Aernt Gerritsz Heemskerk van Dijck
in
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Aernt Gerritsz Heemskerk van Dijck, geb. Naaldwijk in 1360, ovl. op 9 mei 1427,
, Aernt Gerrits Heemskerk (van Dijck), geboren circa 1365, overleden voor 1427.
beleend met 4 morgen, 1 hond land te Naaldwijk, zoon van Gerrit Jans Heemskerk.
Kinderen:
1. Tijman Aerntsz van Dijck (Heemskerk), geboren circa 1395, overleden 1427/1429.
2. Aernt Aertsz (van Dijck), geboren circa 1400.
>
Margaretha van Voorne
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Margaretha van Voorne1, geb. in 1210. |  |
- Moeder:
Alverada (Alveradis) (Alveradis) van Kuyc4,1,2, Cuyck, dr. van Hendrik II graaf van Cuyck (burggraaf van Utrecht) en Sophia van Rhenen (van Herpen) (erfdochter van Herpen, vermeld 1191-1203), geb. Cuijck in 1165, ovl. Oostvoorne in 1218, , Door een schenking van aartsbisschop Arnold I van Trier (1169-1183) tussen 1180 en 1183 is de naam van de echtgenote van Hendrik III bekend: Alveradis. Het geschenk aan het echtpaar bestond uit een huis te Keulen. Hendrik III zou daardoor volgens Mackes aan moederskant een verwant (cognatus) zijn van Arnold I van Trier? Over Alveradis, de echtgenote van Hendrik III, zegt Mackes, dat zij niet zoals tot dusver aangenomen uit het geslacht Molbach-Nörvenich stamde, maar uit het gravengeslacht Berg of Gelre. Alveradis kan echter een dochter zijn uit het huwelijk van Hendrik II van Kuyc en Sofia van Renen. Na de dood van Hendrik van Kessel is zij dan hertrouwd met Dirk II van Voorne. Kessel en Kuyc waren bijna buren. Een dotatie van 1219 aan Mariënweerd spreekt in dit opzicht boekdelen; Mariënweerd werd namelijk in 1129 door de Kuycs gesticht. De getuigen in de oorkonde van 1219 waren allemaal bloed- of aanverwanten van de Kuycs. De naam Alveradis komt bij het geslacht Kuye vaker voor. Hendrik I van Kuyc was gehuwd met Alveradis van Hochstaden', die in 1131 rechten blijkt te hebben in de "Waldgrafschaft" Osning. Bezit in Hochstaden werd op 24 augustus 1271 door Hendrik V verkocht! Wellicht op grond van verwantschap met Arnold I van Trier kunnen we verklaren dat Hendrik III als getuige voorkomt in een oorkonde van diens opvolger, Johan van Trier, tr. circa 1180. Uit dit huwelijk geen kinderen.
|  |
tr. in 1230
met
Arnoud Gerardsz (Arent) van Heemskerck1,5, zn. van Gerard I van Teylingen van Heemskerck en NN Persijn, geb. circa 1195, ovl. circa 1290, , ridder, baljuw van van Kennemerland (1254) en 1254/1256 vermeld als kastelein van de Torenburg. Hij was eigenaar van het huis Heemskerk 1264 September 21 (in die beati Mathei ewangeliste) Nicolaus, abt van Hecmunda, prior en convent van Hecmunda, verklaren ten behoeve van het herstel der dijken bij Harghen verkocht te hebben aan heer Arnoldus de Heemskerc, ridder, tegen 175 ponden Hollands het land in Bachem met uitzondering van enige goederen die Arnoldus de Hecmunda daar als leen bezit, van de 12 weiden die het leen van Augustinus heten, van de 8 weiden, door de voormalige schout aldaar Nicolaus genoemd Nanno aan de abdij gelegateerd en van de weiden, die bij het land van de abdij in Casterkem behoren. Afschrift (Inv.no. 3, fol, 44 vo). Afschrift (Inv.no. 3, fol, 44 vo.). |  |
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Gerrit II | *1258 | | †1337 | | 79 | 3 | 2 |
Bronnen:
1. | Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 34) |
2. | Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 91) |
3. | Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 672) |
4. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 |
5. | Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 726) |
>
Gerrit II van Heemskerk
|  |
in Kwartierstaat van Cees Hagenbeek Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Gerrit II (Gerard) van Heemskerk1, geb. circa 1258, knape 1296, doet oorvede aan de stad Keulen 1271, ovl. in Lotharingen circa 1337, , Nog zeer jong zijnde zweert hij in 1271 met zijn broeder Berthold en met Albrecht heer van Voorne en Floris Hugo'sz van Voorne, heer van Heenvliet, geen wraak te zullen nemen over de gebroeders Hendrik en Albert van Herpen, van wie de eerste bij den aanslag op Keulen gesneuveld was en de andere gevangen was genomen. Op 21 Sept. 1292 gaf Gerrit een keur aan zijn lieden van Lutteke, Oosthuizen en Drei, waarbij hij de hoge en lage rechtspraak aldaar regelde. In 1296, na de moord op Floris V, was Gerrit één der edelen, die bij het volk onder verdenking lagen van medeplichtigheid, en zich daarom moesten verbinden te Haarlem verblijf te houden tot de komst van Graaf Jan uit Engeland. Hij heeft zich kunnen zuiveren, want 4 Juli 1296 bevond Gerrit zich in het gevolg van de graaf, toen deze de douarie regelde van zijn gemalin. In 1299 draagt hij zijn huis te Heemskerk als eigen goed aan de graaf op om het weer in leen te ontvangen. In 1303 was hij getuige van Jan II toen deze het schot in Kennemerland regelde. In 1311 komt hij het eerst als ridder voor en schenkt 6 Febr. 1315 een rente van 10 schellingen aan de abdij van Egmond, waarbij hij zich verbindt deze rente jaarlijks te betalen tot hij de 5 ponden zou hebben voldaan, die zijn vrouw Ada aan de abdij had gelegateerd. Vermeld 1325-1331 komt G.v.H. voor. Waarschijnlijk was hij driemaal gehuwd: met eene Ada, overl. in januari1308, met Elisabeth van Heukelom, die in 1311 testeert, en vóór 1317 met Beatrix van Haerlem Willemsdr. (wed. van Heer Jan Mulart), overl. 