1624 het eiland Madura, eveneens een bondgenoot van Surabaya, na een hevige strijd. Na vijf jaar oorlog veroverde Agung uiteindelijk Surabaya in een belegering in 1625.



Met Surabaya binnen het rijk omvatte Mataram nu heel Centraal- en Oost-Java (plus Madura), met uitzondering van het westelijke deel van Java en het bergachtige zuiden. In het westen bleven Banten en de Nederlandse nederzetting Batavia buiten Agungs controle.



De economie van Mataram was gebaseerd op landbouw. Sultan Agung, die openlijk minachting toonde voor handel, zag geen noodzaak om een sterke vloot te onderhouden. Dit bleek later kostbaar toen hij in 1629 probeerde de Nederlanders uit hun basis in Jakarta te verdrijven. Hoewel hij beschikte over grotere en superieure landmacht, hadden de Nederlanders een beslissend voordeel op zee en konden ze de Belegering van Batavia doorstaan.



Na deze mislukking richtte Agung zich tegen de Balinezen, die toen Balambangan in Oost-Java controleerden, in een “heilige oorlog” tegen ongelovigen. Zijn campagne was succesvol in Java, maar hij kon zijn macht niet uitbreiden tot het eiland Bali, dat zijn identiteit als hindoeïstische staat behield te midden van overwegend islamitische staten.



Vanaf 1625 was Mataram de onbetwiste heerser over het grootste deel van Java. Toch weerhield zijn militaire macht de vazallen niet van opstand, mede door zijn falen om Batavia te veroveren. Pajang kwam in opstand in 1617, en Pati in 1627. Na de verovering van Surabaya stokte de uitbreiding door interne opstanden.



In 1630 werd een opstand in Tembayat (ten zuidoosten van Klaten) neergeslagen. Tussen 1631–1636 moest Mataram ook opstanden in Sumedang en Ukur (West-Java) onderdrukken. Zijn pogingen om Batavia in 1628–1629 te veroveren faalden.



De opstanden gingen door, waaronder die van Giri Kedaton, waarvan het volk weigerde zich aan Mataram te onderwerpen. Omdat de troepen van Mataram respect hadden voor de soldaten van Giri Kedaton — afstammelingen van Sunan Giri, lid van de Walisanga — wees Sultan Agung Pangeran Pekik aan (afstammeling van Sunan Ampel) om de opstand te onderdrukken. Pekik was in 1633 getrouwd met Koningin Pandansari, Agungs zus. De opstand werd drie jaar later volledig onderdrukt.



In 1632 begon Sultan Agung met de bouw van zijn begraafplaats Imogiri, ongeveer 15 km ten zuiden van Yogyakarta. Imogiri is tot op heden de rustplaats van de meeste koninklijke leden van Yogyakarta en Surakarta. In het complex liggen Sultan Agung, Koningin Batang en hun zonen begraven.



Agung stierf in het voorjaar van 1645, en liet een rijk achter dat het grootste deel van Java en omliggende eilanden omvatte. Volgens zijn wil werd hij opgevolgd door zijn zoon RM. Sayidin, gestileerd als Amangkurat I.





Sultan Agungs grootste nalatenschap ligt in de bestuurlijke hervormingen die hij doorvoerde in de veroverde gebieden. Door de groeiende omvang van het rijk creëerde hij een innovatieve en rationele bestuursstructuur.



Hij hervormde het belastingstelsel, bracht het gerechtelijk systeem meer in overeenstemming met de Koran, en gaf opdracht tot de bouw van het Karta-paleis (1614), de Koninklijke Begraafplaats van Imogiri, en andere sociale en civiele bouwwerken.



Hij creëerde “provincies” door mensen aan te stellen als adipati (vergelijkbaar met hertog) aan het hoofd van gebieden genaamd kadipaten (hertogdommen), vooral in West-Java, waar Mataram tegenover Banten en Batavia stond. Zo werd bijvoorbeeld Karawang een kabupaten toen Sultan Agung in 1636 Prins Kertabumi aanstelde als eerste adipati.

