Hadamut van Eppenstein
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Hadamut van Eppenstein (Eppstein).relatie
met
Frederik II Graf an der Sempt, zn. van Friedrich I Graf von Diessen-Andechs en Hemma von Öhningen, graaf van Diessen,
, 1050 Graf v.Diessen?, 1050-66 urk, 1035 Domvogt v.Regensburg, 1056 Graf an der Sempt, 1070 Abdankung, Mönch zu St.Blasien, Graf zu Haching?, bei EStT Sohn des Dietrich I, tr. (2) met Irmgard von Gilching. Uit dit huwelijk een dochter.
Uit deze relatie een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Hagunda | | | †1104 | | | 3 | 1 |
>
Poppo I von Weimar Markgraf von Istrien
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Kwartierstaat van Mechelien Mezach
Poppo I Graf von Weimar Markgraf von Istrien, ovl. voor 1044,
, 1012 Markgraf von Krain und Istrien, bei Grote und EStT Sohn des Wilhelm III.- Vader:
Willem II van Weimar, zn. van Willem I van Weimar en Adela von Sorbenmark, ovl. op 15 dec 1003,
, Willem II van Weimar, de Grote, (ca. 945 - 24 december 1003) was de leidende edelman in Thüringen.
Willem was graaf van Weimar (963), de Altgau (967), de Helmegau (968) en de Viesichgau (974). Hij had bovendien grote persoonlijke bezittingen in de regio. Na de dood van keizer Otto II steunde hij de aanspraken van Hendrik II van Beieren (hertog), een oom van Otto II. Willem werd daarom in 984 door de aanhangers van Otto III belegerd in Weimar maar dat beleg werd afgebroken toen Hendrik naderde om hem te ontzetten. In 1002 steunde Willem Hendriks zoon, de latere keizer Hendrik II. Hij werd toen weer belegerd maar wist dat te doorstaan. Nadat Hendrik II keizer was geworden trad Willem op namens de landstreek Thüringen. In bronnen wordt hij zelfs hertog genoemd maar dat is praktisch onmogelijk omdat Thüringen geen hertogdom was. Willem wist de plicht van Thüringen om ieder jaar 500 varkens aan de koning te leveren te laten afschaffen, deze belasting had bestaan sinds het onafhankelijke koninkrijk Thüringen in 531 door de Franken was onderworpen. Willem ontving de koning nog op zijn kasteel en overleed korte tijd daarna. Hij is begraven in Naumburg (Saale).
Willem was zoon van Willem I (ca. 910 - 16 april 963). Die was graaf in het zuiden van Thüringen en koos in 953 de kant van de opstandige hertogen Liudolf van Zwaben en Koenraad de Rode. Willem I verloor daardoor zijn functies en werd verbannen naar Beieren maar in 956 werd hij in zijn ambten en bezittingen hersteld en verwierf nog meer functies.
Willem II trouwde met een onbekende vrouw, tr.
relatie
met
Hadamut van Istrië (Hadamut (Azzela) van Friuli, van Friaul), dr. van Werigand van Istrië (graaf van Friaul) en Willibirg van Ebersberg (erfdochter).
Uit deze relatie een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Ulrich I | | | †1070 | | | 1 | 2 |
>
Hadamut van Istrië
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Hadamut van Istrië (Hadamut (Azzela) van Friuli, van Friaul).relatie
met
Poppo I Graf von Weimar Markgraf von Istrien, zn. van Willem II van Weimar en NN van Babenberg, ovl. voor 1044,
, 1012 Markgraf von Krain und Istrien, bei Grote und EStT Sohn des Wilhelm III.
Uit deze relatie een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Ulrich I | | | †1070 | | | 1 | 2 |
>
Bela I van Hongarije
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Bela I koning van Hongarije (Magyarország), geb. circa 1014, koning van Hongarije, ovl. in 1063,
, 1048-1061 Herzog, 1061 Kiraly
Koning van Hongarije van 1061 tot 1063 en behoorde tot het huis van Árpád.
Béla was een zoon van hertog Vazul van Hongarije en van Katun van Bulgarije. Na de mislukte opstand van zijn vader werd hij samen met zijn broers verbannen. Hij woonde eerst in Bohemen en daarna in Polen. Béla vocht in het leger van koning Mieszko II Lambert van Polen en zou een opstand van de Pommeren hebben bedwongen door de aanvoerder van de opstandelingen in een tweegevecht te verslaan. Hij werd in Polen gedoopt met de naam Adalbert en trouwde met een Poolse prinses. Béla steunde zijn zwager Casimir I van Polen om de macht van het Poolse koningshuis te vestigen.
