Website van Cees Hagenbeek
Hendrik van Voorne(burg)
in
Genealogie van Conrad van Horn.
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Lourens de Groot

Hendrik van Voorne(burg), heer van Acquoy, ridder, ovl. voor 1330 (3 mrt 1328).

tr. voor 1305
met

Aleidis van Kuyc, dr. van Jan I van Kuyc (heer van Kuyc en Grave) en Jutta van Nassau (gravin van Nassau, vermeld 1285-1313).

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Katharina*1305  †1366  61



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883
2.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 17)
3.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 34)
4.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 78)
5.Genealogie der Graven van Holland (DEK/HOL), Dr. A.W.E. Dek, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1969 (blz. 39)


Aleidis van Kuyc
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Marinus Pannevis

Aleidis van Kuyc.

  • Vader:
    Jan I van Kuyc1,2, zn. van Ridder Hendrik III graaf van Kuyc en Agnes Jansdr Putten van Persijn, geb. circa 1230, heer van Kuyc en Grave, ovl. op 13 jul 1308,
    , Vermeld 1260-1308, heer van Kuyc en Grave 1254-1308, heer van Merum en Neerloon, heer van Kuyc en Grave ter opvolging van zijn vader 1254; tevens heer van Merum en Neerloon; verbindt zich met hertog Jan I van Brabant (doch met voorbehoud tegenover Gelre) 31-10-1286 en strijdt, als aanvoerder van een afdeling (conroot) waarin ook de banner-eenheden van Arkel en Heusden waren opgenomen, met hertog Jan I mee bij Woeringen 5-6-1288; organisator van de ontvoering van graaf Floris V van Holland 1296; vermeld t/m 1308; zn. van Hendrik III van Kuyc, ridder, heer van Kuyc en Grave, van Merum en half Asten, en diens eerste echtgenote
    (waarschijnlijk een dochter van Jan van Putten). Het bezit van Katendrecht wordt in leen gegeven door Jan van Cuyk aan Nicolaas van Putten: 8.7.1311 Jan Heer van Kuuc oorkondt, dat hij in leen heeft gegeven aan Heer Niclais van Putten en Striene de goederen en rechten die hij heeft in het ambacht van Katendrecht. Overigens wordt hij pas op 12 april 1260 voor het eerst vermeld als zoon van Hendrick: Jan, heer van Cuijk, bevestigt de gift door zijn vader Hendrik aan de abdij Mariënweerd gedaan, van zijn aandeel in het patronaatsrecht van de kerk te Beesd, tr. circa 1260.
 
  • Moeder:
    Jutta van Nassau2,3, dr. van Hendrik II 'de Rijke' graaf van Nassau (graaf, bouwt de Dillenburg) en Machteld van Gelre, geb. circa 1240 (circa 1240, schatting), gravin van Nassau, vermeld 1285-1313, ovl. na 25 jan 1312,
    , Bij de Nassause deling van 16 december 1255  zien we als zegelende getuige graaf Emich van Leiningen. Een eerdere verwantschap tussen Leiningen en Nassau is niet bekend. Het zou dus best mogelijk zijn dat graaf Otto II van Nassau reeds voor 16 december 1255 was gehuwd met Agnes van Leiningen. Opmerkelijke afwezige in dit delingsverdrag was zus Jutta die volgens Coldeweij ca.1260 zou huwen met Jan I van Kuyc. De eerste maal dat Jan I wordt genoemd als getuige voor zijn zwager - de elect Jan van Nassau - was pas in 1274. Het is overigens best mogelijk dat Jutta in december 1255 nog onmondig was en/of haar minimale huwelijkse leeftijd nog niet zou hebben bereikt. Verder door filosoferend zou Jutta dus geboren moeten zijn na december 1243. Haar ouders, graaf Hendrik II van Nassau en Mechteld van Gelre worden voor het laatst genoemd in 1247 zodat dat gegeven haar hypothetische geboortejaar niet in de weg staat. Omdat haar ouders al voor 1221 waren gehuwd zal Jutta het nakomertje in het gezin zijn gewees.
 

tr. voor 1305
met

Hendrik van Voorne(burg), zn. van Albrecht van Voorne Vicomte de Selande (burggraaf van Zeeland) en Catharina van Durbuy, heer van Acquoy, ridder, ovl. voor 1330 (3 mrt 1328).

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Katharina*1305  †1366  61



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883
2.Genealogie van Nassau (B 150), ir B.T. Wilschut, Uitgeverij Kronieken, 978-90-8860-0005-0, Amsterdam, 2009 (blz. 4)
3.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 69)


Willem II van Horn
in
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Lourens de Groot

Willem II (Wilhelm IV) van Horn1 (Horne, van), geb. circa 1240 (circa 1225), heer van Altena, Kortessem, Herr zu Horn, Altena, Weert in 1272, Vogt zu Thoren in 1273, Vogt zu zu Hese, Leende, Gessel, Diesen in 1279, ovl. Zierikzee op 5 dec 1300 (1304), begr. Keyzersbosch op 28 jan 1301,
, Ridder, heer van Horn, Altena, Kortessem, primogenitus 1264, voogd van Thorn 1273, testeert Weert 13 nov 1300 ambachtsheer van Barendrecht 1273, vermeld 1264-1277. In het boek Notice historique sur l'ancien comté de Hornes  van Mathias Joseph Wolter wordt Willem IV (II) op pag. 29 opgevoerd met twee andere echtegenoten Agnes van Perwez, t.w. Marguerite Looz, dochter van Arnold en Ida van Chiny als mede van Beatrix van Brabant met wie hij geen kinderen heeft.
2 februari 1285, Willem, ridder van Horn, heer van Altena, verkoopt aan zijn neef Willem, heer van Strijen, de helft van de tienden in "Vorensater Waert" in heer Gijsbrecht Bocs ambacht, met de bepaling dat hij die tienden tegen Pasen van het volgende jaar kan terugkopen voor 70 pond Hollands; en verklaart de koopsom te hebben ontvangen. Hij en zijn zonen worden verdacht van medeplichtigheid bij de moord op graaf Floris V, testeert in zijn huis te Weert op 23 nov 1300
Willem II, heer van Horn en Altena, maakt zijn testament.
Executeurs zijn Jan, heer van Cuyk, Arnold, heer van Steyn, zoon Dirk, proost van Oudmunster te Utrecht. Zijn 4 zoons zijn aanwezig en stemmen er mee in. Hij stelt een bedrag vast, dat uitgekeerd moet worden aan degenen, van wie hij geld heeft afgeperst;. £20 zwarte tournooisen 's jaars is voor een altaar in Keysersbosch, waar hij begraven wil worden. Hij is vermoedelijk op 5 december 1300 overleden
Heer van Hoorne en in 1272 Heer van Altena,Heer van Heeze.
Nam deel aan de 8ste Kruistocht, Slag bij Woeringen, 1288, Guldensporenslag 1302. Sneuvelde bij de slag van Zierikzee.in 1304.