Toen de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) de controle over de Mataram-gebieden overnam, behield ze de bestaande kadipaten-structuur. Onder het koloniale bestuur van de VOC werden adipati (hertogen) hernoemd tot bupati, en kadipaten tot kabupaten (districten), die in het Nederlands bekend stonden als regentschappen.



De titel van een bupati bestond doorgaans uit een formele naam, bijvoorbeeld “Sastradiningrat” in het geval van Karawang, voorafgegaan door “Raden Aria Adipati”, dus: Raden Aria Adipati Sastradiningrat (afgekort tot R.A.A. Sastradiningrat). Het woord adipati bleef bestaan binnen het koloniale systeem.



De Nederlanders groepeerden kabupaten in grotere regio’s onder een resident, genaamd residenties. De Indonesische regering behield de kabupaten, maar schafte de residenties af in de jaren 1950. Sindsdien zijn kabupaten directe administratieve onderverdelingen onder een provincie. De wetten op regionale autonomie van 1999 gaven een hoge mate van autonomie aan de kabupaten, niet aan de provincies.



Binnen het paleis van Mataram stelde Sultan Agung een standaardtaal in genaamd Bagongan, die verplicht werd voor edelen en ambtenaren van Mataram. Het doel was om ongelijkheid tussen hen te verminderen. Deze taal moest eenheid creëren onder de hofhouding. Sinds Matarams heerschappij in West-Java werd ook de Sundanese taal verfijnd, met invloeden uit Centraal-Java.



Sultan Agung wordt ook toegeschreven als grondlegger van de Javaanse kalender – een unieke, inheemse kalender die nog steeds wordt gebruikt. Daarnaast schreef hij een mystiek manuscript getiteld Sastra Gending.

De ontwikkeling van de heilige dans bedhaya, en belangrijke vooruitgang in gamelan en wayang, worden toegeschreven aan zijn hof. Er is echter weinig historisch bewijs voor deze artistieke prestaties; de meeste informatie komt uit enkele Nederlandse verslagen, die moeilijk te interpreteren zijn.





Sultan Agung wordt in het hedendaagse Java vereerd om zijn eenmaking van Java, moderniserende hervormingen, en zijn oorlogen tegen de Nederlanders. In 1975 werd hij officieel erkend als Nationale Held van Indonesië (Pahlawan Nasional Indonesia).



Binnen de syncretische religieuze cultuur van Java, waarin hindoeïsme, boeddhisme en islam samenkomen, wordt een bedevaart naar zijn grafcomplex in Imogiri als bijzonder gunstig beschouwd. Velen doen moeite om Imogiri te bezoeken op specifieke dagen volgens de Javaanse en islamitische kalender.



Zijn invloed en verbeelding blijven tot op de dag van vandaag sterk aanwezig, bijvoorbeeld in de Indonesische film Sultan Agung Mataram 1628 uit 2018.





Zijn oorspronkelijke naam was Raden Mas Jatmika, ook bekend als Raden Mas Rangsang. Hij was de zoon van Anyakrawati en Ratu Mas Adi Dyah Banawati. Zijn vader was de tweede monarch van Mataram, en zijn moeder was de dochter van Prins Benawa, de laatste sultan van Pajang.



Een alternatieve versie stelt dat Sultan Agung de zoon was van Prins Purbaya (broer van Anyakrawati), en dat er een babywissel plaatsvond tussen de kinderen van Purbaya en Dyah Banawati. Deze versie is een minderheidsopinie en moet nog worden bewezen.



Zoals andere Mataram-monarchen had Sultan Agung twee hoofdvrouwen:



Ratu Kulon, geboren als Ratu Mas Tinumpak, dochter van Panembahan Ratu, sultan van Cirebon. Zij baarde RM. Syahwawrat alias Prins Alit.



Ratu Wetan, dochter van de hertog van Batang (kleindochter van Ki Juru Martani). Zij baarde RM. Sayidin (later Amangkurat I).



Uit deze huwelijken had Sultan Agung negen kinderen:



Raden Mas Sahwawrat alias Pangeran Temenggong Pajang



Raden Mas Kasim alias Pangeran Demang Tanpa Nangkil



Pangeran Ronggo Kajiwan



Gusti Ratu Ayu Winongan

Pangeran Ngabehi Loring Pasar.