In 1047 werd zijn oudere broer Andreas koning van Hongarije. Béla werd benoemd tot hertog tussen de Morava (Tsjechië) en de Hron. In die functie was hij veldheer tegen Kroatië en Bulgarije. Béla leek de aangewezen troonopvolger maar toen Andreas zijn 5-jarige zoon Salomon tot medekoning kroonde, vluchtte Béla naar Polen. Met een Pools leger wist hij in twee veldslagen Andreas te verslaan, diein 1060 in gevangenschap aan zijn verwondingen bezweek. Diens vrouw wist echter met Salomon en de schatkist naar Duitsland te vluchten. Béla werd koning van Hongarije maar de Duitse regentes Agnes steunde Salomon als tegenkoning.
Toen de landdag in 1061 het herstel van het heidendom eiste, liet hij de landdag door troepen uiteen jagen. Béla hervormde het muntwezen en de economie. In 1063 trok een Duits leger onder Otto I vanNortheim naar Hongarije om Salomon op de troon te zetten. Het kwam niet tot een veldslag want Béla raakte zwaargewond toen de baldakijn van zijn troon in zijn paleis in Dömös instortte, en overleedkort daarna. Béla werd begraven in de abdij van Szekszárd die hij in 1061 had gesticht.
Béla was gehuwd met de Poolse koningsdochter Richezza, dochter van Mieszko II Lambert. Zij hadden volgende kinderen:
Géza I van Hongarije, koning in 1074-1077 Lanka, gehuwd met Rostislav van Rostov Veliki Sophia (-1095), huwde een eerste maal rond 1062 met Ulrich I van Weimar, markgraaf van Carniola, graaf van Istrië (-1070) en een tweede maal rond 1071 met Magnus van Saksen Ladislaus I van Hongarije koning in 1077-1095 Euphemia (Ludmilla) (-1111), huwde met prins Otto I de Schone van Moravië-Olmütz (-1087) Maria, (rond 1053/55-); huwde met Andronicus Dukas, medekeizer van Byzantium, zoon van Constantijn X van Byzantium Lampert, hertog van Nitra in 1077-1095 Helena (Ilona), huwde met de koning van Kroatië Dmitar Zvonimir (1075-1089) Béla had ook nog een onechte dochter Sophia, getrouwd met graaf Lambert Hont-Pázmány.
Béla I the Champion or the Bison (Hungarian: I. (Bajnok/Bölény) Béla) (c. 1016 – 11 September 1063), King of Hungary (1060-1063). He descended from a younger branch of the Árpád dynasty and spent seventeen years in exile, probably in the court of the Kings of Poland. He came back to Hungary at the request of his brother, King Andrew I who assigned him the government of one third of the kingdom. However, Béla did not want to accept the hereditary rights of his brother's son, Solomon to the throne and he rebelled against his brother. Although, he managed to ascend to the throne after defeating King Andrew, he could not strengthen his reign and ensure his sons' succession. Early years Béla was the second[1] son of Duke Vazul, a cousin of Stephan I, the first King of Hungary. His mother was probably the concubine (a daughter of a member of the Hungarian gens Tátony) of his father, who still followed pagan customs[2]. On September 2, 1031, King Stephen I's only surviving son Imre was killed by a boar while hunting. King Stephen I wanted to secure the position of the Christianity in his semi-converted kingdom; therefore he was planning to name his sister's son, Peter Urseolo as his successor. However, Duke Vazul, who was suspected to be following pagan customs, took part in a conspiracy aimed at the murder of the king. But the assassination attempt failed and Duke Vazul had is eyes gouged out and molten lead poured in his ears and his three sons were exiled. In exile After their father's tragic death, the three brothers were obliged to leave the country. Fleeing first to Bohemia, they continued to Poland where Béla settled down, while his brothers, Levente and Andre continued on, settling in Kiev. In Poland, Béla served King Mieszko II Lambert of Poland and took part in the king's campaigns against the pagan Pomeran tribes. He became a successful military leader, and the king gave his daughter[3] in marriage to him. He may have been baptized just before his marriage, and his Christian name was Adalbert. After his marriage, he probably lived in Poland even during the time of interregnum when his brother-in-law, King Casimir I of Poland was obliged to leave the country. Some authors claim that during the interregnum in Poland, Béla fled to Bohemia and they identify Béla with "King Stephen's cousin", mentioned in medieval chronicles [4], whom the Emperor Henry III, in 1043, assigned to govern the parts of Hungary he had occupied from King Samuel Aba, when the Hungarians refused to accept King Peter's rule. Duke of Tercia pars Regni In the meantime, after a sanguine pagan revolt which ended the rule of King Peter, Béla's brother ascended the throne in Hungary as King Andrew I. However, his relations with the Holy Roman Empire remained tense, because King Peter had been not only a close ally of the Emperor Henry III, but he also had become a vassal of the Holy Roman Empire. King Andrew sent an embassy to the imperial court and offered to accept the Emperor's supremacy, but Henry III refused the peace; therefore the new King of Hungary had to make preparations for the approaching war. That was the reason he invited his younger brother, the successful military leader, Béla to his court, and Béla accepted his offer. In 1048, Andrew conceded one third of Hungary (Tercia pars Regni) in appanage to Béla.