  • Vader:
    Willem I (Willem, Engelbert) van Horne1, zn. van Wilhelm II van Horne en Margarethe "Widow of Wilhelm" von Montbéliard, geb. Horn circa 1190, heer van Horn, Altena en, ovl. Keyzersbosch op 10 apr 1265,
    , Testament van Wilhelmus, heer van Altena en Horn; hij bepaalt, dat:
    - de oudste zoon Willem krijgt het kasteel Horn, de goederen van Blaarthem en alles ten zuiden daarvan;
    - Dirk krijgt het kasteel Altena en alle goederen ten noorden van Blaarthem en alle lenen van Utrecht, Brabant, Holland en Kleef;
    - Helwiga, vrouw van de testateur ontvangt 100 mark 's jaars uit  de goederen te Beegden (Bekede), Rudorpe c.a, Roggel, Wouwerde en uit de goederen bij Randenrath; indien die goederen geen 100 mark renderen, zal zoon Willem aanvullen tot dat bedrag. Helwige ontvangt idem 100 mark uit de goederen van Altena en de hof te Uutwich 's jaars. Zoon Dirk zal tot 100 mark aanvullen wat minder zou renderen;
    - Engelbert, jongste zoon, krijgt uit de goederen te Horn 50 £ leuvens en idem uit die van Altena totdat voor Engelbert uit kerkelijke lenen tot een waarde van 100 £ zal zijn gezorgd;
    - Dirk zal aan Albertus van Voorne, schoonzoon van de testateur, echtgenoot van Willem's dochter Margaretha van Horn, betalen ürart de testateur nog schuldig is uit hoofde van het huwelijk en verder 1000 £ om zaken terug te geven, die hij zonder recht of reden heeft afgenomen
    zu Horn und Weert, Wilhelm I, 1244 Ererbung von Altena
    Kasteel Horn is gelegen aan de rand van het gelijknamige dorp Horn in Midden-Limburg, dat deel uitmaakt van de gemeente Leudal.
    Het kasteel is een van de oudste, nog intacte middeleeuwse ringmuurburchten in Nederland. De burcht is gebouwd op een natuurlijke verhoging aan de Maas. De naam Horn, en haar alternatieve spellingen Horne, Hurnen en Hornin, stammen af van het Germaanse Hornjôn, wat "heuvel of hoek in een moerassig land" betekent. De Maas was de natuurlijke scheiding tussen Horn en het nabijgelegen Roermond; in 1342 werd de Maas echter verder oostwaarts verlegd, richting Roermond, waardoor het kasteel Horn meer afhankelijk werd van een eigen slotgracht als verdedigingsmechanisme.
    Het kasteel dateert vermoedelijk al uit de 10e of 11e eeuw, en was oorspronkelijk in handen van zogenaamde roofridders, die inkomen verkregen door tolheffing op verkeer op de drukbevaren Maas. De oudst vermelde heerser van het gebied rondom het dorp Horn is Engelbert van Horn, zoon van Dirk van Horn. Het kasteel wordt voor het eerst vermeld in een brief uit 1243 waarin wordt vermeld dat Willem, Heer van Horn en Altena, het kasteel en het nabijgelegen dorp in leen heeft gekregen van de graaf van Loon.
    Kasteel Horn is gelegen aan de rand van het gelijknamige dorp Horn in Midden-Limburg, dat deel uitmaakt van de gemeente Leudal.
    Het kasteel is een van de oudste, nog intacte middeleeuwse ringmuurburchten in Nederland. De burcht is gebouwd op een natuurlijke verhoging aan de Maas. De naam Horn, en haar alternatieve spellingen Horne, Hurnen en Hornin, stammen af van het Germaanse Hornjôn, wat "heuvel of hoek in een moerassig land" betekent. De Maas was de natuurlijke scheiding tussen Horn en het nabijgelegen Roermond; in 1342 werd de Maas echter verder oostwaarts verlegd, richting Roermond, waardoor het kasteel Horn meer afhankelijk werd van een eigen slotgracht als verdedigingsmechanisme.
    Het kasteel dateert vermoedelijk al uit de 10e of 11e eeuw, en was oorspronkelijk in handen van zogenaamde roofridders, die inkomen verkregen door tolheffing op verkeer op de drukbevaren Maas. De oudst vermelde heerser van het gebied rondom het dorp Horn is Engelbert van Horn, zoon van Dirk van Horn. Het kasteel wordt voor het eerst vermeld in een brief uit 1243 waarin wordt vermeld dat Willem, Heer van Horn en Altena, het kasteel en het nabijgelegen dorp in leen heeft gekregen van de graaf van Loon.
    deze Willem is een zoon van Margaretha van Altena, de zus van Dirk III. Met Willem van Horne (1170-voor 1196) heeft zij twee zonen gekregen, geboren tussen 1195 en 1200; Willem en Engelbert. Er zijn genealogen die er van uitgaan dat deze Willem en Engelbert zonen zijn van Engelbertus III. Willem zou dan ca. 1170 geboren zijn en in 1264 ouder dan 90 jaar zijn overleden. Gegeven dat de gemiddelde levensverwachting van twintigjarigen in die tijd ca. 65 jaar was, lijkt het minder waarschijnlijk dat Willem over de 90 is geworden. Een leeftijd tussen de 60 en 65 jaar in 1264 lijkt meer waarschijnlijk. In deze stamboom is dan ook aangenomen dat deze Willem een kleinzoon is van Engelbertus III en de titel heer van Horne erfde van Engelbertus IV. Vader is dan Willem van Horne (1170 - ca. 1196).
    Voor van de Boel begint de aantoonbare geschiedenis van de heren van Horne na 1200 met de twee hiervoor al genoemde broers, Willem en Engelbert van Horn. Zij komen herhaaldelijk voor in de akten van hun oom Dirk III van Altena. Zoals hiervoor al gezegd was de zuster van Dirk III van Altena gehuwd met de vader van de hiervoor genoemde Willem en Engelbert. Dirk III had geen wettige opvolger en zag de twee zonen van zijn zuster als zijn erfgenamen.
    Willem erfde van Engelbertus IV van de Hornense kant voor 1219 Horne met een aantal andere dorpen en andere gebieden. Daarnaast erfde hij in 1242 ook van zijn oom Dirk van Altena. Hoofdzakelijk was dat het land van Altena en de heerlijkheid Cortessen bij Hasselt (Belgie). Hij werd zodoende de eerste heer van Horn en van Altena. In de registers van Roermond zal in 1236 de daar genoemde Wilhelmus de Horne en in 1244 de daar genoemde Wilhelmus, edelheer, ridder, heer van Altena allebei deze Willem zijn.
    Willem I van Horne en Altena was tweemaal gehuwd. Van zijn eerste vrouw is weinig bekend (Klaversma, p.53). Zijn tweede vrouw had als voornaam Helwidis of Helwiga. Volgens een bekende genealoog van de Hornes, Goethals, behoorde zij tot de familie van Wickrath, een zijtak van de aanzienlijke Hochstadens die behoorden tot de oude geboorteadel (Klaversma, p. 51 en 52).
    Er wordt vanuit gegaan dat de eerste vrouw van Willem kinderloos is overleden en dat Helwidis de stammoeder is geweeest van het geslacht Horne-Altena (Klaversma p.53)
    In zijn testament (kort voor 1264) bepaalt Willem dat zijn oudste zoon Willem heer van Horne zal zijn en zijn zoon Dirk heer van Altena (Regesters van Roermond 1242 - 1264). Echter, omdat Dirk in 1272 kinderloos is overleden krijgt zijn broer Willen dan ook Altena. Hij wordt dan Willem I van Horne en Altena.
    Voor deze stamboom zijn de Hornes vanaf Willem I van Horne en Altena verder niet aan de orde. Voor de afstamming van de Stammen gaan we verder met de nakomelingen van de broer van Willem I van Horne en Altena; Engelbertus, stamheer van de heren van Cranendonck.
    Volgens de regesten van het archief Roermond schenkt Dirk III van Altena in 1220 goederen aan het Duitshuis te Schelluinen (ten Westen van Gorinchem). Getuigen zijn dan Willen Engelbert van Horne. Aangenomen dat zijn meerderjarig zijn, dan is een geboortejaar tussen 1195 en 1200 voor Willem van Horne en Altena en zijn broer Engelbert, aannemelijk.
    In de regesten van Roermond wordt het testament van Wilhelmus, heer van Altena en Horne beschreven. Dit testament zal vermoedelijk kort voor 1164 zijn opgesteld, tr. (1) met Mathilde van Vianden1, dr. van Philips I van Vianden (graaf van Vianden 1252, heer van Perwez en Grimbergen) en Maria van Leuven-Perwez (erfgename van Perwez, vrouwe van half Grimbergen, Ninove en Rumpst),
    , kinderloos overleden. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Helwig van Altena Holten, dr. van Adolf van Altena (Heer van Holten) en Elisabeth van Holten, geb. in 1205, ovl. op Cranendonck op 16 nov 1253. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) in 1229.
 

tr. (1) circa 1260
met

Agnes van Perwez (van Born ?), dr. van Godfried van Leuven-Perwez (ridder 1238, heer van Perwez,) en Adelize (=Alix/Aleidis) Berthout van Grimbergen (vrouwe van half Grimbergen, Ninove en Rumpst, vermeld 1230-48), vermeld 1271-82, ovl. voor 1292.

Uit dit huwelijk 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Isabella     
Gerard I*1272  †1333 Brussel [België] 6010 
Odilia*1278 Hoorn    
Wilhelm III  †1301   
Dietrich  †1304 Duiveland  
Engelbert  †1303   

tr. (2)
met

Marguerite de Looz1 (Agnes v. Born?), dr. van Arnold III van Loon (Looz) (graaf van Loon 1221, van Chiny 1228) en Johanna van Chiny (gravin van Chiny 1226), vermeld 1292, ovl. in 1292,
, heeft een broer Willem die op Drievuldigheidsdag 17 juni 1302 optreedt. Minnelijke schikking tussen Willem van Horn, oom van vaderszijde (patruus) van Gerard heer van Horn, en (het convent van) Keyserbosch inzake de kerkelijke inkomsten van Nunhem. Johannes, abt van Averbode, Dirk, proost van Oudmunster, en diens broer Gerard heer van Horn verklaren, dat Willem, pastoor van Geertruidenberg, en broeder Johannes, pastoor van Nunhem, en het klooster Keyserbosch hun geschil over de kerkelijke inkomsten van Nunhem en Geertruidenberg hebben bijgelegd.

Bronnen:
1.Maison de Hornes, Horn, Horne, Hoerne, Huerne, Hoorne, etc. (B 014), Etienne Patou, 2014 (blz. 3)


Agnes van Perwez
in
Genealogie van Arnold IV van Flodrop van Wachtendonk.
Genealogie van Conrad van Horn.
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Lourens de Groot

Agnes van Perwez (van Born ?), vermeld 1271-82, ovl. voor 1292.