1326. Zij bezat den lijftocht der tienden en smaltienden van Petten, Groet en Hem en de vlastienden van Velzen en, sedert 1320, 50 ponden uit de opbrengst van het schot te Aalsmeer, welk bedrag haar man van den graaf te leenhield. Uit het eerste huwelijk sproten waarschijnlijk Gerrit en een dochter, Domicella de Bloemen; uit de derde echt: Hendrik, die in 1350 als baljuw van Amstelland voorkomt en Willem van Haerlem alias van Heemskerk, nà 1357 zonder kinderen overleden. Bron: H.J. Koenen in Wapenheraut VII, 235-240. ridder en baljuw van Amstelland (1338) en Rijnland (1348) Gerard van Heemskerk was in derde echt gehuwd met Beatrix Willemsdr van Haarlem. (wed. Jan Mulart ) en zodoende ontstond verwantschap tussen de bewoners v/h oude rondeel en Oud Haerlem te Heemskerck én raakte de van Heemskerk-clan verwikkeld in de verdeling v/h "versterf" van Jan van Haarlem-van Bergen, Jan, de laatste Heer van Haarlem, was nl. een neef van Beatrijs. |
- Vader:
Arnoud Gerardsz (Arent) van Heemskerck2,3, zn. van Gerard I van Teylingen van Heemskerck en NN Persijn, geb. circa 1195, ovl. circa 1290, , ridder, baljuw van van Kennemerland (1254) en 1254/1256 vermeld als kastelein van de Torenburg. Hij was eigenaar van het huis Heemskerk 1264 September 21 (in die beati Mathei ewangeliste) Nicolaus, abt van Hecmunda, prior en convent van Hecmunda, verklaren ten behoeve van het herstel der dijken bij Harghen verkocht te hebben aan heer Arnoldus de Heemskerc, ridder, tegen 175 ponden Hollands het land in Bachem met uitzondering van enige goederen die Arnoldus de Hecmunda daar als leen bezit, van de 12 weiden die het leen van Augustinus heten, van de 8 weiden, door de voormalige schout aldaar Nicolaus genoemd Nanno aan de abdij gelegateerd en van de weiden, die bij het land van de abdij in Casterkem behoren. Afschrift (Inv.no. 3, fol, 44 vo). Afschrift (Inv.no. 3, fol, 44 vo.), tr. in 1230.
|  |
tr. (1)
met
Ada van Bloemen.
tr. (2) na 1308
met
Elisabeth van Heukelom, geb. in 1264, ovl. na nov 1311,
, testeert 28-11-1311.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jan | *1308 | Naaldwijk | | | | 1 | 1 |
tr. (3) circa 1270
met
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Hendrik | | Heemskerk | †1353 | | | 1 | 4 |
Bronnen:
1. | De Wapenheraut (WH), van 1897 tot 1920 |
2. | Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 34) |
3. | Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 726) |
>
Elisabeth van Heukelom
in
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Elisabeth van Heukelom, geb. in 1264, ovl. na nov 1311,
, testeert 28-11-1311.tr. na 1308
met
Gerrit II (Gerard) van Heemskerk1, zn. van Arnoud Gerardsz (Arent) van Heemskerck en Margaretha van Voorne, geb. circa 1258, knape 1296, doet oorvede aan de stad Keulen 1271, ovl. in Lotharingen circa 1337, , Nog zeer jong zijnde zweert hij in 1271 met zijn broeder Berthold en met Albrecht heer van Voorne en Floris Hugo'sz van Voorne, heer van Heenvliet, geen wraak te zullen nemen over de gebroeders Hendrik en Albert van Herpen, van wie de eerste bij den aanslag op Keulen gesneuveld was en de andere gevangen was genomen. Op 21 Sept. 1292 gaf Gerrit een keur aan zijn lieden van Lutteke, Oosthuizen en Drei, waarbij hij de hoge en lage rechtspraak aldaar regelde. In 1296, na de moord op Floris V, was Gerrit één der edelen, die bij het volk onder verdenking lagen van medeplichtigheid, en zich daarom moesten verbinden te Haarlem verblijf te houden tot de komst van Graaf Jan uit Engeland. Hij heeft zich kunnen zuiveren, want 4 Juli 1296 bevond Gerrit zich in het gevolg van de graaf, toen deze de douarie regelde van zijn gemalin. In 1299 draagt hij zijn huis te Heemskerk als eigen goed aan de graaf op om het weer in leen te ontvangen. In 1303 was hij getuige van Jan II toen deze het schot in Kennemerland regelde. In 1311 komt hij het eerst als ridder voor en schenkt 6 Febr. 1315 een rente van 10 schellingen aan de abdij van Egmond, waarbij hij zich verbindt deze rente jaarlijks te betalen tot hij de 5 ponden zou hebben voldaan, die zijn vrouw Ada aan de abdij had gelegateerd. Vermeld 1325-1331 komt G.v.H. voor. Waarschijnlijk was hij driemaal gehuwd: met eene Ada, overl. in januari1308, met Elisabeth van Heukelom, die in 1311 testeert, en vóór 1317 met Beatrix van Haerlem Willemsdr. (wed. van Heer Jan Mulart), overl. 