[5]. The two brothers shared power without incident until 1053, when King Andrew fathered a son, Solomon. Thereafter, Andrew became determined to secure the throne for his son and to displace his brother. Andrew, therefore, had his son (Béla's nephew) crowned "junior king" (rex iunior) in 1057. Following the coronation, Béla left his brother's court. In two years later, according to legend, King Andrew called back Béla to his court, and placed before him a crown and a sword, representing royal and ducal power, respectively, and asked Béla to take his choice. Knowing that choosing the crown would mean his life, Béla instead selected the sword. Shortly afterwards, Béla fled to Poland where he was received by King Boleslaw II of Poland, nephew of his wife. King of Hungary In 1060, Béla returned to Hungary and defeated King Andrew I to become the new king. After his brother's death and Béla's victory at the Theben Pass, Béla was crowned king on December 6, 1060. During his brief reign he concerned himself with crushing pagan revolts in his kingdom. Hungarian chroniclers praised Béla for introducing new currency, such as the silver denarius, and for his benevolence to the former followers of his nephew, Solomon. Béla died in an accident when his throne's canopy collapsed. After Béla's death, King Henry IV of Germany installed Solomon as the new king and Béla's male progenies had to flee to Poland again.tr. (1) circa 1039
met
Richenza (Rixa) van Polen, dr. van Mieczyslaw II van Polen (koning van Polen) en Richenza van Palts-Lotharingen, ovl. na 1052.
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Sophie | | | †1095 | | | 2 | 4 |
2 | Ladislas | *1040 | | †1095 | Nyitra [Frankrijk] | 54 | 1 | 1 |
3 | Geisa I | *1040 | | †1077 | | 36 | 2 | 1 |
tr. (2)
met
Tuta von Formbach im Schweinachgau, dr. van Heinrich im Schweinachgau en Himiltrud , geb. circa 1021, ovl. circa 1073,
, Tuta van Formbach (* 1037, † 1100) was de stichter van het klooster Suben en mogelijk de tweede vrouw van koning Bélas I van Hongarije .
Tuta was de dochter van graaf Hendrik I (Hesso) van Formbach († 1030 of 1046) en zijn vrouw Himildrud. Na de vroege dood van hun enige broer Herimann († 1030), kwamen de bezittingen naar Suben, inclusief het kasteel Suben, en in het Pramtal naar Tuta. Haar zuster Himiltrudis ontving voornamelijk goederen ten westen van de Inns. De lucratieve contributie werd in gelijke delen betaald door de surtax te Schärding .
Na de dood van Richenza van Polen († 1058) was Tuta mogelijk de tweede vrouw van de Hongaarse koning Béla I in 1059. Hoe Tuta bij het Hongaarse hof terechtkwam, is niet bekend. Later trouwde ze met Engelbrecht III, graaf in Val Pusteria en graaf Palatine in Karinthië. Wanneer Tuta stierf, is precies niet bekend. De inscriptie op haar gotische grafplaat, die waarschijnlijk onder Provost Matthäus Meermoser werd gekocht, bevat de aanduiding MCXXXVI Kls May ; Maar dit kan niet waar zijn, aangezien Tuta 1095, haar zoon Koloman, begon als het hoofd van het klooster in Suben. De hele inscriptie op de grafplaat luidt: " Hye leyt de spuitende chünichleychis genderd aan terughoudend genaamd Tuta oprichter decz equivalent gotisch huis stierf aan Suben MCXXXVI KIs May "
>
Richenza van Polen
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Richenza (Rixa) van Polen, ovl. na 1052.- Vader:
Mieczyslaw II van Polen, zn. van Boleslaw I Chrosby van Polen (koning van Polen) en Emenilde van Slovenië, geb. in 990, koning van Polen, ovl. op 25 mrt 1034,
, 1025 Krol, verlor die Kontrolle über die von seinem Vater eroberten Länder und mußte weite Territorien im Südosten an Böhmen und Deutschland zurückgeben, 1031 abgesetzt, 1032 Ksiaz
Mieszko II Lambert, bijgenaamd de Vadsige of de Luie (ca. 990 - 10 mei 1034) was koning van Polen.
Als zoon van koning Boleslaw I van Polen kreeg Mieszko een goede opleiding, hij kon lezen en schrijven en beheerste Grieks en Latijn. In 1013 werd hij gouverneur van Krakau en onderhandelde hij namens Polen tijdens vredesbesprekingen in Merseburg. In 1015 plunderde hij in Bohemen maar werd gevangengenomen en pas na betaling van een losgeld vrijgelaten.