 

tr. circa 1260
met

Willem II (Wilhelm IV) van Horn1 (Horne, van), zn. van Willem I van Horne (heer van Horn, Altena en) en Hedwig de Wickerode (vermeld 1237-56), geb. circa 1240 (circa 1225), heer van Altena, Kortessem, Herr zu Horn, Altena, Weert in 1272, Vogt zu Thoren in 1273, Vogt zu zu Hese, Leende, Gessel, Diesen in 1279, ovl. Zierikzee op 5 dec 1300 (1304), begr. Keyzersbosch op 28 jan 1301,
, Ridder, heer van Horn, Altena, Kortessem, primogenitus 1264, voogd van Thorn 1273, testeert Weert 13 nov 1300 ambachtsheer van Barendrecht 1273, vermeld 1264-1277. In het boek Notice historique sur l'ancien comté de Hornes  van Mathias Joseph Wolter wordt Willem IV (II) op pag. 29 opgevoerd met twee andere echtegenoten Agnes van Perwez, t.w. Marguerite Looz, dochter van Arnold en Ida van Chiny als mede van Beatrix van Brabant met wie hij geen kinderen heeft.
2 februari 1285, Willem, ridder van Horn, heer van Altena, verkoopt aan zijn neef Willem, heer van Strijen, de helft van de tienden in "Vorensater Waert" in heer Gijsbrecht Bocs ambacht, met de bepaling dat hij die tienden tegen Pasen van het volgende jaar kan terugkopen voor 70 pond Hollands; en verklaart de koopsom te hebben ontvangen. Hij en zijn zonen worden verdacht van medeplichtigheid bij de moord op graaf Floris V, testeert in zijn huis te Weert op 23 nov 1300
Willem II, heer van Horn en Altena, maakt zijn testament.
Executeurs zijn Jan, heer van Cuyk, Arnold, heer van Steyn, zoon Dirk, proost van Oudmunster te Utrecht. Zijn 4 zoons zijn aanwezig en stemmen er mee in. Hij stelt een bedrag vast, dat uitgekeerd moet worden aan degenen, van wie hij geld heeft afgeperst;. £20 zwarte tournooisen 's jaars is voor een altaar in Keysersbosch, waar hij begraven wil worden. Hij is vermoedelijk op 5 december 1300 overleden
Heer van Hoorne en in 1272 Heer van Altena,Heer van Heeze.
Nam deel aan de 8ste Kruistocht, Slag bij Woeringen, 1288, Guldensporenslag 1302. Sneuvelde bij de slag van Zierikzee.in 1304, tr. (2) met Marguerite de Looz. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Isabella     
Gerard I*1272  †1333 Brussel [België] 6010 
Odilia*1278 Hoorn    
Wilhelm III  †1301   
Dietrich  †1304 Duiveland  
Engelbert  †1303   



Bronnen:
1.Maison de Hornes, Horn, Horne, Hoerne, Huerne, Hoorne, etc. (B 014), Etienne Patou, 2014 (blz. 3)


Dietrich Luf II van Kleef
in
Genealogie van Conrad van Horn.
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Lourens de Groot

Dietrich Luf II (Dirk Luf II, Dirk Loef van Kleve) graaf van Kleef, geb. circa 1260, heer van Tomburg 1285-1303, van Grevenbroich 1286, van Kervenheim 1290, van Hülchrath 1285/87 en gra, Heer van Tomberg van 1285 tot 1303, heer van Grevenbroich in 1286, heer van Kervenheim heer van Hülchrat vanaf 1296, ovl. op 23 mrt 1308, begr. op 8 mei 1309.

tr. (1) tussen 1 okt 1285 en 18 mrt 1986 
met

Lisa van Virneburg, dr. van Hendrik graaf van Virneburg (graaf von Virneburg 1241, vermeld 1238-89, (kanunnik te Karden 1238,) resigneert) en Ponzetta van Oberstein (vermeld 1275-78), ovl. voor 6 sep 1304, tr. (2) met Heinrich van Kessel. Uit dit huwelijk een dochter, tr. (2) voor 18 jun 1285. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 7 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Siegfried*1311  †1340  29
Reinhard  †1340   
Elisabeth*1290  †1363 Clarenberg 72
Dietrich*1309  †1332  23
Agnes  †1338 Brussel [België]  
Otto  †1349   
Aleidis*1311  †1353  42

tr. (2)
met

Adelheid van Gelre, dr. van Otto II 'de Lamme' van Gelre (graaf Gelre en Zutphen) en Philippa van Dammartin en Ponthieu, ovl. voor 1286.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Katharina*1303  †1357  54
Johann  †1314   


Lisa van Virneburg
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Marinus Pannevis

Lisa van Virneburg, ovl. voor 6 sep 1304.

tr. (1) tussen 1 okt 1285 en 18 mrt 1986 
met

Dietrich Luf II (Dirk Luf II, Dirk Loef van Kleve) graaf van Kleef, zn. van Dietrich VI van Kleef (graaf van Kleef 1260-1275, graaf von Dinslaken sedert 1245, vermeld vanaf 1251) en Aleidis van Heinsberg (erfdochter van Hülchrath en), geb. circa 1260, heer van Tomburg 1285-1303, van Grevenbroich 1286, van Kervenheim 1290, van Hülchrath 1285/87 en gra, Heer van Tomberg van 1285 tot 1303, heer van Grevenbroich in 1286, heer van Kervenheim heer van Hülchrat vanaf 1296, ovl. op 23 mrt 1308, begr. op 8 mei 1309, tr. (2) met Adelheid van Gelre. Uit dit huwelijk 2 kinderen.

Uit dit huwelijk 7 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Siegfried*1311  †1340  29
Reinhard  †1340   
Elisabeth*1290  †1363 Clarenberg 72
Dietrich*1309  †1332  23
Agnes  †1338 Brussel [België]  
Otto  †1349   
Aleidis*1311  †1353  42

tr. (2)
met

Heinrich van Kessel, zn. van Wilhelm graaf van Kessel en NN Wassenberg, geb. voor 1262, heer van Kessel, ovl. op 5 sep 1285,
, Zu Grevenbroich, 1273 Verpfändung der Burg Grevenbroich an Erzbischof Engelbert v.Köln, 1277 Bündnis mit Gegenern des Erzbischofs, 4.2.1279 gelobt er Busse und Entschädigung, tr. (2) met Gertrud von der Stressen, ovl. na 28 sep 1281. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lisa*1284  †1304  20

tr. (3) voor 18 jun 1285


Agnes van Kleef-Hülchrath
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Lourens de Groot

Agnes van Kleef-Hülchrath, ovl. op 15 mei 1338, begr. Brussel [België],
, Dochter van Dirk Loef van Kleef, heer van Tomburg, Grevenbroich, Kervenheim en Hülchrath, en van Lisa van Virneburg (weduwe van Hendrik van Kessel). Rogier overleed op 29.1.1333, zijn echtgenote op 17.5.1338 en beide werden in de St.Gudule-kerk te Brussel begraven, alwaar hun graftombe tot 1536 bleef bestaan. De kapel waarin Rogier van Leefdael met zijn vrouw begraven is en het St. Petrus-altaar in die kapel werden door hemzelf gesticht, toen hij kastelein van Brussel was. Zij werd sindsdien "kapel van de kastelein" of "koor van Leefdael" genoemd.