1326. Zij bezat den lijftocht der tienden en smaltienden van Petten, Groet en Hem en de vlastienden van Velzen en, sedert 1320, 50 ponden uit de opbrengst van het schot te Aalsmeer, welk bedrag haar man van den graaf te leenhield. Uit het eerste huwelijk sproten waarschijnlijk Gerrit en een dochter, Domicella de Bloemen; uit de derde echt: Hendrik, die in 1350 als baljuw van Amstelland voorkomt en Willem van Haerlem alias van Heemskerk, nà 1357 zonder kinderen overleden. Bron: H.J. Koenen in Wapenheraut VII, 235-240. ridder en baljuw van Amstelland (1338) en Rijnland (1348) Gerard van Heemskerk was in derde echt gehuwd met Beatrix Willemsdr van Haarlem. (wed. Jan Mulart ) en zodoende ontstond verwantschap tussen de bewoners v/h oude rondeel en Oud Haerlem te Heemskerck én raakte de van Heemskerk-clan verwikkeld in de verdeling v/h "versterf" van Jan van Haarlem-van Bergen, Jan, de laatste Heer van Haarlem, was nl. een neef van Beatrijs, tr. (1) met Ada van Bloemen. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Beatrix Willemsdr van Haarlem. Uit dit huwelijk een zoon. |  |
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jan | *1308 | Naaldwijk | | | | 1 | 1 |
>
Arnoud Gerardsz (Arent) van Heemskerck
|  |
in Kwartierstaat van Cees Hagenbeek Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Arnoud Gerardsz (Arent) van Heemskerck1,2, geb. circa 1195, ovl. circa 1290, , ridder, baljuw van van Kennemerland (1254) en 1254/1256 vermeld als kastelein van de Torenburg. Hij was eigenaar van het huis Heemskerk 1264 September 21 (in die beati Mathei ewangeliste) Nicolaus, abt van Hecmunda, prior en convent van Hecmunda, verklaren ten behoeve van het herstel der dijken bij Harghen verkocht te hebben aan heer Arnoldus de Heemskerc, ridder, tegen 175 ponden Hollands het land in Bachem met uitzondering van enige goederen die Arnoldus de Hecmunda daar als leen bezit, van de 12 weiden die het leen van Augustinus heten, van de 8 weiden, door de voormalige schout aldaar Nicolaus genoemd Nanno aan de abdij gelegateerd en van de weiden, die bij het land van de abdij in Casterkem behoren. Afschrift (Inv.no. 3, fol, 44 vo). Afschrift (Inv.no. 3, fol, 44 vo.). |
tr. in 1230
met
Margaretha van Voorne1, dr. van Dirk II (Theodericus) ridder van Voorne (heer van Voorne en burggraaf van Zeeland 1216-27, vermeld 1188-1227) en Alverada van Kuyc, geb. in 1210.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Gerrit II | *1258 | | †1337 | | 79 | 3 | 2 |
Bronnen:
1. | Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 34) |
2. | Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 726) |
>
Gerard I van Teylingen van Heemskerck
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Gerard I van Teylingen van Heemskerck, geb. in 1175, ovl. in 1222,
, mogelijk bastaardzoon van Willem I van Teijlingen van Heemskerk.- Vader:
Willem I (Willem Huigsz) graaf van Theylingen van Brederode1,2, zn. van Hugo van Theylingen en Maria Daniëlsdr van der Merwede, geb. Santpoort op slot Brederode, Voorhout circa 1155 (1176), vermeld 1174, derde graaf van Teylingen, ovl. Sassenheim circa 1215 (1244), , Willem, van Teylingen, oudste zoon van Hugo en van de dochter van de Merwede, was Heer van Teylingen, Langerak en de Lecke en bekleedde de waardigheid van ridder. Hij wordt vermeld in charters van 21 Aug. 1200, 3 Nov. 1200 en 20 Febr. 1201 en verleende volgens JOANNES A LEIDIS krachtigen steun aan Willem van Holland tegen den Graaf van Loon. Hij was tweemaal gehuwd. Eerst trad hij in 1210 in den echt met Agnes van Lynden (dochter van Willem, den eersten van dien naam, gestorven in 1186, en van Agnes van Montbéliard, dochter van den Heer van Altena). Zij stierf reeds 25 Oct. 1211 en werd in de abdij van Rijnsburg begraven, waarna haar man hertrouwde met Halewijn van Egmond (dochter van Wouter van Egmond, die in 1217 in Syrië stierf, en van dementia van Gelder). Hij zelf stierf in 1244, twee zonen nalatende, Willem en Dirk, welke laatste in 1249 baljuw of drossaet van Kennemerland en in 1266 van Holland werd en vermoedelijk eene dochter van Heer Otto van Arkel huwde. Willem was Heer van Teylingen en van de Lecke, overleed in 1284 en werd in het klooster te Egmond begraven. Zijne vrouw was Geertruid van Woerden (dochter van Heer Herman en van eene van Amstel), die in 1283 stierf en in hetzelfde klooster begraven werd. Willem II van Lynden ging na zijn huwelijk met Christina van Brederode samen met zijn schoonbroer Dirk van Brederode en andere ridders een kruistocht maken naar