Door het testament van zijn vader werd Mieszko na diens overlijden koning, in plaats van zijn oudere halfbroer Bezprym. Tijdens het kerstfeest van 1025 werd hij gekroond in Gniezno. Koning Koenraad IIde Saliër van Duitsland maakte bezwaar tegen de kroning met het argument dat hij formeel leenheer van Polen was en dat zijn toestemming voor de kroning had moeten worden gevraagd. Mieszko trok zich daar niets van aan, waarna Koenraad voor oorlog koos. Mieszko wist zich goed te verdedigen en probeerde de oorlog zo veel mogelijk in Duitsland zelf uit te vechten. Gedurende een paar jaar werd gevochten tussen een Duits-Boheems en Pools-Hongaars bondgenootschap. In 1030 werd Polen echter verslagen toen ook het Kievse Rijk de kant van Duitsland koos. Mieszko moest vluchten naar Bohemen en zijn halfbroer stuurde de koningskroon naar Duitsland. Polen werd verdeeld in losse hertogdommen. Mieszko kreeg een van de hertogdommen maar moest de Duitse oppermacht erkennen. Door moorden op zijn rivalen wist Mieszko het land in 1032 weer te verenigen. Mieszko werd in 1034 door Poolse edelen vermoord, hij werd begraven in de Sint-Petrus-en-Paulusbasiliek te Poznan (stad).
Er is geen enkele reden om aan te nemen dat Mieszko lui of vadsig zou zijn. Vermoedelijk heeft hij achteraf deze bijnamen gekregen in de nationalistische geschiedschrijving omdat tijdens zijn regeringde Poolse macht die door zijn vader was opgebouwd, door Duitsland werd gebroken.
Mieszko was een zoon van Boleslaw I van Polen en van Emnilda. Hij was in 1013 gehuwd met Richeza. Zij kregen de volgende kinderen:
Casimir I
mogelijk een onbekende dochter die met Emmerik van Hongarije (heilige) zou zijn getrouwd
Richeza
Gertrudis (1020- 4 januari 1107/1108), gehuwd met Izjaslav I van Kiev, tr. circa 1013.
- Moeder:
Richenza (Richenza, Rixa, Ryxa, Richesa) van Palts-Lotharingen, dr. van Ezzo van Lotharingen (paltsgraaf Lotharingen) en Mathilde van Saksen, geb. tussen 995 en 1000, ovl. Saalfeld tussen 21 mrt 1063 en 31 mrt 1063 ,
, Richeza van Lotharingen, ook Rixa, (ca. 1000 - Saalfeld/Saale, 21 maart 1063) was koningin van Polen tot 1034.
Na de moord op haar man, Mieszko II Lambert van Polen, vluchtte Richeza met haar kinderen naar haar familie in Duitsland. In 1047 overleed haar broer Otto II van Zwaben. Tijdens de begrafenis van Otto legde Richeza haar juwelen af en verklaarde plechtig dat zij ook in een klooster zou treden.
Na haar overlijden werd Richeza niet in Brauweiler begraven (zoals zij had gewenst) maar in het nieuwe Mariagarden klooster in Keulen (in de immuniteit van de dom). Aartsbisschop Anno II beriep zich op een mondelinge afspraak met Richeza. Hij eigende zich ook de schenkingen toe die Richeza aan Brauweiler had gedaan als tegenprestatie voor haar begrafenis. Na lange juridische strijd wist het klooster van Brauweiler deze schenkingen in 1090 alsnog in handen te krijgen. Het Mariagarden klooster werd in 1817 afgebroken, het gebeente van Richeza werd toen verplaatst naar de Johanneskapel in de dom.
Richeza werd heilig verklaard vanwege haar grote schenkingen aan de kerk en omdat ze een groot aantal kerken bouwde. De Nicolaas- en Gertrudiskerken in Keulen, Klotten, Brauweiler, Saalfeld, Bonn en Essen, zijn door haar gesticht.
Een persoonlijk evangeliarium van Richeza is bewaard in de Hessische bibliotheek. Haar graf is meerdere malen geopend om relikwieën uit te nemen. In 1959 is haar graf voor het laatst geopend. Uit haar skelet blijkt dat ze een kleine, tengere vrouw was met een genezen sleutelbeenbreuk en ouderdomsverschijnselen aan de wervelkolom.
Richeza was de dochter van paltsgraaf Ezzo van Lotharingen en Mathilde van Saksen, dochter van keizer Otto II. Zij huwde in 1013 met de Poolse koning Mieszko II Lambert (990-1034).
tr. circa 1039
met
Bela I koning van Hongarije (Magyarország), zn. van Vazul van Hongarije en Anastasia Katun van Bulgarije, geb. circa 1014, koning van Hongarije, ovl. in 1063,
, 1048-1061 Herzog, 1061 Kiraly
Koning van Hongarije van 1061 tot 1063 en behoorde tot het huis van Árpád.