tr. (1) na 14 aug 1312
met

Rogier (Rutger) burggraaf van Leefdael, zn. van Lodewijk II van Leefdael (heer van Leefdael,) en A(leid) van Herpen, geb. circa 1270, burggraaf van Brussel, burggraaf van Brussel [België], heer van leefdael, Oirschot door koop in 1320, ovl. op 29 jan 1333, begr. Brussel [België],
, Burggraaf van Brussel, heer van Oirschot, Perk, Hilvarenbeek en Eckart. Waarschijnlijk geboren rond 1270; voor het eerst vermeld in 1306 als hij als drost van de hertog van Brabant optreedt bij een verdrag tussen deze laat-ste en de schepenen en burgers van de stad 's Hertogenbosch; medezegelaar voor Jan hertog van Lotharingen in 1310, waarbij hij als ridder vermeld staat; in hetzelfde jaar getuige voor de hertog van Brabant; bij het huwelijkscontract in 1311 tussen Sophia, dochter van Floris Berthout, heer van Malines, en van Mathilde van de Mark, en Reinout, zoon van graaf Reinout van Gelre en Margaretha van Vlaanderen, vermeld (als ridder) onder de getuigen voor de bruidegom; wordt in 1311 vermeld in een oorkonde waarin Jan hertog van Brabant zijn kasteel en land te Wassenberg verpandt aan Gerard graaf van Gulik, voor 6.000 pond Tournois, terwijl hij tevens belooft voor de bewaring van het kasteel zoveel te zullen betalen als Otto van Kuijc en Rogier van Leefdael zullen bepalen; in 1312 door de hertog van Brabant beleend met Eckart; geeft op Kerstavond 1313 een kwitantie voor een som van 100 pond Tournois aan de stad 's Hertogenbosch; Hendrik Berthout heer van Duffel en Geel noemt hem in 1315 "onsen lieven neve" en waar tevens uit blijkt dat Rogier rechten blijkt te hebben in Oevel; in 1316 maakt hij, als heer van Herpen, een erfdeling met zijn zuster Maria   (let op: is dit wel Rogier van Leefdael??); vermeld in 1318; in hetzelfde jaar kiest Philips heer van Liedekerke en Breda hem als één van zijn executeurs testamentair; ook in dat zelfde jaar is hij getuige voor Jan hertog van Lotharingen als deze een oorkonde aan de stad Aken geeft; ook in 1318 als hoogschout van stad en Meierij van 's Hertogenbosch vermeld; in 1319/1320 is hij getuige voor Jan koning van Bo-hemen en Polen, graaf van Luxemburg, markies van Budine; in 1319 zegelt hij met de hertog en meerdere raadsleden de over-eenkomst tussen Hendrik van Leuven, heer van Gaasbeek, en Jan Meeuwe en diens vrouw Margriet, heer en vrouwe van Wavre en Pamele, betreffende betwiste inkomsten; in 1320 koopt hij de heerlijkheid Oirschot; verwerft de heerlijkheid Perk van Goeswijn van Utenhove; in 1321 (als ridder) onder de leenmannen van Jan hertog van Brabant genoemd; doet samen met andere edelen uitspraak in de geschillen tussen de hertog van Brabant en de graaf van Holland met betrekking tot Heusden; vermeld in 1322; in hetzelfde jaar krijgt hij, ridder zijnde, van graaf Willem, om diensten, 10 pond tournois in leen uit de tollen te Niemandsvriend; ook in 1322 doet hij met drie andere arbiters uitspraak in de kwestie tussen hertog Jan III van Brabant en graaf Willem II van Holland aangaande de jurisdictie over Eethen en Meeuwen; in 1323, als heer van Oirschot en Perk, als getuige vermeld voor Otto heer van Kuyc en Heverlee; in 1324, als ridder en heer van Oirschot en Perk, vermeld als getuige voor Jan hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg; rond 1325 koopt hij het kasteleinschap van Brussel van Gerard van Mar-bais; in 1325 als getuige vermeld voor Beatrix van Leuven bij het leenverhef van Herstal en Gaasbeek; in 1326 belooft graaf Willem aan twee vissers van Borselen terugbetaling van aan heer Rogier van Leefdael betaalde gelden; dat zelfde jaar nog enige malen vermeld als heer van Oirschot en Perk; in 1327 oor-kondt hij, samen met andere edelen, dat Gerard, heer van Rassengem, Liedekerke en Leijns, het land van Breda met al zijn heerlijke rechten, verkocht heeft aan de hertog van Brabant; in 1328 keurt hertog Jan de lijrentebrief goed, die de stad 's Hertogenbosch gemaakt had met heer Rogier van Leefdael, heer van Oirschot en Perk, ridder, ten behoeve van zijn vrouw Agnes, ter somma van 100 pond zwarte tournoisen; zegelde in 1328 de oorkonde van de hertog, waarbij deze de rechten van Oss en Berchem bevestigt; koopt in 1328 de dorpen Hil-varenbeek en Diessen met de hoge en lage jurisdictie en alle toebehoren van Gerard van Hoorne en diens echtgenote Irmgard van Kleef; op nieuwjaarsdag 1329 getuige bij de belening door de hertog van Branbant van de financier Willem van Duvenvoorde met Oosterhout; in 1329 oorkondt hij, als burggraaf van Brussel en heer van Oirschot, Perk en Beek, samen met Jan hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg, dat zij aan de lieden van Westtilburg en Goirle al hun gemeente hebben verkocht; in hetzelfde jaar verkoopt, als burggraaf van Brussel, zijn dorp Hooilaert aan de hertog van Brabant; in 1329/1330 vermeld, als burggraaf van Brussel, als getuige voor Jan III hertog van Brabant; is getuige voor de hertog van Brabant bij het privilegium Trinitatis voor 's Hertogenbosch in 1330; Rogier is raadgever voor de hertog van Bra-bant en rond 1330 staan bij de getuigen steeds twee namen voorop, nl. die van Otto van Kuijc en Rogier van Leefdael, in de gevallen dat beiden getuigen staat echter Otto voor Rogier, ze worden in die tijd als de belangrijkste raadgevers van de hertog van Brabant beschouwd; in 1331 oorkondt hij, als burggraaf van Brussel, samen met Jan hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg, dat zij aan de lieden van Beke, tegen een jaarlijkse erfrente, een gemeente hebben gegeven; is in hetzelfde jaar getuige voor Jan hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg, waarbij deze laatste uitspraak doet in een geschil tussen Gerard heer van Diest, burggraaf van Antwerpen, enerzijds en de stad stad Diest anderzijds. Bezat ook goederen in Onsenoort  Bij zijn ambtelijke bezigheden kwam hij veel in aanraking met de schrijvers van de hertogelijke kanselarij en andere belangrijke instan-ties, onder wie we de letterkundigen van die tijd moeten zoeken; blijkbaar had hij zoveel belangstelling voor hun bedrijf, dat hem "letterlievendheid" wordt toegeschreven en was hij zozeer door hen geacht, dat troubadours en minstrelen vele legenden gevormd hebben rond zijn familie.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Catharina  †1361   

tr. (2)
met

Wigbold van Loon, ovl. op 14 aug 1312


Elisabeth van Kleef-Hülchrath
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Lourens de Groot

Elisabeth van Kleef-Hülchrath (Elsebee van Kleef), geb. circa 1290, abdis Clarissenklooster, ovl. op 21 mrt 1363, begr. Clarenberg.

tr. (1) circa 1314
met

Willem van Brederode, zn. van Dirk II 'de Goede' van Brederode (3e Heer van Brederode 1285, baljuw van Kennemerland 1288) en Maria van der Lecke, geb. Santpoort slot Brederode in 1287, ridder, ovl. voor 26 dec 1316.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirk III*1315 Santpoort †1377 Haarlem 62

tr. (2)
met

Konrad von Mark zu Hörde (van der Mark), geb. in 1294, Herr zu Hörde, ovl. op 14 mrt 1353,
, 1302 immatrikuliert zu Bologna, 1312 Canonicus/Mönch zu St.Lambert in Lüttich, 1313-1326 Propst zu St.Martin zu Worms, Domherr und Canonicus zu St.Gereon in Köln, 1315-1326 Propst zu Tongern, 1316-1326 Chorbischof zu Köln, 1313? Ritter, 1326 Resignation, 1326 Erbherr auf Hörde, Herr zu Anheive, 1330 Ehedispens, 1342 Gründer von Kloster Clarenberg


Lodewijk II van Leefdael
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek

Lodewijk II van Leefdael, geb. Leefdael [België] in 1243, heer van Leefdael, ovl. op 12 nov 1283, begr. Brussel [België] Sint Goedelekerk,
, Burggraaf van Brussel, Burggraaf van Brussel, heer van Leefdael, ridder, Burggraaf van Brussel, Ridder Voor het eerst vermeld in 1253 (ridder), wordt in 1262 genoemd in een oorkonde waarin Arnold van Aerschot zijn tiende van Vronenberg en Vossem schenkt aan de abdij Afflighem, verklaart in 1267 als arbiter en als heer van Leefdael, samen met Everard van Diest, proost van St. Georges te Keulen dat Dirk heer van Heeswijk geen rechten heeft op de tiende en de kerk van Houpertingen, in 1271 vermeld als heer van Leefdael, als zijn zoons Arnold en Gerard een zoenbrief ondertekenen, waarin wordt gezworen geen wraak te nemen op de stad Keulen, vanwege de dood van Hendrik van Herpen en van wege de gevangenschap van diens broer Albert in Keulen ondergaan, bezegelt in augustus 1271 met de hertog een accoord betreffende de kerk van Diest ten gunste van de abdij Tongerloo, op Driekoningen van het daarop volgende jaar de bevestiging van dit accoord en geeft op 17 januari met de proost van Deventer een kwitantie aan de abdij Tongerloo voor een aan hen verschuldigd bedrag, vermeld in 1275 als heer van Leefdael, vermeld in 1280 onder de getuigen van Jan hertog van Brabant, als deze beslist in de geschillen tussen Arnold heer van Diest en de stad Diest, maakt, als ridder en heer van Leefdael, op 21-11-1283 zijn testament.