het heilige land. Er staat ook dat hij samen met zijn (aangetrouwde) neef Otto van der Lippe (Bisschop van Utrecht) weer een kruistocht maakt naar het heilige land. Nadat hij weer thuis kwam was Otto in oorlog met Roedolf kastelein van Koevorden. Hieruit kunnen wel dus wel opmaken dat er een verband zit tussen de Van Lippens, Van Lyndens en Van Brederodes. Dirk van Brederode zou willicht de eerste heer van Brederode kunnen zijn maar er staat nergens een verband tussen Christina en Dirk, alleen in het groot algemeen woordenboek. Willem van Teylingen (noemd zich ook wel van Brederode) is de vader van Dirk alleen is Dirks moeder niet dezelfde als die van Christina. Het dus lastig in te schatten of Wilhelm/Willem van Brederode vroeger van Teylingen heette en dat hij getrouwd was met - Margriet van der Lippe (of misschien alleen een relatie) waaruit Christina kwam; - Maria Gerardsdr. van Castricum waaruit Gerard en Willem II (1205-1244) van Teylingen kwamen; - Agniese Gerardsdr Van Bentheim waaruit Dirk I van Brederode kwam. Deze Dirk heeft geleefd van 1180 t/m 1236 en hij kon wellicht samen met Willem II van Lynden een kruistocht hebben gemaakt. Er staat nergens een bron waarin ze alle drie worden genoemd, altijd is het of:- Willem van Brederode en Margriet van der Lippe met of zonder Christina en getrouwd met Willem II van Lynden.- Willem van Teylingen, heer van Brederode getrouwd met de andere vrouwen. Dirk zou dan een halfbroer kunnen zijn van Christina. Ook wordt in bronnen van Margriet en Willem een overlijdens jaar van Willem 1221 genoemd. In de ander bronnen (geen verband Magriet van der Lippe) wordt +/- 1215 als overlijdens jaar genoemd. Ook is het raar dat vaak vermeld staat dat Christina geboren en begraven is in Egmond-Binnen, terwijl het Slot Brederode daar 35 kilometer onder zit en zij zelf ook zo heet. Ook rond deze tijd werd de naam Brederode ingevoerd. Al met al kunnen we nergens uit maken of we verder kunnen gaan met de van Teylingen lijn omdat alles erg onduidelijk is. meerderJarig 1174, vermeld 1198, 1203, steunde na de dood van graaf Dirk VII 4 nov. 1203 diens broer Willem, belegerde de burcht van Leiden nadat gravin Ada hierheen was getrokken om een steunpunt te hebben. 1203 (Willem wordt 'neve' (consangineus) genoemd, richtte een tweeTal sterkten op te Bussche en Zwanenburg, nam mogelijk deel aan de Slag bij Voorschoten 1204, overl. tussen 1203 en 1205, tr. voor 1185 N.N. 1e Heer van Brederode, tr. (1) circa 1175 met Agnieze van Bentheim. Uit dit huwelijk 6 kinderen, tr. (2) met Maria Gerardsdr van Castricum. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (3) met Margarethe van Lippe. Uit dit huwelijk een dochter, relatie (2).
|  |
tr. in 1195
met
NN Persijn, geb. in 1170.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Arnoud | *1195 | | †1290 | | 95 | 1 | 1 |
>
NN Persijn
in
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
NN Persijn, geb. in 1170.tr. in 1195
met
Gerard I van Teylingen van Heemskerck, zn. van Willem I graaf van Theylingen van Brederode (vermeld 1174, derde graaf van Teylingen), geb. in 1175, ovl. in 1222,
, mogelijk bastaardzoon van Willem I van Teijlingen van Heemskerk.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Arnoud | *1195 | | †1290 | | 95 | 1 | 1 |
>
Halewijne van Egmond
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Halewijne van Egmond1, geb. Egmond in 1170, ovl. aldaar in 1244.- Vader:
Wouter "de Kwade" Heer van Egmond2,3, zn. van Allart van Egmond ridder (Ridder en Heer van Egmond 1158-1168) en Antonia van Henegouwen, geb. Egmond-Binnen circa 1150 [[DNL 1969: 253-254}}, Twaalfde Heer van Egmond, ovl. Egmond op de Hoef op 13 sep 1208,
, hij is de bewijsbare stamvader van het geslacht van Egmond.
Hij is begraven in de kerk te Egmond. Hij komt voor onder de 'homines cimitis' bij het vredesverdrag met Brabant van 3 nov. 1200. Hij schonk met Antonius de Gelmen het goed Albrantswaart in het land van Putten aan de abdij Ter Does (Ter Duinen), hetgeen in 1201 werd bevestigd door graaf Dirk
VII van Holland. Als partijgenoot van graaf Willem I vocht hij in de Loonse oorlog (1204-1205) aan het hoofd der Kennemers, samen met Banjaert, de heer van Sint Aagtenkerke te Beverwijk. Zijn kasteel op de Hoef werd in die tijd door de vijand verwoest, het is later weer opgebouwd; op 7 juni 1573 werd het door Sonoy geheel afgebrand, in verband met de Spaanse aanval op Alkmaar. Wegens zijn voortdurende twisten met de abdij, wier zaakgelastigde (advocadus) hij was, zou men hem de bijnaam van 'Kwaden Wouter' gegeven hebben. Het is onbewezen of hij een zoon was van Allardus, die in 1186 bij Schagen tegen de Friezen sneuvelde.
Begint na 1205 aan de wederopbouw van het Slot op den Hoef, dat verwoest werd in de Loonse oorlog.