Béla was een zoon van hertog Vazul van Hongarije en van Katun van Bulgarije. Na de mislukte opstand van zijn vader werd hij samen met zijn broers verbannen. Hij woonde eerst in Bohemen en daarna in Polen. Béla vocht in het leger van koning Mieszko II Lambert van Polen en zou een opstand van de Pommeren hebben bedwongen door de aanvoerder van de opstandelingen in een tweegevecht te verslaan. Hij werd in Polen gedoopt met de naam Adalbert en trouwde met een Poolse prinses. Béla steunde zijn zwager Casimir I van Polen om de macht van het Poolse koningshuis te vestigen.
In 1047 werd zijn oudere broer Andreas koning van Hongarije. Béla werd benoemd tot hertog tussen de Morava (Tsjechië) en de Hron. In die functie was hij veldheer tegen Kroatië en Bulgarije. Béla leek de aangewezen troonopvolger maar toen Andreas zijn 5-jarige zoon Salomon tot medekoning kroonde, vluchtte Béla naar Polen. Met een Pools leger wist hij in twee veldslagen Andreas te verslaan, diein 1060 in gevangenschap aan zijn verwondingen bezweek. Diens vrouw wist echter met Salomon en de schatkist naar Duitsland te vluchten. Béla werd koning van Hongarije maar de Duitse regentes Agnes steunde Salomon als tegenkoning.
Toen de landdag in 1061 het herstel van het heidendom eiste, liet hij de landdag door troepen uiteen jagen. Béla hervormde het muntwezen en de economie. In 1063 trok een Duits leger onder Otto I vanNortheim naar Hongarije om Salomon op de troon te zetten. Het kwam niet tot een veldslag want Béla raakte zwaargewond toen de baldakijn van zijn troon in zijn paleis in Dömös instortte, en overleedkort daarna. Béla werd begraven in de abdij van Szekszárd die hij in 1061 had gesticht.
Béla was gehuwd met de Poolse koningsdochter Richezza, dochter van Mieszko II Lambert. Zij hadden volgende kinderen:
Géza I van Hongarije, koning in 1074-1077 Lanka, gehuwd met Rostislav van Rostov Veliki Sophia (-1095), huwde een eerste maal rond 1062 met Ulrich I van Weimar, markgraaf van Carniola, graaf van Istrië (-1070) en een tweede maal rond 1071 met Magnus van Saksen Ladislaus I van Hongarije koning in 1077-1095 Euphemia (Ludmilla) (-1111), huwde met prins Otto I de Schone van Moravië-Olmütz (-1087) Maria, (rond 1053/55-); huwde met Andronicus Dukas, medekeizer van Byzantium, zoon van Constantijn X van Byzantium Lampert, hertog van Nitra in 1077-1095 Helena (Ilona), huwde met de koning van Kroatië Dmitar Zvonimir (1075-1089) Béla had ook nog een onechte dochter Sophia, getrouwd met graaf Lambert Hont-Pázmány.
Béla I the Champion or the Bison (Hungarian: I. (Bajnok/Bölény) Béla) (c. 1016 – 11 September 1063), King of Hungary (1060-1063). He descended from a younger branch of the Árpád dynasty and spent seventeen years in exile, probably in the court of the Kings of Poland. He came back to Hungary at the request of his brother, King Andrew I who assigned him the government of one third of the kingdom. However, Béla did not want to accept the hereditary rights of his brother's son, Solomon to the throne and he rebelled against his brother. Although, he managed to ascend to the throne after defeating King Andrew, he could not strengthen his reign and ensure his sons' succession. Early years Béla was the second[1] son of Duke Vazul, a cousin of Stephan I, the first King of Hungary. His mother was probably the concubine (a daughter of a member of the Hungarian gens Tátony) of his father, who still followed pagan customs[2]. On September 2, 1031, King Stephen I's only surviving son Imre was killed by a boar while hunting. King Stephen I wanted to secure the position of the Christianity in his semi-converted kingdom; therefore he was planning to name his sister's son, Peter Urseolo as his successor. However, Duke Vazul, who was suspected to be following pagan customs, took part in a conspiracy aimed at the murder of the king. But the assassination attempt failed and Duke Vazul had is eyes gouged out and molten lead poured in his ears and his three sons were exiled. In exile After their father's tragic death, the three brothers were obliged to leave the country. Fleeing first to Bohemia, they continued to Poland where Béla settled down, while his brothers, Levente and Andre continued on, settling in Kiev. In Poland, Béla