Pangeran Ngabehi Loring Pasar (mogelijk een herhaling)



Raden Mas Sayidin (later Amangkurat I, regeerde 1645–1677)



Gusti Ratu Ayu Wiromantri.



Prins Danupoyo alias Raden Mas Alit





In zijn vroege regering droeg Rangsang de titel Susuhunan Anyakrakusuma of Prabu Pandita Anyakrakusuma. Na de verovering van Madura in 1624 veranderde hij zijn titel in Susuhunan Agung Anyakrakusuma, afgekort tot Sunan Agung Anyakrakusuma.

.

In de jaren 1640 gebruikte hij de titel Sultan Agung Senapati ing Alaga Abdurrahman. In 1641 kreeg hij van imams in Mekka de Arabische titel Sultan Abdullah Muhammad Maulana van Mataram.


Voor het gemak wordt in de meeste bronnen de naam Sultan Agung gebruikt.




Generatie XIV

15104. Adi Prabu Anyakrawati of Mataram (Agung Adi Prabu Anyakrakusuma, Raden Mas Jolang)[V][7552], zn. van Sutawijaya Anyakrawati of Mataram (30208). Susuhunan Mataram, tr. met 

15105. Dyah Banowati (Dyah Banowati / Kanjeng Koningin Mas Hadi) (Ratu Mas Adi Dyah Banowati)[V][7552], dr. van Prins Benawa (30210)[V][M]
 Uit dit huwelijk een zoon: 
  7552a. Sultan Raden Mas Jatmika Agung of Mataram[V][M][3776], geb. te Kutagede [Indonesië] in 1593, ovl. te Kartasura Palace [Indonesië] in 1645, zie 7552
 
Adi Prabu Anyakrawati of Mataram (Agung Adi Prabu Anyakrakusuma, Raden Mas Jolang).
Anyakrawati: De Tweede Heerser van Mataram (1601–1613) 


Anyakrawati Susuhunan Adi Prabu Anyakrawati was de tweede susuhunan (vorst) van het koninkrijk Mataram, regerend van 1601 tot 1613. Hij erfde de militaire bekwaamheid van zijn vader en stond bekend om zijn jachtvaardigheden. Zijn titel bevatte ook senapati ing ngalaga, wat “meester in oorlogvoering” betekent.



Zijn echte naam was Raden Mas Jolang, zoon van Panembahan Senapati en diens koningin Waskita Jawi, ook bekend als Kanjeng Ratu Mas, dochter van Ki Panjawi. Jolang groeide op in nauwe verbondenheid met zijn vader en deelde diens karakter: avontuurlijk, bedreven in boogschieten en gepassioneerd door de jacht.



Ondanks dat hij niet de oudste zoon was, werd hij door zijn vader aangewezen als troonopvolger, omdat hij geboren was uit de koningin. Hij had vele broers en zussen, waaronder Raden Mas Tembaga en Raden Mas Kedawung, die later bekend werden als Pangeran Puger en Pangeran Demang Tanpa Tangkil.

?? Troonsbestijging en Regering.



Na het overlijden van Panembahan Senapati in 1601, volgde Raden Mas Jolang hem op als koning van Mataram. Hij nam de titel Sunan Prabu Anyakrawati aan. Zijn regering duurde twaalf jaar, waarin hij zich toelegde op het verbeteren van het paleis en het koninklijke domein.



Voor zijn officiële kroning moest hij een zware beproeving doorstaan: het neerslaan van een opstand geleid door Adipati Pragola, zijn oom van moederszijde. Deze opstand ontstond uit jaloezie en politieke spanning binnen de koninklijke familie. Tijdens een confrontatie nabij Prambanan werd Jolang gewond aan zijn slaap door een speerhouw van zijn oom. Uiteindelijk moest Panembahan Senapati zelf ingrijpen en wist de opstand te onderdrukken bij de rivier Dengkeng.