Voor 1208 beschermheer en vertegenwoordiger (advocatus) van de St. Adalbertabdij. Streed in de Loonse Ooorlog aan de zijde van Willem I van Holland, tr. met Mabilia I Hugodr Clementina van IJsselmonde. Uit dit huwelijk 3 zonen.
tr. (1) circa 1194
met
Bartholomeus van Voorne en Maerlant4, van Voorne en Maerlant van Naeldwijck, zn. van Dirk I van Voorne (vermeld 1174-1188) en Hadewich Unarchsdr van Naaldwijk, geb. circa 1170, vermeld 1199 en1203, ovl. na 1214 Vermeld 1199 en 1203, ontving goederen in Maasland, Zwartewaal en West-Voorne
1199: Huge van Vorne en zijn broers Dirc en Bartholomeus van Vorne doen afstand voor hun zonden en die van hun ouders ten behoeve van het godshuis Sint Marienweerd van hun rechten in de visserij van Gescenmunde, het door de graaf geschonken. De zoons van Arnold Blankerd, die deze van Huge in leen hielden, doen evenenees afstand. Getuigen : Henric van Vlerdinghe, Henric van Riswich, Ghiselbert van der Lee, Ghiselbert van Lace, Arnold Meire.
122(?) : Aleid, gravin weduwe van Holland, verklaart aan de edele heren Dirc, heer van Vorne, Florens van de Worth en Huge van Naltwyc dat zij de in een vorige acte vermelde vepanding door heer Nicholaus Persin van de tiende, die deze van haar in leen houdt, schriftelijk heeft bevestigd.
Kinderen van Bartholomeus"
1.Hugo I van Naeldwijc
2.Bartholomeus van Maerlant,
, ontving goederen in Maeslant, Swartewael en West Voorne. Overleden na 1214, van Voorne van Naeldwijck . Wordt vermeld in akten van 131214 (wellicht 1204) van Floris, Heer van Voorne met Dirk als broeders van Floris. Floris heeft een zoon Hugo II, derhalve zal Hugo I, Heer van Voorne hun vader zijn.
Bartholemeus van Voorne en Maerlant/ van Naaldwijck, geboren ±1170, vermeld 1199-1203,treedt 20-2-1203 op als getuige voor de Heer van Voorne,verkrijgt bij overlijden van zijn broer, Hugo, heer van Voorne, goederen te Naaldwijk, op Voorne en op Goedereede; heeft in 1220 ook als bezit op Voorne,land gelegen in Middelland.
Jongste zoon van Dirk, heer van Voorne, werd door zijn broer Hendrik beleend met goederen te Naaldwijk die waren ingebracht door hun moeder, bewoonde de hofstede bij Zwartewaal. 1199: Huge van Vorne en zijn broers Dirc en Bartholomeus van Vorne doen afstand voor hun zonden en die van hun ouders ten behoeve van het godshuis Sint Marienweerd van hun rechten in de visserij van Gescenmunde, het door de graaf geschonken. De zoons van Arnold Blankerd, die deze van Huge in leen hielden, doen evenenees afstand. Getuigen : Henric van Vlerdinghe, Henric van Riswich, Ghiselbert van der Lee, Ghiselbert van Lace, Arnold Meire OV 46 (1991) 228, vermeld 1203.
Van Bartholemeus zijn drie kinderen bekend:
1 Hadewig Bartholomeusdr. van Maerlant
2 Bartholomeus van Maerlant. vermeld in 1230
3 Hugo I van Naaldwijck geboren ±1195
Aleid, gravin weduwe van Holland, verklaart aan de edele heren Dirc, heer van Vorne, Florens van de Worth en Huge van Naltwyc dat zij de in een vorige acte vermelde verpanding door heer Nicholaus Persin van de tiende, die deze van haar in leen houdt, schriftelijk heeft bevestigd, OV 46 (1991) 230, relatie. Hij krijgt geen kinderen.
Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Hugo I | *1195 | | †1262 | | 67 | 1 | 2 |
2 | Hadewig | *1210 | | †1249 | | 39 | 1 | 1 |
tr. (2) in 1194
met
Arnold (Arent) van Rijswijck van Teylingen, zn. van Willem I graaf van Theylingen van Brederode (vermeld 1174, derde graaf van Teylingen) en Agnieze van Bentheim, geb. circa 1176, ovl. in 1216,
, Arnold van Rijswijk 1198-1216 vervulde de grafelijke functie van 'dapifer' drost in de periode 1198/1201. Indien nu heer Arnold van Rijswijk ook de vader was van abt Lubbert I van Egmond en diens broer Dirk van Rijswijk dan valt ook een verdere conclusie te trekken, namelijk dat heer Arnold de schoonvader van Gerard van Egmond zal zijn geweest. Gerard heeft zijn oudste zoon Wouter naar zijn eigen vader vernoemd en de tweede zoon Arnold naar zijn schoonvader. Daarnaast heeft Gerard van Egmond zijn zoon Lubbert vernoemd naar diens oom abt Lubbert I van Egmond, en deze tevens voorbestemd voor een kerkelijke loopbaan. Dit laatste, vernoeming en bestemming, is namelijk een Middeleeuwse gewoonte die in veel families aan te treffen valt.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Richenza | *1195 | | †1238 | | 43 | 1 | 1 |
2 | Sofia | *1215 | | | | | 1 | 1 |
>
Jacob Jacobsz van Lichtenberg
in
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Jacob Jacobsz van Lichtenberg, geb. Egmond circa 1265, ovl. aldaar op 25 jul 1327.tr.
met
Machteld Ghiselbert uten Goye, dr. van Ghiselbert uten Goye (ridder, maarschalk van de bisschop van Utrecht, vermeld 1242-1271) en Mabelia Herbertsdr van den Berghe (vermeld 1288), geb. circa 1260, ovl. Voorne in 1315.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Mabelia | *1280 | Veldhuizen | †1308 | Veldhuizen | 28 | 1 | 3 |
>
Ada van Bloemen
in
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Ada van Bloemen.tr.