served King Mieszko II Lambert of Poland and took part in the king's campaigns against the pagan Pomeran tribes. He became a successful military leader, and the king gave his daughter[3] in marriage to him. He may have been baptized just before his marriage, and his Christian name was Adalbert. After his marriage, he probably lived in Poland even during the time of interregnum when his brother-in-law, King Casimir I of Poland was obliged to leave the country. Some authors claim that during the interregnum in Poland, Béla fled to Bohemia and they identify Béla with "King Stephen's cousin", mentioned in medieval chronicles [4], whom the Emperor Henry III, in 1043, assigned to govern the parts of Hungary he had occupied from King Samuel Aba, when the Hungarians refused to accept King Peter's rule. Duke of Tercia pars Regni In the meantime, after a sanguine pagan revolt which ended the rule of King Peter, Béla's brother ascended the throne in Hungary as King Andrew I. However, his relations with the Holy Roman Empire remained tense, because King Peter had been not only a close ally of the Emperor Henry III, but he also had become a vassal of the Holy Roman Empire. King Andrew sent an embassy to the imperial court and offered to accept the Emperor's supremacy, but Henry III refused the peace; therefore the new King of Hungary had to make preparations for the approaching war. That was the reason he invited his younger brother, the successful military leader, Béla to his court, and Béla accepted his offer. In 1048, Andrew conceded one third of Hungary (Tercia pars Regni) in appanage to Béla.[5]. The two brothers shared power without incident until 1053, when King Andrew fathered a son, Solomon. Thereafter, Andrew became determined to secure the throne for his son and to displace his brother. Andrew, therefore, had his son (Béla's nephew) crowned "junior king" (rex iunior) in 1057. Following the coronation, Béla left his brother's court. In two years later, according to legend, King Andrew called back Béla to his court, and placed before him a crown and a sword, representing royal and ducal power, respectively, and asked Béla to take his choice. Knowing that choosing the crown would mean his life, Béla instead selected the sword. Shortly afterwards, Béla fled to Poland where he was received by King Boleslaw II of Poland, nephew of his wife. King of Hungary In 1060, Béla returned to Hungary and defeated King Andrew I to become the new king. After his brother's death and Béla's victory at the Theben Pass, Béla was crowned king on December 6, 1060. During his brief reign he concerned himself with crushing pagan revolts in his kingdom. Hungarian chroniclers praised Béla for introducing new currency, such as the silver denarius, and for his benevolence to the former followers of his nephew, Solomon. Béla died in an accident when his throne's canopy collapsed. After Béla's death, King Henry IV of Germany installed Solomon as the new king and Béla's male progenies had to flee to Poland again, tr. (2) met Tuta von Formbach im Schweinachgau. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Sophie | | | †1095 | | | 2 | 4 |
2 | Ladislas | *1040 | | †1095 | Nyitra [Frankrijk] | 54 | 1 | 1 |
3 | Geisa I | *1040 | | †1077 | | 36 | 2 | 1 |
>
Praxedis van Rusland
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Praxedis van Rusland (Ewpraksija Wsewolodowna Kiewskaja), geb. circa 1070, ovl. Kiev [Russian Federation] op 10 jul 1109.tr. in 1089
met
Keizer Hendrik IV von Schwaben der Salier, zn. van Hendrik III von Schwaben (Room Koning en Keizer) en Agnes van Poitou-Aquitanië (regentes Duitse rijk), geb. Goslar op 11 nov 1050, Rooms Koning-Keizer, ovl. Luik (B) op 7 aug 1106, begr. Spiers (Domkerk) eerst na opheffing van de ban op 7 aug 1111, tr. (1) met Keizerin Bertha van Suza de Turin, dr. van Otto di Savoia Marchese di Susa Comte de Chablais (graaf van Savoye) en Adelheid van Susa. Uit dit huwelijk 2 kinderen
>
Ermengarde van Horn
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Ermengarde (Irmengard) van Horn,
, De stelling dat Emmo trouwde met een erfdochter van Horne is al lang achterhaald;[2] intussen staat vast dat hij trouwde met Swanhilde, dochter van de Friese graaf Dirk III.tr.