Voor zijn dood in 1613 — veroorzaakt door een jachtongeluk in het Krapyak-bos — liet Anyakrawati een testament na aan Patih Mandaraka waarin hij Raden Mas Jatmika aanwees als opvolger. Dit leidde tot controverse, omdat hij eerder had beloofd Raden Mas Wuryah (zoon van zijn eerste koningin Ratu Tulungayu) tot koning te maken.



Om zijn belofte na te komen, werd Wuryah kortstondig tot koning benoemd, maar vanwege zijn jonge leeftijd (8 jaar) en mentale ongeschiktheid werd hij na één dag vervangen door Jatmika, die op dat moment 20 jaar oud was. Jatmika zou later bekend worden als Sultan Agung, de grootste heerser van Mataram.





Na zijn dood kreeg Anyakrawati de postume titel Panembahan Seda ing Krapyak (“Panembahan die stierf in Krapyak”). Hij werd begraven in Pasarean Mataram, waar ook andere leden van de koninklijke familie rusten.

 
Dyah Banowati (Ratu Mas Adi Dyah Banowati).
Dyah Banawati (Kanjeng Ratu Mas Adi).
Ratu Tulungayu.
 

Generatie XV

30208. Sutawijaya Anyakrawati of Mataram[15104]
 Hij krijgt een zoon: 
  15104a. Adi Prabu (Agung Adi Prabu Anyakrakusuma, Raden Mas Jolang)[V][7552], zie 15104

30210. Prins Benawa Sultan Prabuwijaya (Abdulhalim) [Sultan Hadiwijaya] (Abdulhalim)[V][M][15105], zn. van Kanjeng Sultan Hadiwijaya (60420) en Ratu Mas Cempaka [Demak][V], ovl. in 1587. 
 Hij krijgt een dochter: 
  15105a. Dyah Banowati (Ratu Mas Adi Dyah Banowati)[V][7552], zie 15105
 
Prins Benawa.
Prins Benawa was de zoon van Hadiwijaya of Jaka Tingkir, de eerste koning van Pajang. Van kinds af aan was hij een broer van Sutawijaya, de geadopteerde zoon van zijn vader, die het koninkrijk Mataram stichtte.

Prins Benawa had een dochter genaamd Dyah Banowati die trouwde met Mas Jolang, de zoon van Sutawijaya. Dyah Banowati kreeg de titel Ratu Mas Adi, die later het leven schonk aan Sultan Agung, de grootste koning van Mataram.

Daarnaast had prins Benawa ook een zoon genaamd prins Radin, die later afstamde van Yosodipuro en Ronggowarsito, de grote dichters van Surakarta Kasunanan.

Van prins Benawa wordt gezegd dat hij een zachtaardige man is. Hij werd ooit door zijn vader aangesteld om Sutawijaya's loyaliteit aan Pajang te onderzoeken. In die tijd vertrok Benawa met Arya Pamalad (zijn zwager die de hertog van Tuban werd) en Patih Mancanegara.

Sutawijaya vermaakte zijn drie gasten met een feest. Sutawjijaya's oudste zoon, Raden Rangga, doodde per ongeluk een Tuban-soldaat, waardoor Arya Pamalad de groep mee naar huis nam.

Bij aankomst in Pajang rapporteerde Arya Pamalad Sutawijaya's slechtheid, dat Mataram van plan was in opstand te komen tegen Pajang. Ondertussen rapporteerde Benawa over Sutawijaya's vriendelijkheid, dat de moord op de Tuban-soldaat te wijten was aan zijn eigen acties.

Het werd uiteindelijk bewezen dat Sutawijaya in 1582 tegen Pajang had gevochten en eindigde met de dood van Hadiwijaya. Prins Benawa, die de troon zou bestijgen, werd afgezet door zijn zwager, Arya Pangiri, hertog van Demak.

Prins Benawa was de derde koning van het Pajang-sultanaat die regeerde van 1586-1587, met de titel Sultan Prabuwijaya. Genealogie van Prins Benawa.

Prins Benawa was de zoon van sultan Hadiwijaya alias Jaka Tingkir, de eerste koning van Pajang. Van kinds af aan was hij een broer van Sutawijaya, de geadopteerde zoon van zijn vader, die het sultanaat Mataram stichtte.