met
Gerrit II (Gerard) van Heemskerk1, zn. van Arnoud Gerardsz (Arent) van Heemskerck en Margaretha van Voorne, geb. circa 1258, knape 1296, doet oorvede aan de stad Keulen 1271, ovl. in Lotharingen circa 1337, , Nog zeer jong zijnde zweert hij in 1271 met zijn broeder Berthold en met Albrecht heer van Voorne en Floris Hugo'sz van Voorne, heer van Heenvliet, geen wraak te zullen nemen over de gebroeders Hendrik en Albert van Herpen, van wie de eerste bij den aanslag op Keulen gesneuveld was en de andere gevangen was genomen. Op 21 Sept. 1292 gaf Gerrit een keur aan zijn lieden van Lutteke, Oosthuizen en Drei, waarbij hij de hoge en lage rechtspraak aldaar regelde. In 1296, na de moord op Floris V, was Gerrit één der edelen, die bij het volk onder verdenking lagen van medeplichtigheid, en zich daarom moesten verbinden te Haarlem verblijf te houden tot de komst van Graaf Jan uit Engeland. Hij heeft zich kunnen zuiveren, want 4 Juli 1296 bevond Gerrit zich in het gevolg van de graaf, toen deze de douarie regelde van zijn gemalin. In 1299 draagt hij zijn huis te Heemskerk als eigen goed aan de graaf op om het weer in leen te ontvangen. In 1303 was hij getuige van Jan II toen deze het schot in Kennemerland regelde. In 1311 komt hij het eerst als ridder voor en schenkt 6 Febr. 1315 een rente van 10 schellingen aan de abdij van Egmond, waarbij hij zich verbindt deze rente jaarlijks te betalen tot hij de 5 ponden zou hebben voldaan, die zijn vrouw Ada aan de abdij had gelegateerd. Vermeld 1325-1331 komt G.v.H. voor. Waarschijnlijk was hij driemaal gehuwd: met eene Ada, overl. in januari1308, met Elisabeth van Heukelom, die in 1311 testeert, en vóór 1317 met Beatrix van Haerlem Willemsdr. (wed. van Heer Jan Mulart), overl. 1326. Zij bezat den lijftocht der tienden en smaltienden van Petten, Groet en Hem en de vlastienden van Velzen en, sedert 1320, 50 ponden uit de opbrengst van het schot te Aalsmeer, welk bedrag haar man van den graaf te leenhield. Uit het eerste huwelijk sproten waarschijnlijk Gerrit en een dochter, Domicella de Bloemen; uit de derde echt: Hendrik, die in 1350 als baljuw van Amstelland voorkomt en Willem van Haerlem alias van Heemskerk, nà 1357 zonder kinderen overleden. Bron: H.J. Koenen in Wapenheraut VII, 235-240. ridder en baljuw van Amstelland (1338) en Rijnland (1348) Gerard van Heemskerk was in derde echt gehuwd met Beatrix Willemsdr van Haarlem. (wed. Jan Mulart ) en zodoende ontstond verwantschap tussen de bewoners v/h oude rondeel en Oud Haerlem te Heemskerck én raakte de van Heemskerk-clan verwikkeld in de verdeling v/h "versterf" van Jan van Haarlem-van Bergen, Jan, de laatste Heer van Haarlem, was nl. een neef van Beatrijs, tr. (2) met Elisabeth van Heukelom. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (3) circa 1270 met Beatrix Willemsdr van Haarlem. Uit dit huwelijk een zoon. |  |
>
- Vader:
Willem van Haerlem (van Haarlem) riudder, zn. van Simon II van Haerlem (baljuw van Zeeland, later Baljuw van Kennemerland) en Beatrijs van Voorne, geb. in 1250, baljuw van Kennemerland, ambachtsheer van Castricum, ovl. op 25 sep 1317, , Willem bereikte niet de hoogten van zijn vader. Hij is ook nooit ridder geworden. Wel is hij tweemaal gehuwd, de eerste maal met een zekere Katharina, van wie de geslachtsnaam ons eveneens onthouden wordt. Zijn tweede echtgenote droeg de naam Geertruida, terwijl haar toenaam opgegeven wordt als "van Alkemade". Deze naam heeft zij echter ontleend aan het geslacht van haar overleden echtgenoot Hendrik van Alkemade. Na de dood van haar tweede man zal zij in het klooster Loosduinen treden onder de naam "van Haarlem". In werkelijkheid stamde zij van de familie van de Wateringe, tr. (1) circa 1305 met Geertruida van de Wateringe van Alkemade, , Willem's tweede echtgenote was Geertruida van de Wateringe g.g.m. Hendrik van Alkemade. Na de dood van haar tweede man zal zij in het klooster Loosduinen treden. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) circa 1270.
|  |
- Moeder:
Katharina van Voorne, geb. Castricum circa 1250, ovl. in 1290,
, Willem is tweemaal gehuwd, de eerste maal met een zekere Katharina, van wie de geslachtsnaam ons onthouden wordt.
16-5-1290: lijftocht levenslang vruchtgebruik van Katharina, g.m. Willem van Haarlem, gevestigd op het ambacht van Castricum, etc.