met
Emmo III van Loon1, zn. van Giselbert I dit de Duras 'd Orchimont en Erlande de Jodoigne, geb. Borgloon [België] op 12 dec 1020, graaf van Loon 1046, ovl. Borgloon [België] op 17 jan 1078, , Emmo [Immo], son of Giselbert Comte de Looz & his wife Liutgarde de Namur (-17 Jan 1078). The Vita Arnulfi names "Emmonem et Ottonem fratrem eius" as sons of Liutgarde, daughter of Albert [I] Comte de Namur. From a chronological point of view, it is not possible for Emmo and his brother to have been the children of Otto de Looz who, as stated above, is recorded in another source as the husband of Liutgarde de Namur. No primary source has been identified which confirms that Emmo and Otto were the sons of Comte Giselbert, although this suggested parentage would fit the chronology of the family. Comte de Looz. ?..Ottonis advocati et fratris eius Emmonis comitis de Los, Alberti comitis de Musal..? signed the charter dated 1059 under which ?Fredericus..Lothariencium dux? donated a serf to Saint-Trond. The necrology of Ličge Saint-Lambert records the death "XVII Kal Feb" of "Emononis comitis". m ---. The identity of the wife of Comte Emmo has not been established beyond doubt. The Annalista Saxo names "Bertrada, soror Suanehildis comitisse de castro quod dicitur Lon in Hasbania, cuius filius fuit Arnoldus comes Mogotiensis prefectus" as wife of Graf Dietrich (identified as Dietrich I Graf von Katlenburg). As noted in the document HOLLAND, no primary source has been identified which indicates that Bertrada was the daughter of Dirk III Count of Holland. Nevertheless, from a chronological point of view Count Dirk is the most likely father, assuming that Bertrada was a member of that family. "Arnoldus comes Mogotiensis prefectus" in this passage must be identified as Arnaud [I] Comte de Looz, who is recorded as the son of Emmo Comte de Looz. If that is correct, the wife of Emmo was Suanehildis of Holland, daughter of Dirk III "Hierosolymita" Count of Holland & his wife Othelindis [von Haldensleben] (-31 Mar [1100]). From a chronological point of view, the suggestion is feasible: the birth of the children of Count Dirk III must be dated to [1010/35], while Comte Emmoţs children were probably born in [1040/60]. The necrology of Ličge Saint-Jacques points to this being the correct solution when it records the death 31 Mar of ?Spannehildis comitissima de Los? and her donation. Verdonk indicates that she died in 1100 on a pilgrimage to Rome. [The Vita Andreć, first abbot of Averboden, in the Chronicle written by Nicolas Hogeland Abbot of Middelburg, records that "comitis Arnoldi Lossensis" descended "ex parte matris" from "Clivić comitibus", which would be inconsistent with this hypothesis but, as pointed out below, Klaversma notes that this source is a 17th century forgery and is therefore unreliable. [The dubious late-18th century Recueil généalogique de familles originaires des Pays-Bas indicates that Comte Emmo married ?Ermingarde, fille héritičre de Conrard sire de Hornes et de Machtilde de Juliers, laquelle fit de belles donations ŕ St. Barthelemi de Ličge et ŕ notre Dame de Hui?. No primary source is cited to confirm this statement and no reliable reference has been found to any such early family of Heren van Horne (see the document DUTCH NOBILITY). Possibly the statement is linked to the 17th century forgery which suggests that Horne was inherited by Emmo's son Thierry, as noted below. The reference to the ?donations ŕ St. Barthelemi de Ličge? suggests that this person was identified as "Ermengardis comitissa" whose donation is dated 1078, and presumably also as "Ermengardis" who made similar donations to the churches of Sainte-Marie et Saint-Lambert de Ličge by charter dated 5 Feb 1078. No primary source has been found which links Ermengarde to Looz while Daris, in his mid-19th century Histoire de Looz, indicated that the idea had no foundation. It is suggested elsewhere in the present document that the donor in question was the widow of Gozelon Comte de Montaigu.], relatie (2) met Swanhilde gravin van Holland. Uit deze relatie 4 kinderen, relatie (2). Hij krijgt een zoon. |  |
>
Folmar III van Metz
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Folmar III graaf van Metz, geb. voor 1055, graaf van Metz, ovl. in 1075.relatie
met
Schwanhild von Dagsburg, erfdochter van Dagsburg.
Uit deze relatie 2 zonen:
>
Schwanhild von Dagsburg
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Schwanhild von Dagsburg, erfdochter van Dagsburg.relatie
met
Folmar III graaf van Metz, zn. van Gottfried Graf und Pfalzgraf von Metz en Judith van Luxemburg ?, geb. voor 1055, graaf van Metz, ovl. in 1075.
Uit deze relatie 2 zonen:
>
Hugo V van Egisheim
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Kwartierstaat van Mechelien Mezach
Hugo V graaf van Egisheim (graaf van Dagsburg), ovl. voor 1049,
, 1027 unterstützt er Kaiser Konrad II. gegen Herzog Ernst v.Schwaben, begr Kloster Hesse.relatie
met
Mechtild , dr. van Albert van Moha.
Uit deze relatie een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Heinrich | | | †1063 | | | 1 | 3 |
>
Mechtild
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Mechtild .relatie
met
Hugo V graaf van Egisheim (graaf van Dagsburg), zn. van Hugo IV graaf van Egisheim (graaf in de Nordgau) en Heilwich van Dagsburg-Egisheim, ovl. voor 1049,
, 1027 unterstützt er Kaiser Konrad II. gegen Herzog Ernst v.Schwaben, begr Kloster Hesse.
Uit deze relatie een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Heinrich | | | †1063 | | | 1 | 3 |
>
Albert van Moha
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Albert van Moha.Hij krijgt een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Mechtild | | | | | | 1 | 1 |
>
Ferdinand Breedveld
in
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Parenteel van Jan Scharloo.
Fred (Ferdinand) Breedveld, geb. Rotterdam op 14 sep 1920, ovl. Zoeterwoude op 2 sep 1993.tr. Rotterdam op 29 jul 1942
met
Truus (Geertrui) Lepelaar, dr. van Paulus Lepelaar (electriciën, had een electrot. installatiebureau en winkel "Het Electrohuis") en Magdalena de Vroedt, geb. Leiden op 27 dec 1920, ovl. Zoeterwoude op 20 jul 2016.