relatie (1)
met

Beatrix Santin, geb. in 1249, ovl. circa 1290.

tr. (2)
met

A(leid) van Herpen, dr. van Rutger/Rogier van Cuyck (heer van Herpen, vermeld 1226-1264) en Maria? van Diest, geb. Cuijck circa 1230, ovl. in 1270, tr. (2) met Dirck II van Heeswijk. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Rogier*1270  †1333 Brussel [België] 62


Beatrix Santin
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek

Beatrix Santin, geb. in 1249, ovl. circa 1290.

relatie
met

Lodewijk II van Leefdael, zn. van Lodewijk I van Leefdael (heer van leefdal) en Aleidis (Elisabeth) van Cuyck, geb. Leefdael [België] in 1243, heer van Leefdael, ovl. op 12 nov 1283, begr. Brussel [België] Sint Goedelekerk,
, Burggraaf van Brussel, Burggraaf van Brussel, heer van Leefdael, ridder, Burggraaf van Brussel, Ridder Voor het eerst vermeld in 1253 (ridder), wordt in 1262 genoemd in een oorkonde waarin Arnold van Aerschot zijn tiende van Vronenberg en Vossem schenkt aan de abdij Afflighem, verklaart in 1267 als arbiter en als heer van Leefdael, samen met Everard van Diest, proost van St. Georges te Keulen dat Dirk heer van Heeswijk geen rechten heeft op de tiende en de kerk van Houpertingen, in 1271 vermeld als heer van Leefdael, als zijn zoons Arnold en Gerard een zoenbrief ondertekenen, waarin wordt gezworen geen wraak te nemen op de stad Keulen, vanwege de dood van Hendrik van Herpen en van wege de gevangenschap van diens broer Albert in Keulen ondergaan, bezegelt in augustus 1271 met de hertog een accoord betreffende de kerk van Diest ten gunste van de abdij Tongerloo, op Driekoningen van het daarop volgende jaar de bevestiging van dit accoord en geeft op 17 januari met de proost van Deventer een kwitantie aan de abdij Tongerloo voor een aan hen verschuldigd bedrag, vermeld in 1275 als heer van Leefdael, vermeld in 1280 onder de getuigen van Jan hertog van Brabant, als deze beslist in de geschillen tussen Arnold heer van Diest en de stad Diest, maakt, als ridder en heer van Leefdael, op 21-11-1283 zijn testament, tr. (2) met zijn nicht A(leid) van Herpen. Uit dit huwelijk een zoon


Rogier van Leefdael
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek

Rogier (Rutger) burggraaf van Leefdael, geb. circa 1270, burggraaf van Brussel, burggraaf van Brussel [België], heer van leefdael, Oirschot door koop in 1320, ovl. op 29 jan 1333, begr. Brussel [België],
, Burggraaf van Brussel, heer van Oirschot, Perk, Hilvarenbeek en Eckart. Waarschijnlijk geboren rond 1270; voor het eerst vermeld in 1306 als hij als drost van de hertog van Brabant optreedt bij een verdrag tussen deze laat-ste en de schepenen en burgers van de stad 's Hertogenbosch; medezegelaar voor Jan hertog van Lotharingen in 1310, waarbij hij als ridder vermeld staat; in hetzelfde jaar getuige voor de hertog van Brabant; bij het huwelijkscontract in 1311 tussen Sophia, dochter van Floris Berthout, heer van Malines, en van Mathilde van de Mark, en Reinout, zoon van graaf Reinout van Gelre en Margaretha van Vlaanderen, vermeld (als ridder) onder de getuigen voor de bruidegom; wordt in 1311 vermeld in een oorkonde waarin Jan hertog van Brabant zijn kasteel en land te Wassenberg verpandt aan Gerard graaf van Gulik, voor 6.000 pond Tournois, terwijl hij tevens belooft voor de bewaring van het kasteel zoveel te zullen betalen als Otto van Kuijc en Rogier van Leefdael zullen bepalen; in 1312 door de hertog van Brabant beleend met Eckart; geeft op Kerstavond 1313 een kwitantie voor een som van 100 pond Tournois aan de stad 's Hertogenbosch; Hendrik Berthout heer van Duffel en Geel noemt hem in 1315 "onsen lieven neve" en waar tevens uit blijkt dat Rogier rechten blijkt te hebben in Oevel; in 1316 maakt hij, als heer van Herpen, een erfdeling met zijn zuster Maria   (let op: is dit wel Rogier van Leefdael??); vermeld in 1318; in hetzelfde jaar kiest Philips heer van Liedekerke en Breda hem als één van zijn executeurs testamentair; ook in dat zelfde jaar is hij getuige voor Jan hertog van Lotharingen als deze een oorkonde aan de stad Aken geeft; ook in 1318 als hoogschout van stad en Meierij van 's Hertogenbosch vermeld; in 1319/1320 is hij getuige voor Jan koning van Bo-hemen en Polen, graaf van Luxemburg, markies van Budine; in 1319 zegelt hij met de hertog en meerdere raadsleden de over-eenkomst tussen Hendrik van Leuven, heer van Gaasbeek, en Jan Meeuwe en diens vrouw Margriet, heer en vrouwe van Wavre en Pamele, betreffende betwiste inkomsten; in 1320 koopt hij de heerlijkheid Oirschot; verwerft de heerlijkheid Perk van Goeswijn van Utenhove; in 1321 (als ridder) onder de leenmannen van Jan hertog van Brabant genoemd; doet samen met andere edelen uitspraak in de geschillen tussen de hertog van Brabant en de graaf van Holland met betrekking tot Heusden; vermeld in 1322; in hetzelfde jaar krijgt hij, ridder zijnde, van graaf Willem, om diensten, 10 pond tournois in leen uit de tollen te Niemandsvriend; ook in 1322 doet hij met drie andere arbiters uitspraak in de kwestie tussen hertog Jan III van Brabant en graaf Willem II van Holland aangaande de jurisdictie over Eethen en Meeuwen; in 1323, als heer van Oirschot en Perk, als getuige vermeld voor Otto heer van Kuyc en Heverlee; in 1324, als ridder en heer van Oirschot en Perk, vermeld als getuige voor Jan hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg; rond 1325 koopt hij het kasteleinschap van Brussel van Gerard van Mar-bais; in 1325 als getuige vermeld voor Beatrix van Leuven bij het leenverhef van Herstal en Gaasbeek; in 1326 belooft graaf Willem aan twee vissers van Borselen terugbetaling van aan heer Rogier van Leefdael betaalde gelden; dat zelfde jaar nog enige malen vermeld als heer van Oirschot en Perk; in 1327 oor-kondt hij, samen met andere edelen, dat Gerard, heer van Rassengem, Liedekerke en Leijns, het land van Breda met al zijn heerlijke rechten, verkocht heeft aan de hertog van Brabant; in 1328 keurt hertog Jan de lijrentebrief goed, die de stad 's Hertogenbosch gemaakt had met heer Rogier van Leefdael, heer van Oirschot en Perk, ridder, ten behoeve van zijn vrouw Agnes, ter somma van 100 pond zwarte tournoisen; zegelde in 1328 de oorkonde van de hertog, waarbij deze de rechten van Oss en Berchem bevestigt; koopt in 1328 de dorpen Hil-varenbeek en Diessen met de hoge en lage jurisdictie en alle toebehoren van Gerard van Hoorne en diens echtgenote Irmgard van Kleef; op nieuwjaarsdag 1329 getuige bij de belening door de hertog van Branbant van de financier Willem van Duvenvoorde met Oosterhout; in 1329 oorkondt hij, als burggraaf van Brussel en heer van Oirschot, Perk en Beek, samen met Jan hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg, dat zij aan de lieden van Westtilburg en Goirle al hun gemeente hebben verkocht; in hetzelfde jaar verkoopt, als burggraaf van Brussel, zijn dorp Hooilaert aan de hertog van Brabant; in 1329/1330 vermeld, als burggraaf van Brussel, als getuige voor Jan III hertog van Brabant; is getuige voor de hertog van Brabant bij het privilegium Trinitatis voor 's Hertogenbosch in 1330; Rogier is raadgever voor de hertog van Bra-bant en rond 1330 staan bij de getuigen steeds twee namen voorop, nl. die van Otto van Kuijc en Rogier van Leefdael, in de gevallen dat beiden getuigen staat echter Otto voor Rogier, ze worden in die tijd als de belangrijkste raadgevers van de hertog van Brabant beschouwd; in 1331 oorkondt hij, als burggraaf van Brussel, samen met Jan hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg, dat zij aan de lieden van Beke, tegen een jaarlijkse erfrente, een gemeente hebben gegeven; is in hetzelfde jaar getuige voor Jan hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg, waarbij deze laatste uitspraak doet in een geschil tussen Gerard heer van Diest, burggraaf van Antwerpen, enerzijds en de stad stad Diest anderzijds. Bezat ook goederen in Onsenoort  Bij zijn ambtelijke bezigheden kwam hij veel in aanraking met de schrijvers van de hertogelijke kanselarij en andere belangrijke instan-ties, onder wie we de letterkundigen van die tijd moeten zoeken; blijkbaar had hij zoveel belangstelling voor hun bedrijf, dat hem "letterlievendheid" wordt toegeschreven en was hij zozeer door hen geacht, dat troubadours en minstrelen vele legenden gevormd hebben rond zijn familie.