Willem & Katharina hadden een jong overleden mannelijk telg: de voortzetting van de lijn werd geleverd door Jan van Bergen, hun neef.
tr. (1) circa 1270
met
Gerrit II (Gerard) van Heemskerk1, zn. van Arnoud Gerardsz (Arent) van Heemskerck en Margaretha van Voorne, geb. circa 1258, knape 1296, doet oorvede aan de stad Keulen 1271, ovl. in Lotharingen circa 1337, , Nog zeer jong zijnde zweert hij in 1271 met zijn broeder Berthold en met Albrecht heer van Voorne en Floris Hugo'sz van Voorne, heer van Heenvliet, geen wraak te zullen nemen over de gebroeders Hendrik en Albert van Herpen, van wie de eerste bij den aanslag op Keulen gesneuveld was en de andere gevangen was genomen. Op 21 Sept. 1292 gaf Gerrit een keur aan zijn lieden van Lutteke, Oosthuizen en Drei, waarbij hij de hoge en lage rechtspraak aldaar regelde. In 1296, na de moord op Floris V, was Gerrit één der edelen, die bij het volk onder verdenking lagen van medeplichtigheid, en zich daarom moesten verbinden te Haarlem verblijf te houden tot de komst van Graaf Jan uit Engeland. Hij heeft zich kunnen zuiveren, want 4 Juli 1296 bevond Gerrit zich in het gevolg van de graaf, toen deze de douarie regelde van zijn gemalin. In 1299 draagt hij zijn huis te Heemskerk als eigen goed aan de graaf op om het weer in leen te ontvangen. In 1303 was hij getuige van Jan II toen deze het schot in Kennemerland regelde. In 1311 komt hij het eerst als ridder voor en schenkt 6 Febr. 1315 een rente van 10 schellingen aan de abdij van Egmond, waarbij hij zich verbindt deze rente jaarlijks te betalen tot hij de 5 ponden zou hebben voldaan, die zijn vrouw Ada aan de abdij had gelegateerd. Vermeld 1325-1331 komt G.v.H. voor. Waarschijnlijk was hij driemaal gehuwd: met eene Ada, overl. in januari1308, met Elisabeth van Heukelom, die in 1311 testeert, en vóór 1317 met Beatrix van Haerlem Willemsdr. (wed. van Heer Jan Mulart), overl. 1326. Zij bezat den lijftocht der tienden en smaltienden van Petten, Groet en Hem en de vlastienden van Velzen en, sedert 1320, 50 ponden uit de opbrengst van het schot te Aalsmeer, welk bedrag haar man van den graaf te leenhield. Uit het eerste huwelijk sproten waarschijnlijk Gerrit en een dochter, Domicella de Bloemen; uit de derde echt: Hendrik, die in 1350 als baljuw van Amstelland voorkomt en Willem van Haerlem alias van Heemskerk, nà 1357 zonder kinderen overleden. Bron: H.J. Koenen in Wapenheraut VII, 235-240. ridder en baljuw van Amstelland (1338) en Rijnland (1348) Gerard van Heemskerk was in derde echt gehuwd met Beatrix Willemsdr van Haarlem. (wed. Jan Mulart ) en zodoende ontstond verwantschap tussen de bewoners v/h oude rondeel en Oud Haerlem te Heemskerck én raakte de van Heemskerk-clan verwikkeld in de verdeling v/h "versterf" van Jan van Haarlem-van Bergen, Jan, de laatste Heer van Haarlem, was nl. een neef van Beatrijs, tr. (1) met Ada van Bloemen. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) na 1308 met Elisabeth van Heukelom. Uit dit huwelijk een zoon. |  |
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Hendrik | | Heemskerk | †1353 | | | 1 | 4 |
tr. (2) circa 1280
met
Jan Mulart bastaard van Borssele, zn. van Hendrik dictus Wisse van Borsselen, geb. circa 1250, ovl. circa 1303.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Margaretha | *1280 | | †1346 | | 66 | 1 | 3 |
>
NN van Teijlingen
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
NN van Teijlingen.tr.
met
Wouter II [[KdG: 9126]] van Langerak1,1,2,4, zn. van Ridder Wouter uten Goye (vermeld 1268-1277) en Jkv. NN van Arkel van Everdingen, geb. tussen 1255 en 12603, knape, vermeld 1283-1298, ovl. Utrecht tussen 1298 en 1311,
, vermeld 1285-1298, tr. (1) met NN van der Merwede. Uit dit huwelijk 3 kinderen.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Gijsbert | *1295 | | †1329 | | 33 | 1 | 1 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
2. | De Nederlandsche Leeuw (DNL), vanaf 1883 |
3. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak) (B 002), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (blz. 57) |
4. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak) (B 002), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (blz. 58) |
>
Gijsbert van Langerak
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Gijsbert van Langerak, geb. circa 1295, ovl. voor 29 mrt 1329.- Vader:
Wouter II [[KdG: 9126]] van Langerak1,1,2,4, zn. van Ridder Wouter uten Goye (vermeld 1268-1277) en Jkv. NN van Arkel van Everdingen, geb. tussen 1255 en 12603, knape, vermeld 1283-1298, ovl. Utrecht tussen 1298 en 1311,
, vermeld 1285-1298, tr. (1) met NN van der Merwede. Uit dit huwelijk 3 kinderen, tr. (2).
tr.
met
Bertha van Zuylen van Beverweerd, dr. van Sweder van Zuylen van Beverweerd en Wiltenburg en Hillegonda van Vianen Beverweerd.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Johan | *1320 | | †1378 | | 57 | 1 | 1 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
2. | De Nederlandsche Leeuw (DNL), vanaf 1883 |
3. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak) (B 002), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (blz. 57) |
4. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak) (B 002), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (blz. 58) |
>
Bertha van Zuylen van Beverweerd
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Bertha van Zuylen van Beverweerd.tr.