Uit dit huwelijk 12 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Magda | *1947 | | | | | 1 | 3 |
2 | Paulus | *1943 | Leiden | | | | 1 | 0 |
>
Godizo van de Betuwe
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Godizo van de Betuwe.relatie
met
Bertha (Bave)
>
Bertha
in
Kwartierstaat van Fred Spaans
Bertha (Bave) .relatie
met
Godizo van de Betuwe, zn. van Unruoch Hunerik in Teisterbant (graaf in Teisterbant981-1010)
>
Hendrik van Montferrat
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Hendrik van Montferrat.tr. voor 29 jan 1041
met
Adelheid van Susa (Adelaide van Turijn), dr. van Odelrico Manfredo II markgraaf van Suza (markgraaf) en Bertha van Este, geb. circa 1015, ovl. op 19 dec 1091, begr. op 25 dec 1091,
, Erbin der Ardoniniden, Erbin v.Piemont, Herrin v.Turin, La Grande Comtesse. 1. Ehe um 1036 mit Hermann v.Babenberg, Herzog von Schwaben (+ 1038). 2. Ehe 1042 mit Heinrich v.Montferrat; Busse, DFA56. + 19.12.? Adelheid van Turijn van Susa, relatie (1) met Herman IV hertog von Schwaben. Uit deze relatie 3 kinderen, tr. (3) met Otto di Savoia Marchese di Susa Comte de Chablais. Uit dit huwelijk 3 kinderen
>
Poppo II van Rott
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Poppo II van Rott, graaf van Rott, ovl. na 1040.relatie
met
Hazaga im Rangau ?, dr. van Kuno I Welf.
Uit deze relatie een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Kuno I | | | †1086 | | | 1 | 1 |
>
Hazaga im Rangau ?
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Hazaga im Rangau ?.relatie
met
Poppo II van Rott, zn. van Poppo I von Rott Graf an der Sempt (graaf van Rott), graaf van Rott, ovl. na 1040.
Uit deze relatie een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Kuno I | | | †1086 | | | 1 | 1 |
>
Baudouin II van Boulogne
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Baudouin II (Ernicule ?) graaf van Boulogne, geb. circa 990, graaf van Boulogne, ovl. in 1033.tr. (1) circa 1010
met
Adelheid van West-Friesland, dr. van Aarnout (Arnulf (Gandesis)) van Holland (graaf van 998 tot 993) en Liutgardis van Luxemburg, geb. circa 975, ovl. circa 1045, tr. (2) met Enguerrand I graaf de Ponthieu. Uit dit huwelijk een zoon.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Eustache I | *1004 | Boulogne-sur-Mer [Frankrijk] | †1049 | Vincennes (F) | 44 | 1 | 4 |
tr. (2)
met
Agnes de Jumičge, dr. van Eustache graaf Jumiege, geb. circa 984, tr. (1) met Hugo (Hugues) de Plantard, zn. van Jan I en Isabel , geb. circa 961, ovl. circa 1015,
, met de lange neus, is vermoord in 1015. Uit dit huwelijk geen kinderen
>
Adelheid van West-Friesland
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis
Adelheid van West-Friesland, geb. circa 975, ovl. circa 1045.tr. (1) circa 1010
met
Baudouin II (Ernicule ?) graaf van Boulogne, zn. van Gui graaf van Boulogne, geb. circa 990, graaf van Boulogne, ovl. in 1033, tr. (2) met Agnes de Jumičge. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Eustache I | *1004 | Boulogne-sur-Mer [Frankrijk] | †1049 | Vincennes (F) | 44 | 1 | 4 |
tr. (2)
met
Enguerrand I graaf de Ponthieu, zn. van Hugues I de Ponthieu en Gisela van Frankrijk, ovl. in 1045.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Hugues II | | | †1052 | | | 1 | 2 |
Bronnen:
1. | Genealogie der Graven van Holland (DEK/HOL), Dr. A.W.E. Dek, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1969 (blz. 11) |
2. | Graven van Holland, Middeleeuwse vorsten in woord en beeld (880-1580) (B 236), Graven van Holland, Middeleeuwse vorsten ., Prof. dr. D.E.H. Boer Dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, 978-90-5730-644-0, Zwolle, 2010 (blz. 21) |
3. | Oorkondenboek van Holland en Zeeland 7e eeuw tot 1222 deel 1 (B 044), Oorkondenboek van Holland en Zeeland deel I, Dr. A.C.F. Koch, Martinus Nijhoff, Den Haag, 1970 (blz. 88) |
4. | Graven van Holland, Middeleeuwse vorsten in woord en beeld (880-1580) (B 236), Graven van Holland, Middeleeuwse vorsten ., Prof. dr. D.E.H. Boer Dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, 978-90-5730-644-0, Zwolle, 2010 (blz. 25) |
>