tr. na 14 aug 1312
met

Agnes van Kleef-Hülchrath, dr. van Dietrich Luf II graaf van Kleef (heer van Tomburg 1285-1303, van Grevenbroich 1286, van Kervenheim 1290, van Hülchrath 1285/87 en gra) en Lisa van Virneburg, ovl. op 15 mei 1338, begr. Brussel [België],
, Dochter van Dirk Loef van Kleef, heer van Tomburg, Grevenbroich, Kervenheim en Hülchrath, en van Lisa van Virneburg (weduwe van Hendrik van Kessel). Rogier overleed op 29.1.1333, zijn echtgenote op 17.5.1338 en beide werden in de St.Gudule-kerk te Brussel begraven, alwaar hun graftombe tot 1536 bleef bestaan. De kapel waarin Rogier van Leefdael met zijn vrouw begraven is en het St. Petrus-altaar in die kapel werden door hemzelf gesticht, toen hij kastelein van Brussel was. Zij werd sindsdien "kapel van de kastelein" of "koor van Leefdael" genoemd, tr. (2) met Wigbold van Loon. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Catharina  †1361   


Dirk II 'de Goede' van Brederode
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis

Dirk II 'de Goede' (Dirk II) van Brederode1, geb. Santpoort circa 1265, 3e Heer van Brederode 1285, baljuw van Kennemerland 1288, ovl. Reims (F) op 16 dec 1318,
, vermeld als ridder en baljuw van Kennemerland in 1288, speelde een belangrijke rol onder Floris V, stierf op een pelgrimstocht, te Reims 16 Dec. 1318, begraven aldaar in de kerk der Dominicanen.
Catharina van Brederode een dochter van Dirk en Maria van der Leck. Pieter van der Leck, haar broer, noemt Jan van Polanen zijn zwager omdat Jan de echtgenoot is van Pieters nichtje Catharina
overleden op de terugweg uit Palestina), bijgenaamd De Goede, was heer van Brederode (1285), baljuw van Kennemerland (1288) en ridder (1290). Hij ligt begraven in de Dominicanenkerk te Reims.
Dirk wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde als 'ridder Dirk' in oktober 1268, hij is getuige en mede-zegelaar van Floris V van Holland in Brugge. Hij neemt in 1272 deel aan zijn eerste veldtocht tegen de West-Friezen. Deze tocht verloopt slecht en wordt beëindigd met een veldslag bij Heilo op 20 augustus 1272. In 1282 volgde de tweede Friese veldtocht van Dirk II. Hierbij werd het stoffelijk overschot van Willem II van Holland, de vader van Floris V, teruggevonden in Hoogwoud, waarna deze veldtocht succesvol werd afgesloten.
Hij nam weer deel aan zijn derde veroveringstocht van West-Friesland in 1287 onder leiding van Floris V van Holland door middel van een vloot invasieschepen. Hierbij speelt hij een grotere rol en draagt hij de titel 'Admiraal van Holland'. Door een hevige storm, gevolgd door een vloed in december 1287, werden grote delen van West-Friesland overstroomd. Mede door een list wist Dirk en zijn mannen met hun schepen de opstandige Friezen te onderwerpen. In hetzelfde jaar trok hij voor Floris V met een leger naar Utrecht om de heren van Amstel en van Woerden gevangen te nemen.
In april 1304 maakte Dirk II deel uit van de edelen die zich succesvol tegen de indringende Vlamingen verzetten. In augustus 1315 maakte hij deel uit van een veldtocht in Vlaanderen. Na een bedevaart werd Dirk II door een ziekte getroffen en hij stierf op de terugweg naar huis in Reims op 16 december 1318.

  • Vader:
    Willem heer van Brederode2,3,4,5,6:br>, zn. van Dirk I van Brederode Drossaert van Theylingen (heer van Brederode) en Alveradis van Heusden, geb. Santpoort slot Brederode in 1226, 2e heer van Brederode, ovl. op 3 jun 1285, begr. Velsen Brederodekapel, Engelmunduskerk op 8 jun 1285,
    , leenvolger zijns vaders; ook van zijn neef, den heer van Teylingen, hield hij belangrijke leengoederen. Het eerst komt hij voor in 1244 en dan reeds als ridder, terwijl de Roomsch-Koning Willem van Holland hem in 1248 cousanguineus en nobilis vir noemt. Tijdens de regeering van Floris V behoorde hij tot de rijkste en aanzienlijkste edelen van het graafschap, zooals een nadere studie zijner bezittingen zal aantoonen
    Op 30 dec 1248 staat Room-koning Willem toe aan Willem van Brederode het land Reesveld en twee eraan grenzende geren als vrij eigen te verkopen, mits hij zich de tiend en het ambacht voorbehoudt, tr. (2) circa 1245 met Margaretha Daniëlsdr van der Merwede en Stein, dr. van Ridder Daniel IV Daniels van der Merwede (ridder, heer van Clootwijck, vermeld 1258) en NN van Voorne en Putten, geb. in 1225. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (1) Voorne in 1254.
 
  • Moeder:
    Hillegonda (Hildegonda) van Voorne3,7:br>, dr. van Hendrik van Voorne (heer van Voorne en burggraaf van Zeeland, vermeld 1229-1259) en Mabelia van Cysoing, geb. in 1230, ovl. op 6 apr 1302, tr. (2) circa 1248 met Costijn II van Renesse3:br>, zn. van Jan II van Renesse en Margaretha van Arnemuiden, ovl. in 1270,
    , Omstreeks 1230, bouwde Costijn van Zierikzee (Costijn II van Renesse) de eerste versie van kasteel Moermond op grond die hij had verkregen van Floris IV in ruil voor bezittingen in Zierikzee. (Dirksland is bekend sinds 1229, waarbij het genoemd wordt in een ruil van goederen tussen Graaf Floris IV van Holland met een zekere Costijn uit Zierikzee.) Costijn realiseerde in opdracht van de Hollandse graaf de haven van Brouwershaven. De kleinzoon van Costijn, Jan III van Renesse, leider van de Vlaams gezinde anti-Hollandse partij in Zeeland (Guldensporenslag), kreeg een diepgaand meningsverschil met de machtige edelman Wolfert van Borsselen (geb. in Veere circa 1430 - 29-04-1487), die ook Heer van Veere was. In 1296 was Floris V vermoord en vele edelen trachtten in de gunst te komen bij diens zoon Jan I, die zijn vader opvolgde. Jan III van Renesse werd beschuldigd van een samenzwering tegen de nieuwe graaf en als gevolg daarvan werd zijn kasteel belegerd en later vernield. De bezittingen van Jan van Renesse kwamen ten slotte in handen van Witte van Haamstede, die een bastaardzoon van Floris V was. Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder.
 

tr. (1)
met

Maria van der Lecke1:br>, dr. van Ridder Hendrik II van der Lecke en Jutta van Borselen, geb. circa 1272, ovl. op 1 apr 1307.

Uit dit huwelijk 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem*1287 Santpoort †1316  29
Jutte Santpoort †1346   
Catharina*1297 Santpoort †1372 Monster 74
Elisabeth     
Dirk*1289 Sassenheim †1346  57

tr. (2)
met

NN van Woerden, dr. van Herman V van Woerden en Clementia Badeloch van Amstel.