Prins Benawa had een dochter genaamd Dyah Banowati die trouwde met Mas Jolang, de zoon van Sutawijaya. Dyah Banowati kreeg de titel Ratu Mas Adi, die later het leven schonk aan Sultan Agung, de grootste koning van Mataram.

Daarnaast had prins Benawa ook een zoon genaamd prins Radin, die later afstamde van Yosodipuro en Ronggowarsito, de grote dichters van Surakarta Kasunanan.

Het levensverhaal van prins Benawa Van prins Benawa wordt gezegd dat hij een zachtaardige man is. Hij werd ooit door zijn vader aangesteld om Sutawijaya's loyaliteit aan Pajang te onderzoeken. In die tijd vertrok Benawa met Arya Pamalad (zijn zwager die de hertog van Tuban werd) en Patih Mancanegara.

Sutawijaya vermaakte zijn drie gasten met een feest. Sutawjijaya's oudste zoon, Raden Rangga, doodde per ongeluk een Tuban-soldaat, waardoor Arya Pamalad de groep mee naar huis nam. Bij aankomst in Pajang rapporteerde Arya Pamalad Sutawijaya's slechtheid, dat Mataram van plan was in opstand te komen tegen Pajang. Ondertussen rapporteerde Benawa over Sutawijaya's vriendelijkheid, dat de moord op de Tuban-soldaat te wijten was aan zijn eigen acties.

Het werd uiteindelijk bewezen dat Sutawijaya in 1582 tegen Pajang had gevochten en eindigde met de dood van sultan Hadiwijaya. Prins Benawa, die de troon zou bestijgen, werd afgezet door zijn zwager, Arya Pangiri, hertog van Demak.

Benawa werd later de hertog van Jipang Panolan. In 1586 sloot hij een bondgenootschap met Sutawijaya om Arya Pangiri van de troon te verwijderen, omdat zijn zwager als oneerlijk werd beschouwd in het regeren.

Er wordt gezegd dat Arya Pangiri alleen bezig was met het regelen van een poging om wraak te nemen op Mataram. Het Demak-volk arriveerde ook, dus veel van de inheemse bewoners van Pajang werden buitengesloten. Als gevolg hiervan werden sommige inwoners van Pajang criminelen omdat ze hun levensonderhoud verloren, en sommigen vluchtten naar Jipang.

De allianties van Benawa en Sutawijaya werden opgericht. De gecombineerde troepen van Mataram en Jipang slaagden erin Pajang te verslaan. Arya Pangiri werd teruggebracht naar Demak. Benawa bood de troon van Pajang aan Sutawijaya aan. Sutawijaya weigerde echter. Hij vroeg alleen om enkele Pajang-erfstukken te behandelen in Mataram.

Sindsdien besteeg prins Benawa de troon om de nieuwe koning in Pajang te worden met de titel van Sultan Prabuwijaya.

Het einde van het Pajang-sultanaatDe kronieken vertellen verschillende versies van het einde van het bewind van prins Benawa. Sommigen zeggen dat Benawa in 1587 stierf, anderen zeggen dat Benawa afstand deed van de troon om een geleerde te worden op de berg Kulakan met de titel Sunan Parakan. Sommigen verklaarden zelfs dat prins Benawa naar het westen trok en een regering bouwde die nu Pemalang heet. Er wordt gezegd dat hij ook stierf in Pemalang, in het dorp Penggarit.

Na de dood van Benawa eindigde het sultanaat van Pajang en werd toen een ondergeschikte van Mataram. Degene die werd aangesteld als regent in Pajang was prins Gagak Baning, de jongere broer van Sutawijaya. Na zijn dood werd Gagak Baning vervangen door zijn zoon genaamd Prins Sidawini.
Benawa werd later de hertog van Jipang Panolan. In 1586 sloot hij een bondgenootschap met Sutawijaya om Arya Pangiri van de troon te verwijderen, omdat zijn zwager als oneerlijk werd beschouwd in het regeren.

Er wordt gezegd dat Arya Pangiri alleen bezig was met het regelen van een poging om wraak te nemen op Mataram. Het Demak-volk arriveerde ook, dus veel van de inheemse bewoners van Pajang werden buitengesloten. Als gevolg hiervan werden sommige inwoners van Pajang criminelen omdat ze hun levensonderhoud verloren, en sommigen vluchtten naar Jipang.