met
Gijsbert van Langerak, zn. van Wouter II [[KdG: 9126]] van Langerak (knape, vermeld 1283-1298) en NN van Teijlingen, geb. circa 1295, ovl. voor 29 mrt 1329.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Johan | *1320 | | †1378 | | 57 | 1 | 1 |
>
Henrica van Abcoude
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Henrica van Abcoude, geb. in 1165, ovl. in 1230.tr.
met
Steven II van Zuijlen van Anholt, zn. van Steven van Zuijlen von Anholt (Herr von Anholt, ministeriaal, Procurator de Cleve) en Hadewich van Wiltenburg, geb. Zuilen circa 1160, heer van Zuylen en Anholt, ovl. Zuilen in 1249,
, Steven II van Sulen van Anholt, heer van Anholt, Swesereng en Westbrouck (1181-1249), was scheidsrechter in het geschil tussen de graaf van Kleef, de aartsbisschop van Keulen en de hertog van Luxemburg in 1217, wat resulteerde in het verdrag van Keulen (juni 1231)
Hij trouwde met Henrica van Abcoude.
Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Steven III | *1181 | Kleef [Duitsland] | †1249 | | 68 | 2 | 1 |
>
Sweder van Zuylen van Beverweerd en Wiltenburg
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Sweder van Zuylen van Beverweerd en Wiltenburg, geb. circa 1250, ovl. in 1304.- Vader:
Steven IV van Zuijlen van Anholt ridder, zn. van Steven III van Zuijlen van Anholt (heer van Zuylen en Anholt) en Aleid van Buren, geb. Anholt, Isselburg [Duitsland] circa 1205, heer van Zuylen 1278-1299, Heer van Anholt-1299 (heer van Zuylen en Anholt) (ridder, heer van Sulen), ovl. op 3 jan 1300, , 1272 Ritter, Herr v. Zuylen u. Anholt, 1269 Burgmann zu Monzeburg, tr.
|  |
tr.
met
Hillegonda van Vianen Beverweerd (van de Velde), ovl. op 6 aug 1296.
Uit dit huwelijk 2 dochters:
>
Hillegonda van Vianen Beverweerd
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Hillegonda van Vianen Beverweerd (van de Velde), ovl. op 6 aug 1296.tr.
met
Sweder van Zuylen van Beverweerd en Wiltenburg, zn. van Steven IV van Zuijlen van Anholt ridder (heer van Zuylen 1278-1299, Heer van Anholt-1299) en Hadewich van Wiltenborg (vrouwe van Wiltenbug, vermeld 1286, 288, 1297), geb. circa 1250, ovl. in 1304.
Uit dit huwelijk 2 dochters:
>
Michiel Brulo
in
Kwartierstaat van Fred Spaans
Michiel Brulo, ged. Leiden (Hooglandse Kerk) op 24 sep 1656 (getuige: Maria Brulo).- Vader:
Michiel Brulo, zn. van Vincent Brulé, geb. Tourcoingne [België] circa 1620, (getuigen: zijn schoonzuster Geertje Arnold en zijn broer Abraham de Brander, onder de naam Brulo), passementwerker, doopgetuige van zijn nicht Maria Brulo Leiden (Hooglandse Kerk) op 12 jan 1659, otr. (1) Leiden op 18 jul 1643, tr. Warmond op 2 aug 1643 met Haesgen Aris. Uit dit huwelijk geen kinderen, otr. (2) Leiden op 16 jul 1650, tr. Rijnsburg op 7 aug 1650.
>
Arendt de Brander
Arendt de Brander, ged. Leiden (Hooglandse Kerk) op 17 feb 1699 (getuige: Geertruijdt Arnouts).
>
Leuntje Pieters
in
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Leuntje Pieters (van der Hooren), geb. Korteraar [België] circa 1624, woont aan de Does te Leiderdorp tot 19 apr 1653.otr. (1) Ter Aar op 19 apr 1653, tr. Ter Aar op 7 mei 1653
met
Jan Sijmonsz Westerende (Westerembden, Westersijnde, Westereijnde, Laeckenkoper), geb. Wirdum bij Emden circa 16121, lakenkoper, Korteraar [België] in nov 1635,
, in de protocollen Nieuwveen 1670-1677, inv.nr. 7 op pag. 67v staat dat op 26 okt 1674 Jan Sijmonsz Westerembde als grootvader en voogd, mede handelend namens Jan Louwerisz, oom en medevoogd over Neeltge Abrahamsdr Sterrevelt, verkoopt aan Cornelis Leendertsz van der Veer de helft van een huis en erf, belend ten oosten de weduwe van Willem Heijndericksz van Sijll, ten westen de erfgenamen van Leuntge Dircxsdr, ten zuiden Jan Dircxsz van Ruijten en ten noorden de Nieuwveense dijk, waarvan de andere helft toekomt aan Aeltje Thonisdr van Swieten. Koopsom 350 gulden, tr. (2) met Neeltje Willemsdr. Uit dit huwelijk 4 kinderen.
Uit dit huwelijk 7 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Cornelia | ~1654 | Ter Aar | | | | 0 | 0 |
2 | Isaack | ~1655 | Langeraar | | | | 1 | 3 |
3 | Jacobus | ~1657 | Langeraar | | | | 1 | 6 |
4 | Johannes | ~1659 | Ter Aar | | | | 1 | 10 |
5 | Anna | ~1661 | Ter Aar | | | | 0 | 0 |
6 | Petrus | ~1663 | Ter Aar | | | | 0 | 0 |
7 | Pieter | ~1667 | Ter Aar | | | | 0 | 0 |
tr. (2) Ter Aar in dec 1648
met
Cornelis Cornelissen Swanenburgh.
>