Bronnen:
1.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 76)
2.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883
3.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 34)
4.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 78)
5.CBG (CBG 005), Centraal Bureau voor Genealogie (blz. 108)
6.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 452)
7.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 71)


Maria van der Lecke
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis

Maria van der Lecke1, geb. circa 1272, ovl. op 1 apr 1307.

tr.
met

Dirk II 'de Goede' (Dirk II) van Brederode1, zn. van Willem heer van Brederode (2e heer van Brederode) en Hillegonda van Voorne, geb. Santpoort circa 1265, 3e Heer van Brederode 1285, baljuw van Kennemerland 1288, ovl. Reims (F) op 16 dec 1318,
, vermeld als ridder en baljuw van Kennemerland in 1288, speelde een belangrijke rol onder Floris V, stierf op een pelgrimstocht, te Reims 16 Dec. 1318, begraven aldaar in de kerk der Dominicanen.
Catharina van Brederode een dochter van Dirk en Maria van der Leck. Pieter van der Leck, haar broer, noemt Jan van Polanen zijn zwager omdat Jan de echtgenoot is van Pieters nichtje Catharina
overleden op de terugweg uit Palestina), bijgenaamd De Goede, was heer van Brederode (1285), baljuw van Kennemerland (1288) en ridder (1290). Hij ligt begraven in de Dominicanenkerk te Reims.
Dirk wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde als 'ridder Dirk' in oktober 1268, hij is getuige en mede-zegelaar van Floris V van Holland in Brugge. Hij neemt in 1272 deel aan zijn eerste veldtocht tegen de West-Friezen. Deze tocht verloopt slecht en wordt beëindigd met een veldslag bij Heilo op 20 augustus 1272. In 1282 volgde de tweede Friese veldtocht van Dirk II. Hierbij werd het stoffelijk overschot van Willem II van Holland, de vader van Floris V, teruggevonden in Hoogwoud, waarna deze veldtocht succesvol werd afgesloten.
Hij nam weer deel aan zijn derde veroveringstocht van West-Friesland in 1287 onder leiding van Floris V van Holland door middel van een vloot invasieschepen. Hierbij speelt hij een grotere rol en draagt hij de titel 'Admiraal van Holland'. Door een hevige storm, gevolgd door een vloed in december 1287, werden grote delen van West-Friesland overstroomd. Mede door een list wist Dirk en zijn mannen met hun schepen de opstandige Friezen te onderwerpen. In hetzelfde jaar trok hij voor Floris V met een leger naar Utrecht om de heren van Amstel en van Woerden gevangen te nemen.
In april 1304 maakte Dirk II deel uit van de edelen die zich succesvol tegen de indringende Vlamingen verzetten. In augustus 1315 maakte hij deel uit van een veldtocht in Vlaanderen. Na een bedevaart werd Dirk II door een ziekte getroffen en hij stierf op de terugweg naar huis in Reims op 16 december 1318, tr. (2) met NN van Woerden. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem*1287 Santpoort †1316  29
Jutte Santpoort †1346   
Catharina*1297 Santpoort †1372 Monster 74
Elisabeth     
Dirk*1289 Sassenheim †1346  57



Bronnen:
1.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 76)


Willem van Brederode
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis

Willem van Brederode, geb. Santpoort slot Brederode in 1287, ridder, ovl. voor 26 dec 1316.

tr. circa 1314
met

Elisabeth van Kleef-Hülchrath (Elsebee van Kleef), dr. van Dietrich Luf II graaf van Kleef (heer van Tomburg 1285-1303, van Grevenbroich 1286, van Kervenheim 1290, van Hülchrath 1285/87 en gra) en Lisa van Virneburg, geb. circa 1290, abdis Clarissenklooster, ovl. op 21 mrt 1363, begr. Clarenberg, tr. (2) met Konrad von Mark zu Hörde. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirk III*1315 Santpoort †1377 Haarlem 62



Bronnen:
1.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 76)


Otto II 'de Lamme' van Gelre
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Lourens de Groot

Otto II 'de Lamme' van Gelre, geb. circa 1215, graaf Gelre en Zutphen, sticht in zijn burcht Rott aan de Niers het Cisterciënzerklooster Gravendal, verleend stadsrechten aan Harderwijk in 1231, verleend stadrechten aan Arnhem, Emmerich en Lochem in 1233, verleend stadrechten aan Doetinchem en Doesburg in 1237 en Wageningen in 1263, ovl. op 10 jan 1271, begr. Grafental klooster.

tr. (1) voor 24 nov 1240
met

Margaretha van Kleef, dr. van Dietrich V Nust van Kleef (graaf van Kleef 1209) en Mathilde von Dinslaken (Erbin von Dinslaken), ovl. op 10 sep 1251, begr. Grafental klooster.

tr. (2) in 1253
met

Philippa van Dammartin en Ponthieu, dr. van Simon graaf de Dammartin Comte d'Aumale de Ponthieu et de Montreuil (graaf Poithieu en Montreuil in 1231, graaf van Aumale en jure uxori) en Maria Comtesse de Ponthieu et de Montreuil, geb. circa 1222, ovl. tussen 14 apr 1277 en 14 apr 1284  (memorie 14-4),
, Zij is een nicht van Raoul de Chatillon bijgenaamd de Cock, tr. voor 1250. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Reinoud I*1255  †1326 Montfoort 71
Margaretha  †1282   
Philippa  †1294   
Adelheid  †1286   

tr. (3)
met

Philippina van Chatillon, dr. van Hugues (Heus) van Chatillon en Jolenta van Henegouwen.

Bronnen:
1.Gravinnen van Holland (CORD), E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, 90-6011-525-5, Zutphen, 1987 (blz. 88)


Philippa van Dammartin en Ponthieu
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Lourens de Groot

Philippa van Dammartin en Ponthieu, geb. circa 1222, ovl. tussen 14 apr 1277 en 14 apr 1284  (memorie 14-4),
, Zij is een nicht van Raoul de Chatillon bijgenaamd de Cock.

tr. (1) in 1253
met

Otto II 'de Lamme' van Gelre, zn. van Gerard IV graaf van Gelre en Zutphen (graaf van Gelre en Zutphen 1207-1229)) en Margaretha van Brabant, geb. circa 1215, graaf Gelre en Zutphen, sticht in zijn burcht Rott aan de Niers het Cisterciënzerklooster Gravendal, verleend stadsrechten aan Harderwijk in 1231, verleend stadrechten aan Arnhem, Emmerich en Lochem in 1233, verleend stadrechten aan Doetinchem en Doesburg in 1237 en Wageningen in 1263, ovl. op 10 jan 1271, begr. Grafental klooster, tr. (1) met Margaretha van Kleef. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Philippina van Chatillon. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Reinoud I*1255  †1326 Montfoort 71
Margaretha  †1282   
Philippa  †1294   
Adelheid  †1286   

tr. (2) voor 1250


Reinoud I van Gelre
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek

Reinoud I (Reinald I) graaf van Gelre, geb. 1271-1326, jure uxoris hertog van Limburg 1274 maar moest zijn aanspraken na de verloren slag bij Woeringen op 5 juni 1288 opgeven, door Rooms-koning Frederik 'de Schone' verheven tot rijksvorst 1317 circa 1255, graaf van Gelre en Zutphen, ovl. Montfoort op 9 okt 1326, begr. Grafental klooster op 21 okt 1326,
, Reinald (I) graaf van Gelre geeft in 1307 aan de Orde van het hospitaal van S. Jan van Jeruzalem de kerk te Spankeren en die te Hengelo, voorts uit Nijenbeek eene jaarrente van vijftig pond gelds en uit den hoj en molen te Staveren eene van twintig pond, waarvoor de Orde zoo te Nijenbeek of S. Janswaard als te Staveren twee priesters en eenen leekebroeder zoude houden, belovende voorts, te Godswaard, dat Hattem plagt te heeten, op zijne kosten, twee priesters en eenen leekebroeder te zullen onderhouden ; verder vergunt hij, dat de broeders der Orde alleen voor den grootmeester in Duitschland zouden teregt staan, en dat zij zich mogten bevlijtigen om de kerk te Godswaard in bezit te krijgen; al hetwelk geschiedt met bewilliging van Margaretha gravin van Gelre, Gijsbrecht heer van Bronkhorst, Dirk heer van Batenburg, Dirk heer van Bylant, Steven heer van Wisch en Frederik van Reden, ridders.

otr. (1) op 21 apr 1286, tr. Namen [België] op 3 jul 1286
met

Margaretha van Vlaanderen-Dampierre (Marguerite van Dampierre en van Namen), dr. van Guy III graaf van Dampierre (graaf van Vlaanderen) en Isabella van Luxemburg (markgravin van Namen), geb. circa 1266, ovl. in 1331, begr. Gravendal, Zij krijgt geen kinderen.

Uit dit huwelijk 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Reinoud II*1295  †1343 's-Gravendaal 48
Guido  †1315 Arnhem  
Philipp*1300  †1300  0
Elisabeth  †1354 Keulen [Duitsland]  
Philippa  †1352 Keulen [Duitsland]  
Margaretha*1290  †1333  42

tr. (2) voor 11 mrt 1274
met

Irmgard gravin van Limburg, dr. van Walram V Herzog von Berg-Limburh (graaf van Berg-Limburg) en Jutta van Kleef, erfdochter van het hertogdom Limburg, ovl. tussen mei 1282 en jun 1283 , begr. Grafental klooster


Guy III van Dampierre
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Hans Willem Johan van der Wind
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Magda en Paul Breedveld
Kwartierstaat van Marinus Pannevis

Guy III graaf van Dampierre1,2 (Gwijde van Vlaanderen), geb. op 14 mrt 1226, graaf van Vlaanderen, graaf van Vlaanderen, jure ux. heer van Béthune etc. in 1248, koopt het markgraafschap Namen in 1263, ovl. Compiègne [Frankrijk] op 7 mrt 1305 in gevangenschap, begr. Flynes.