De allianties van Benawa en Sutawijaya werden opgericht. De gecombineerde troepen van Mataram en Jipang slaagden erin Pajang te verslaan. Arya Pangiri werd teruggebracht naar Demak. Benawa bood de troon van Pajang aan Sutawijaya aan. Sutawijaya weigerde echter. Hij vroeg alleen om enkele Pajang-erfstukken te behandelen in Mataram.

Sindsdien besteeg prins Benawa de troon om de nieuwe koning in Pajang te worden met de titel Prabuwijaya.

De kronieken vertellen verschillende versies van het einde van het bewind van prins Benawa. Sommigen zeggen dat Benawa in 1587 stierf, anderen zeggen dat Benawa afstand deed van de troon om een geleerde te worden op de berg Kulakan met de titel Sunan Parakan. Sommigen verklaarden zelfs dat prins Benawa naar het westen trok en een regering bouwde die nu Pemalang heet. Er wordt gezegd dat hij ook stierf in Pemalang, in het dorp Penggarit.

Na de dood van Benawa eindigde het Pajang-koninkrijk en werd toen een ondergeschikte van Mataram. Degene die werd aangesteld als regent in Pajang was prins Gagak Baning, de jongere broer van Sutawijaya. Na zijn dood werd Gagak Baning vervangen door zijn zoon genaamd Prins Sidawini.
 

Generatie XVI

60420. Kanjeng Sultan Hadiwijaya[30210], tr. met 

60421. Ratu Mas Cempaka [Demak][V][30210], dr. van Prins Hadipati Trenggono (120842). 
 Uit dit huwelijk een zoon: 
  30210a. Prins Benawa[V][M][15105], ovl. in 1587, zie 30210

Generatie XVII

120842. Prins Hadipati Trenggono[60421], geb. in 1521, ovl. in 1548. 
 Hij krijgt een dochter: 
  60421a. Ratu Mas Cempaka [Demak][V][30210], zie 60421


Bronnen:

1. Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden betreffende Europeanen, Type: Genealogische en heraldische gedenkwaardigd, Schrijver: P.C. Bloys van Treslong Prins, Uitgever: Albrecht, Uitgegeven: van 1934 tot 1939 (B 019) (blz. 150) 

2. Bevolkingsregister Amsterdam, Archiefnaam: Stadsarchief Amstedam, Inventaris: 398, Plaats registratie: Amsterdam, Registratiedatum: van 1851 tot 1863 (BR 001) (4 aug 1847) 

3. Bevolkingsregister Amsterdam, Archiefnaam: Stadsarchief Amstedam, Inventaris: 398, Plaats registratie: Amsterdam, Registratiedatum: van 1851 tot 1863 (BR 001) (1 jun 1808) 

4. Doopboek Amsterdam, Archiefnaam: Stadsarchief Amstedam, Archief: DTB Amsterdam, Inventarisnr.: 114, Gezindte: NH, doopplaats: Amsterdam, periode: van 1803 tot 1811 (D 020) (28 aug 1810 blz. 286) 

5. Bevolkingsregister Amsterdam, Archiefnaam: Stadsarchief Amstedam, Inventaris: 398, Plaats registratie: Amsterdam, Registratiedatum: van 1851 tot 1863 (BR 001) (26 aug 1811) 

6. The Life of Prince Diponegoro of Yogyakarta, Type: The Life of Prince Diponegoro of Yogyakarta, Schrijver: Peter Carey, Uitgever: Peter Lang, Plaats: Bern [Zwitserland], Uitgegeven: 2014 (B 022) 

7. Doopboek Moordrecht, Archiefnaam: Nat. Arch. Archief: DTB Moordrecht, Inventarisnr.: 4, Gezindte: Ned. Herv. doopplaats: Moordrecht, periode: 1705 (D 086) (3 aug 1727 blz. 167) 

8. Averijgrossen, veld 1: Inventarisnr. 2908, veld 2: Gemeente Amsterdam, datum: 1794 (A 005)