  • Moeder:
    Margaretha (Zwarte Griet) (Jutta) van Constantinopel3,4 (Margaretha II van Henegouwen en Vlaanderen, Zwarte Margriet, Margaretha II van Holland, Jutta van Holland), dr. van Boudewijn VI/IX graaf van Henegouwen Vlaanderen (graaf van Vlaanderen, keizer van Constantinopel) en Maria van Champagne, geb. tussen 1 jul 1202 en 31 aug 1202  (circa 1200), ged. Valenciennes [Frankrijk], gravin van Vlaanderen en Henegouwen 1244-1278 (gravin van Vlaanderen), ovl. op 10 feb 1280, begr. Flynes, tr. (1) Le Quesnoy circa 1219, (gesch. in 1221) met Dr. jur. Bouchard (Burchard) Burchard van Avesnes, zn. van Jacobus (Jacques) d' Oisy (heer van Avesnes, Leuze en Condé, Landrecies) en Adelfia (Adèle) de Guise (erfdochter van Guise c.a.), geb. op 27 nov 1182, aanvankelijk geestelijke (1205- vóór 1211), hoogbaljuw van Henegouwen 1212, ovl. in 1244. Uit dit huwelijk 2 zonen, tr. (3) met Nicolaas heer van Borssele, geb. Oizy [België] in 1197, ovl. voor mei 1263, begr. abdij Clairfontaine,
    , Hoogbaljuw van Henegouwen, heer van Dampierre, connetable van Champagne, beleend met Estroeungt.
    Burchard van Avesnes, geb. Valenciennes-F tussen 1172 en 1182, Henegouws Edelman. Is cantor van de N.D. van Laon sept. 1205; subdiaken en tresorier van het kapittel van Doornik, maar legt deze functies neer en keert, zonder dat zulks kerkelijk officieel is gesanctioneerd, terug in de wereldlijke staat enkele jaren voor 11-12-1211, wordt door de graaf van Vlaanderen (Ferrand van Portugal) aangesteld tot hoogbaljuw van Henegouwen begin 1212 (tot uiterlijk 22-11-1213) en door hem bevestigd als leenman voor Estroengt 23-7-1212 ; claimt namens zijn echtgenote een deel van haar vaders erfenis 3-4-1214; neemt aan Vlaamse zijde deel aan de slag bij Bouvines 27-7-1214, wordt gevangen genomen, maar weet te ontsnappen en begeeft zich met zijn echtgenote naar zijn neef te Houffalize waar hij zes jaar met haar woont; wordt inmiddels (te beginnen 20-2-1215) op grond van aanklachten van zijn schoonzuster gravin Johanna van Vlaanderen door de pausen Innocentius III en Honorius III herhaaldelijk in de ban gedaan; doet van tijd tot tijd invallen in Henegouwen, doch wordt bij een daarvan gevangen genomen 1219 en uitgeleverd aan zijn schoonzuster die hem gevangen houdt tot 1221; begeeft zich naar Rome om zijn positie (en daarmee zijn huwelijk) te regelen 1222, keert terug tweede helft 1224, maar moet dan constateren dat zijn vrouw inmiddels hertrouwd is met Guillaume van Dampierre, overl. ca. 1244, begr. abdij Clairfontaine-B, tr. Le Quesnoy-F voor 1212 Margarethea van Constantinopel (ook wel Van Vlaanderen genoemd, haar bijnaam was "Zwarte Griet"), geb. Gent-B 1202, ged. Valenciennes-F, Gravin. Door het kinderloos overlijden van haar oudere zuster Johanna: Gravin van Vlaanderen (Margaretha II) en Henegouwen 5-12-1244, staat Vlaanderen af aan haar zoon Guy van Dampierre 2178, overl. 10-2-1280, begr. Flynes-B, dr. Van Boudewijn VI van Henegouwen, Graaf, en Maria van Champagne, Regentes. Uit dit huwelijk 2 zonen.
 

tr. (1) Béthune [Frankrijk] op 9 feb 1246
met

Machteld Béthune en Dendermonde1 (Mathilde van Béthune en Oudenaerde), dr. van Robert VII van Béthune en Dendermonde en Elisabeth van Morialmé, ovl. op 8 nov 1264,
, Erbin von Bethune, Dendermonde, Richebourg und Warneton.

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Robert III*1249  †1322  73
Margaretha*1251  †1285 Brussel (Minderbroedersklooster) [België] 34
Beatrijs*1253  †1296 Den Haag 42
Willem  †1314   

tr. (2) in mrt 1265
met

Isabella van Luxemburg, dr. van Hendrik V 'de Blonde' van Limburg-Luxemburg (bij deling graaf van Luxemburg 4 mrt 1247) en Margaretha van Bar Mousson (Frau von Ligny), markgravin van Namen, ovl. in sep 1298.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margaretha*1266  †1331 Gravendal 65
Beatrix  †1307   
Johann I*1267  †1331  63

tr. (3) in jun 1246

Bronnen:
1.Afstammingsreeksen van de Hertogen van Brabant (B 009), Vic Hamers, Rob Dix en Zeno Deurvorst, NGV, 978-90-72771-08-7, Woerden, 2006 (blz. 96)
2.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 462)
3.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 327)
4.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 328)


Johanna I van Navarra
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Fred Spaans

Johanna I koningin van Navarra, geb. Bar-sur-Aube [Frankrijk] in 1271, koningin, ovl. Vincennes (F) op 2 apr 1304, begr. Parijs [Frankrijk].

tr. Parijs [Frankrijk] op 16 aug 1284
met

Philips IV 'de Schone' van Frankrijk1, zn. van Philips III van Frankrijk (koning van Frankrijk 25-8-1270) en Isabella van Aragon, geb. Fontainebleau [Frankrijk] in 1268, ovl. aldaar op 29 nov 1314.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lodewijk X*1289 Parijs [Frankrijk] †1316  26
Philips V*1291  †1322  31
Isabelle*1292  †1358 Hertford Castle [Groot Brittanië] 66
Philips V*1291 Clermont [Frankrijk] †1348 Parijs [Frankrijk] 57



Bronnen:
1.Pedigrees of Some of the Emperor Charlemagne's Descendants (B 042), Marcellus Donald L. von Redlich, Genealogical Publishing Co., Inc, ISBN 0-8063-0494-4 (blz. 64)


Margaretha van Vlaanderen-Dampierre
in
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Cees Hagenbeek

Margaretha van Vlaanderen-Dampierre (Marguerite van Dampierre en van Namen), geb. circa 1266, ovl. in 1331, begr. Gravendal.

otr. (1) op 21 apr 1286, tr. Namen [België] op 3 jul 1286
met

Reinoud I (Reinald I) graaf van Gelre, zn. van Otto II 'de Lamme' van Gelre (graaf Gelre en Zutphen) en Philippa van Dammartin en Ponthieu, geb. 1271-1326, jure uxoris hertog van Limburg 1274 maar moest zijn aanspraken na de verloren slag bij Woeringen op 5 juni 1288 opgeven, door Rooms-koning Frederik 'de Schone' verheven tot rijksvorst 1317 circa 1255, graaf van Gelre en Zutphen, ovl. Montfoort op 9 okt 1326, begr. Grafental klooster op 21 okt 1326,
, Reinald (I) graaf van Gelre geeft in 1307 aan de Orde van het hospitaal van S. Jan van Jeruzalem de kerk te Spankeren en die te Hengelo, voorts uit Nijenbeek eene jaarrente van vijftig pond gelds en uit den hoj en molen te Staveren eene van twintig pond, waarvoor de Orde zoo te Nijenbeek of S. Janswaard als te Staveren twee priesters en eenen leekebroeder zoude houden, belovende voorts, te Godswaard, dat Hattem plagt te heeten, op zijne kosten, twee priesters en eenen leekebroeder te zullen onderhouden ; verder vergunt hij, dat de broeders der Orde alleen voor den grootmeester in Duitschland zouden teregt staan, en dat zij zich mogten bevlijtigen om de kerk te Godswaard in bezit te krijgen; al hetwelk geschiedt met bewilliging van Margaretha gravin van Gelre, Gijsbrecht heer van Bronkhorst, Dirk heer van Batenburg, Dirk heer van Bylant, Steven heer van Wisch en Frederik van Reden, ridders, tr. (2) met Irmgard gravin van Limburg. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Reinoud II*1295  †1343 's-Gravendaal 48
Guido  †1315 Arnhem  
Philipp*1300  †1300  0
Elisabeth  †1354 Keulen [Duitsland]  
Philippa  †1352 Keulen [Duitsland]  
Margaretha*1290  †1333  42

relatie (2)

Bronnen:
1.Afstammingsreeksen van de Hertogen van Brabant (B 009), Vic Hamers, Rob Dix en Zeno Deurvorst, NGV, 978-90-72771-08-7, Woerden, 2006 (blz. 96)
2.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 462)